Verhaaltjes Voor Groep 3

Verhaaltjes Voor Groep 3



Welkom bij de Top 75 Verhaaltjes Voor Groep 3! Dit is dé plek voor de leukste, grappigste en meest ontroerende verhaaltjes voor kinderen van groep 3. In deze verzameling vind je zowel bekende als onbekende verhalen, die perfect zijn om voor te lezen voor het slapen gaan. Ontdek onze geweldige collectie verhalen, voorleesverhalen, en kinderverhaaltjes, zowel in pdf en ebook als audio voor het luisteren. Je kunt deze verhaaltjes ook gemakkelijk printen of downloaden, zodat je ze altijd bij de hand hebt.

De verhaaltjes zijn kort, leuk en grappig, waardoor ze perfect zijn voor jouw kinderen. Ze zijn geschikt voor kleuters, peuters en jongere kinderen die willen leren lezen en luisteren. Elk verhaaltje heeft zijn eigen thema, zoals sprookjes of verhaaltjes met een boodschap. De verhalen zijn voorzien van mooie prentjes en plaatjes, waardoor het lezen nog leuker wordt. De voorleesverhalen bieden niet alleen entertainment, maar ook een mooie kans om samen te genieten van een gezellig moment en een waardevolle invulling van bedtijd.

Verhaaltjes Voor Groep 3 zijn belangrijk omdat ze kinderen helpen hun leesvaardigheid en woordenschat te ontwikkelen. Ze leren ook belangrijke levenslessen en moralen op een speelse en leuke manier. Bovendien stimuleren deze verhaaltjes de creativiteit en fantasie van kinderen, wat bijdraagt aan hun cognitieve ontwikkeling. Geniet samen met je kinderen van de beste verhaaltjes online en laat je verrassen door de prachtige wereld van voorleesverhalen.

Top 75 Verhaaltjes Voor Groep 3 voor kinderen:

  1. Ali Baba en de Veertig Rovers: In dit verhaal uit Perzië ontdekt Ali Baba het rovershol van veertig bandieten en neemt hij goud van hen mee, maar nadat zijn vrouw erover praat, wordt zijn jaloerse broer Kassim gedood door de rovers. Morgiana, het dappere dienstmeisje van Ali Baba, redt de dag door de rovers in zakken met hete olie te vermoorden en een list te bedenken om de roverhoofdman te doden. Als bedankje mag ze trouwen met de zoon van Ali Baba en de geheimen van het rovershol blijven van generatie op generatie binnen hun familie.
  2. Broertje en Zusje: In dit sprookje hebben Broertje en Zusje geen goed leven meer sinds hun moeder overleden is en hun gemene stiefmoeder en te weinig te eten geeft. Wanneer ze weglopen, betovert de boze heks en stiefmoeder al het water in het bos, en Broertje verandert in een klein reetje nadat hij drinkt uit een betoverde bron. Zusje en Broertje komen uiteindelijk bij een leegstaand huis terecht en worden daar gelukkig. De koning van het land neemt hen beiden mee naar zijn kasteel nadat hij het verliefd is geworden op Zusje. Maar de boze stiefmoeder plant een aanslag op Zusje, die uiteindelijk wordt verijdeld door de koning en ze worden allemaal gelukkig, met Broertje die weer in een mens verandert nadat de boze stiefmoeder overlijdt.
  3. Gelukkige Hans: Een man genaamd Hans stopt met zijn baan en krijgt als beloning een grote klomp goud. Onderweg ruilt hij steeds zijn beloning voor iets wat hij beter vindt. Hij ruilt uiteindelijk zijn koe voor een gans en ruilt deze vervolgens voor een steen bij een slager. Een messenslijper biedt hem aan om te ruilen voor zijn slijpsteen, en Hans is gelukkig met zijn nieuwe beroep als messenslijper. Wanneer Hans zijn slijpsteen verliest in een waterput, realiseert hij zich dat hij het gelukkigst is zonder de zware beloning en fluitend gaat hij naar huis om zijn moeder te zien.
  4. Hans en Grietje: Een arme houthakker en zijn vrouw wonen met hun kinderen Hans en Grietje aan de rand van een bos. Wanneer er niet genoeg te eten is, besluit de vrouw om de kinderen mee te nemen het bos in en daar achter te laten. Hans en Grietje hebben het plan gehoord en Hans verzamelt kiezelsteentjes om zijn spoor terug te vinden. De tweede keer dat de kinderen worden achtergelaten, heeft Hans geen stenen en gooit hij broodkruimels neer. De kinderen komen bij een huisje dat gemaakt is van snoep, waar ze in worden gelokt door een heks die hen wil opeten. Dankzij de slimheid van Hans overleven ze het avontuur en vinden ze edelstenen.
  5. Koning Lijsterbaard: Dit is het verhaal van een arrogante prinses die elke man belachelijk maakt en door haar vader gedwongen wordt om met de eerste de beste bedelaar te trouwen. Samen worden ze het kasteel uitgestuurd en moeten ze een leven leiden in armoede. De prinses leert inzien hoe arrogant ze was en vindt uiteindelijk de ware liefde bij de bedelaar, die eigenlijk koning Lijsterbaard blijkt te zijn.
  6. Eén Oog, Twee Ogen en Drie Ogen: Drie zussen met verschillende aantallen ogen worden geïntroduceerd: Eén Oog, Twee Ogen en Drie Ogen. De moeder en zussen haten Twee Ogen omdat ze er normaal uitziet. Een wijze vrouw helpt Twee Ogen door haar een geit te geven die magic eten biedt. Wanneer de moeder erachter komt, doodt ze de geit. De wijze vrouw vertelt Twee Ogen de geit te begraven en een boom groeit uit de grond, die gouden appels draagt. Een ridder vraagt om een tak en Twee Ogen, in plaats van deze tak af te breken, geeft de ridder een tak en gaat mee naar het kasteel. De zussen van Twee Ogen kloppen aan bij het kasteel en vragen om hulp en Twee Ogen vergeeft hen voor hun voorgaande slechte daden.
  7. De Rattenvanger van Hamelen: Dit sprookje gaat over een Duits stadje genaamd Hamelen dat geplaagd wordt door grote zwarte ratten. Wanneer een vreemdeling met een fluit de stad binnenkomt, biedt hij aan de ratten te verdrijven in ruil voor een zilveren munt per rat. De burgemeester van Hamelen bedenkt een sluw plan en laat hem uiteindelijk slechts 50 munten betalen voor zijn hulp. De rattenvanger, boos over de lage beloning, dreigt alle kinderen te ontvoeren en volbrengt zijn dreigement. De kinderen verdwijnen naar een magische berg. Het sprookje eindigt met de suggestie dat de kinderen nooit meer terugkeren, en dat de nakomelingen van de inwoners in Transsylvanië leven.
  8. Sneeuwwitje: Een koningin die graag een kindje wil dat wit is als sneeuw, rood als bloed en haar zo zwart als ebbenhout kreeg na een jaar een dochter, Sneeuwwitje. Wanneer de koningin sterft, trouwt de koning met een jaloerse vrouw die via haar magische spiegel ontdekt dat Sneeuwwitje mooier is dan zij. Ze stuurt een jager om Sneeuwwitje te doden en haar hart mee te nemen. De jager wordt echter meegevoerd door Sneeuwwitjes schoonheid en besluit een hert te doden en dit hart aan de koningin te geven. Sneeuwwitje vlucht het bos in en arriveert bij een huisje van zeven dwergen waar ze mag verblijven. De koningin, vermomd als oude vrouw, vergiftigt Sneeuwwitje met een appel. Een prins redt haar en ze trouwen en leven lang en gelukkig.
  9. De Ganzenhoedster aan de bron: In dit sprookje helpt een knappe jongeman een oud vrouwtje met haar zware manden vol fruit en gras. Ze beloont hem met een smaragd, die hij aan de koningin geeft en deze blijkt van haar betoverend mooie dochter te zijn. De jongeman gaat op zoek naar haar en ontdekt dat de oude ganzenhoedster haar is en helpt haar terug te keren naar het paleis van haar vader. Het oude vrouwtje verdwijnt en het huisje waarin ze woonde verandert in een paleis, en of de jongeman en de prinses trouwen is onbekend.
  10. De Bijenkoningin: Drie prinsen komen bij een kasteel met de opdracht om het te verlossen van betoveringen. De oudere broers falen bij de taken, maar de jongste, Domoor, wordt geholpen door mieren, eenden en de bijenkoningin. Hij slaagt erin om de duizend parels van de prinses te vinden, de sleutel van haar kamer op te halen en haar echte liefde te identificeren. Uiteindelijk trouwt hij met haar en wordt koning, terwijl zijn broers trouwen met haar zussen.
  11. Doornroosje: In dit sprookje wil een koning en koningin graag een kind, maar het blijft lang uit. Wanneer een kikker voorspelt dat zij een dochter zullen krijgen, worden er twaalf feeën uitgenodigd om haar te zegenen. Toch komt er ook een boze fee die een spreuk uitspreekt waardoor de prinses na het prikken aan een spinnewiel honderd jaar lang zal slapen. Een prins wekt haar op een dag met een kus en ze trouwen. In dit sprookje van onbekende oorsprong zijn Goedheid, Schoonheid, Rijkdom en Wijsheid belangrijke thema’s.
  12. De Twaalf Broers: Er was eens een koning en koningin met 12 zonen. Toen de koningin in verwachting raakte van een 13e kind en de baby een meisje bleek, beval de koning de dood van zijn zonen. Benjamin, de jongste, redde zijn zusje en zij vluchtten het bos in. Ze vonden een verlaten huisje waar ze woonden en groeiden uit tot een hechte familie. Maar wanneer het zusje twaalf overhemden vindt die aan haar broers toebehoorden, gaat ze op zoek naar hen. Wanneer ze hen vindt, zorgt ze ervoor dat ze op tijd hun belofte breken om geen meisjes meer te doden. Maar nadat ze op een dag twaalf lelies voor haar broers plukte, veranderden ze in raven en vlogen ze weg. Een heks zei dat als het meisje zeven jaar lang niet zou praten en niet zou lachen, zij haar broers terug zou krijgen. Het meisje werd uiteindelijk beschuldigd van hekserij, berecht en naar de brandstapel gebracht. Net op dat moment komen twaalf raven aangevlogen en veranderen in haar broers. Ze vertelt hen de reden van haar zwijg- en lachverbod en ze leven vanaf dat moment lang en gelukkig.
  13. Tafeltje Dek Je: Een kleermaker stuurde zijn drie zonen weg om een vak te leren. De oudste leerde meubelmaker en kreeg van zijn leermeester een tafeltje dat zichzelf dekte met het lekkerste eten als je ’tafeltje dek je’ riep. De tweede zoon leerde molenaar en kreeg na zijn leertijd een ezel die goud onder zijn staart wierp als je ‘ezeltje strek je’ riep. De derde zoon leerde timmerman en kreeg van zijn leermeester een knuppel waarmee hij iemand flink kon slaan als hij ‘knuppel uit de zak’ riep. Toen de derde zoon langs de herberg kwam waar zijn broers hadden geslapen, ontdekte hij dat ze waren bestolen. Hij haalde de tafel en de ezel terug met behulp van de knuppel en bracht deze bij zijn vader, die vanaf dat moment nooit meer hoefde te werken.
  14. De Bremer Stadsmuzikanten: In dit verhaal gaat een oude ezel ervandoor en wil hij als stadsmuzikant in Bremen geld verdienen met zijn geweldige balkgeluiden. Onderweg sluiten een hond, een kat en een haan zich bij hem aan. Wanneer ze ’s nachts een huisje vinden om te overnachten, blijkt dat er rovers wonen. De dieren jagen de rovers weg door heel luid te zingen en te krabben en bijten. Uiteindelijk besluiten de dieren om in het huisje te blijven wonen en leefden daar gelukkig nog vele jaren.
  15. Pinokkio: Een oude schoenmaker genaamd Gepetto maakte een houten pop van een bijzonder stuk hout. Zodra hij begon met bewerken, hoorde hij het hout jammeren en ontdekte dat het leefde. Hij maakte de pop af en zette hem op de grond, maar Pinokkio rende meteen weg. Pinokkio wilde graag naar school, maar raakte afgeleid onderweg en kwam in de problemen. Na veel avonturen en tegenslagen, slaagde Pinokkio er uiteindelijk in om een echte jongen te worden.
  16. Riket met de Kuif: Dit sprookje gaat over een koningin die een babyjongen krijgt, maar deze is erg lelijk. Een fee vertelt de koningin dat de jongen een goed karakter heeft en erg slim en grappig is, wat hem geliefd zal maken. De jongen krijgt de naam Riket met de Kuif. Dan krijgt de koningin twee dochters, waarvan de ene heel mooi is en de andere heel slim. Riket ontmoet de oudste dochter en ze belooft met hem te trouwen als hij haar aan het lachen kan maken. Riket slaagt hierin en de dochter krijgt door het huwelijk met Riket ook zijn slimheid. De twee worden verliefd op elkaar en trouwen.
  17. Assepoester: Dit sprookje vertelt het verhaal van een lief meisje genaamd Assepoester, wiens moeder op haar sterfbed haar dochter herinnerde om altijd goed en eerlijk te zijn. Haar vader, een rijke zakenman, trouwde later met een gemene vrouw met twee dochters die Assepoester slecht behandelden en haar de huishoudelijke klusjes gaven. Maar dankzij een boom met een magisch vogeltje kon Assepoester toch haar wensen laten uitkomen, waaronder het bijwonen van een koninklijke bal. De prins wordt verliefd op haar, maar Assepoester rent er vandoor voordat hij haar identiteit kan ontdekken. Uiteindelijk wordt ze herenigd met de prins en leven ze nog lang en gelukkig.
  18. Klein Duimpje: In dit verhaal gaat het over Klein Duimpje, de jongste van zeven zonen uit een arm houthakkersgezin. Wanneer er geen eten meer is, besluiten zijn ouders de kinderen achter te laten in het bos in de hoop dat iemand voor hen zal zorgen. Klein Duimpje verzamelt kiezelstenen om de weg terug naar huis te vinden en redt op die manier zijn broertjes. Later belanden ze bij een reus, waar ze bijna opgegeten worden. Klein Duimpje steelt de zevenmijlslaarzen van de reus en brengt het goud naar huis, waardoor zijn ouders nooit meer zonder eten zullen zitten. De reus krijgt spijt van wat hij heeft gedaan en besluit nooit meer een kind te eten.
  19. De Gelaarsde Kat: Een molenaarszoon erft alleen een kat nadat zijn vader overlijdt. Tot zijn verbazing kan de kat praten en zegt hij de jongen te helpen om een rijk man te worden. De kat gaat op jacht en brengt zijn vangsten bij de koning, zogenaamd namens de Markies van Carabas. Op een dag, als de koning en zijn dochter in een koets rijden, organiseert de kat een gespeeld reddingsplan waarbij de molenaarszoon als de Markies van Carabas wordt gepresenteerd, waardoor hij uiteindelijk trouwt met de prinses en een rijk man wordt.
  20. Raponsje: Een man en vrouw wonen naast een heks die heerlijke raponsjes teelt. De vrouw vraagt om ze te eten vanwege haar zwangerschap en de man gaat wat plukken voor haar. De heks betrapt hem en laat hem het kind beloven als het geboren wordt. Het meisje Raponsje wordt geboren en de heks neemt haar mee, maar sluit haar later op in een toren zonder een trap of deur. Een prins hoort haar zingen en bezoekt haar elke avond. Ze vragen hem een zijden lint mee te nemen zodat ze een ladder kan maken om te ontsnappen. Wanneer de heks dit ontdekt, knipt ze Raponsjes haar af en verbergt haar in een verlaten gebied. De prins wordt betoverd en kan niet meer zien. Jaren later vindt hij Raponsje en hun tweeling en haar tranen breken de betovering. Ze leven daarna nog lang en gelukkig.
  21. De Nieuwe Kleren van de Keizer: Er was eens een keizer die zo dol was op nieuwe kleren dat hij al zijn geld er aan uitgaf. Op een dag kwamen er in het paleis twee bedriegers die zeiden dat ze speciale stof konden maken die onzichtbaar was voor domme en oneerlijke mensen. De keizer vond het een geweldig idee om deze stof te kopen en ontdekte pas later dat de bedriegers hem hadden opgelicht. Hij besloot echter te doen alsof hij de nieuwe kleren kon zien zodat niemand zou weten dat hij bedrogen was. Uiteindelijk werd de keizer ontmaskerd door een klein kind dat riep dat hij niets aan had.
  22. De Vliegende Koffer: Een jonge, arme man krijgt een koffer van een oude man, maar heeft niets om erin te stoppen. Hij gaat in de koffer zitten en ontdekt dat de koffer kan vliegen als je op het slot drukt. Hij vliegt naar het land van de Turken, waar hij, nadat hij verliefd werd op de prinses, moet bewijzen dat hij de ware minnaar van de prinses is door de meest interessante sprookjes te vertellen. Hij is succesvol en krijgt de hand van de prinses, maar zijn koffer is verbrand door vuurwerk en hij kan nooit meer terug naar haar.
  23. De Stoute Jongen: Een brave oude dichter laat een kleine jongen binnen tijdens een stormachtige nacht. De jongen, genaamd Amor, lijkt een engeltje met een prachtige boog, maar is eigenlijk heel stout en schiet een pijl op het hart van de dichter. Vanaf dat moment houdt Amor jong en oud voor de gek door zich te vermommen en mensen achterna te zitten om ze met zijn pijlen te raken. Het verhaal waarschuwt kinderen om op te passen voor stoute Amor.
  24. De Chinese Nachtegaal: Lang geleden leefde er een keizer in het grote Chinese rijk. Hij was erg rijk en zijn paleis en tuin waren prachtig. Op een dag hoorde hij over een nachtegaal die betoverend mooi kon zingen en liet zijn hoogste bediende zoeken. De nachtegaal zong voor de keizer en die was zo onder de indruk dat hij de vogel niet meer liet gaan. Maar als cadeau krijgt de keizer een gouden vogel die ook mooie melodieën speelt en de keizer laat de nachtegaal vrij. Wanneer de gouden vogel stuk gaat en de keizer doodziek wordt van verdriet, komt de ware nachtegaal hem kalmeren en het tweetal sluit een geheim pact.
  25. De Prinses op de Erwt: In dit sprookje gaat een prins op zoek naar een echte prinses om mee te trouwen. Na lang zoeken komt er een meisje aan de deur tijdens een storm. De oude koningin legt een erwt onder twintig matrassen en dekens waar de prinses op slaapt. De volgende ochtend zegt de prinses dat ze de hele nacht geen oog dicht heeft gedaan en overal op iets hards lag. De koning en koningin weten nu zeker dat ze een echte prinses is, omdat alleen een echte prinses een erwt onder twintig matrassen kan voelen. De prins trouwt met haar en de erwt wordt tentoongesteld in het Koninklijk museum.
  26. De Rode Schoentjes: Een arm meisje, Karen genaamd, krijgt na de dood van haar moeder van vrouw Schoenmaker een paar rode schoenen. Met deze schoenen komt ze in huis bij een oude rijke dame, die haar nieuwe kleren geeft en de rode schoenen weggooit omdat ze ze afschuwelijk vindt. Karen ziet later de prinses met mooie rode schoenen en wil zulke ook hebben. Ze koopt ze stiekem en draagt ze naar de kerk, waar iedereen haar uitlacht. Een oude soldaat zegt dat het dansschoenen zijn en geeft een klap. Karen begint te dansen en kan niet meer stoppen. De schoenen brengen haar in het donker de stad uit en ze begint spijt te krijgen dat ze de oude dame heeft achtergelaten. Als de schoenen worden afgehakt door de beul en ze houten voeten krijgt, besluit Karen nooit meer schoenen te dragen.
  27. De Standvastige Tinnen Soldaat: Een jongen krijgt voor zijn verjaardag een doosje met 25 tinnen soldaatjes, waarvan er een met één been is. De soldaat wordt verliefd op een danseresje en als hij ’s nachts op de vensterbank staat, valt hij naar buiten en komt in het riool terecht. Uiteindelijk wordt hij opgegeten door een vis en belandt hij in de maag van de moeder van de jongen, die hem in de kachel gooit. Daar wordt hij herenigd met het danseresje, maar het duiveltje dat verliefd was op het danseresje kopt hen beiden de kachel in. Ze raken in elkaar verstrengeld en worden gevonden als een tinnen hart met een gouden strik.
  28. De Varkenshoeder: Dit sprookje vertelt het verhaal van een knappe prins die graag wil trouwen met de dochter van de keizer. Hij stuurt haar de mooiste roos van het koninkrijk en een nachtegaal die prachtig kan zingen, maar de prinses vindt het allemaal maar vies en raar en wil niks van hem weten. De prins laat zich echter niet afschepen en begint als varkenshoeder te werken. Hij maakt allerlei handige en muzikale snufjes waar de prinses dol op is, maar die ze uiteindelijk alleen kan krijgen als ze kust met de varkenshoeder. Wanneer de keizer hen betrapt, worden ze buiten het kasteel gezet. Later blijkt de varkenshoeder eigenlijk de knappe prins te zijn, maar deze wijst haar af omdat ze hem niet wilde als eerlijke prins. Het sprookje eindigt met een eenzame en verdrietige prinses in de regen.
  29. Het Lelijke Eendje: Het verhaal gaat over een lelijk eendje dat door iedereen wordt gepest en verstoten. Uiteindelijk vindt het eendje zijn plek tussen de prachtige zwanen, waar het ontdekt dat het eigenlijk zelf ook een zwaan is. Het verhaal laat zien dat uiterlijke diversiteit niet hetzelfde is als minderwaardigheid en dat acceptatie en begrip van anderen veel geluk kunnen brengen. Er is ook een ebookversie van het verhaal beschikbaar om offline te lezen of af te drukken.
  30. De Wilde Zwanen: Het verhaal gaat over een koning met zijn elf zonen en één dochter, Elize. De koningin is boos en laat een toverspreuk uitspreken, waarna de elf prinsen veranderen in wilde zwanen en Elize naar het platteland wordt gestuurd. Wanneer Elize vijftien is, gaat ze op zoek naar haar broers. Een oud vrouwtje vertelt haar hoe ze hen kan redden van de vloek. Elize werkt hard om elf truien te maken van brandnetels, maar mag tijdens het werk geen woord spreken. De koning wordt verliefd op Elize en sluit haar op, maar op de dag van haar terechtstelling redden haar elf prinsen en gooit Elize de truien over hen heen, waardoor zij verlost worden van de vloek.
  31. Duimelijntje: Een vrouw vraagt een heks om hulp om een kind te krijgen en krijgt een gerstekorrel die ze moet planten. Er groeit een bloem uit waarna een klein meisje, Duimelijntje, verschijnt. Ze wordt ontvoerd door een pad, maar ontsnapt en drijft op een blad over een rivier. Ze ontmoet een kever en later een mol, die haar allebei willen trouwen. Ze helpt een gewonde vogel en vliegt met hem naar een warm land waar ze de engel van de bloem ontmoet die met haar wil trouwen. Hij geeft haar vleugels en een nieuwe naam, Maja. De zwaluw die haar hielp, vertelt het verhaal.
  32. Jaap en de Bonenstaak: In dit sprookje genaamd Jaap en de Bonenstaak gaat het verhaal over Jaap, de zoon van een arme boerin. Op een dag krijgt Jaap magische bonen van een oude man in ruil voor hun koe. Hoewel zijn moeder boos wordt, besluit Jaap toch de bonen te planten en ze blijken enorm te groeien tot in de wolken. Bovenop ontmoet Jaap een fee die hem vertelt dat het kasteel dat hij in de verte ziet, ooit van zijn vader was en dat hij de reus die er nu woont moet verslaan om het terug te krijgen. Jaap gaat op pad en steelt een kip met gouden eieren en een sprekende harp uit het kasteel. De reus gaat achter hem aan, maar uiteindelijk verslaat Jaap hem en krijgt hij het kasteel terug.
  33. Bart de Beer in Winterslaap: In dit verhaal vertelt beer Bart over zijn laatste dag voor zijn winterslaap. Hij gaat op zoek naar eten en geniet van zijn favoriete voedsel; zalm en besjes. Hij neemt een bad in de rivier en zwaait gedag naar zijn vrienden voordat hij naar zijn warme holletje gaat om te gaan slapen. Tijdens zijn winterslaap droomt hij over avonturen met zijn vrienden in het bos. Aan het eind van het verhaal zijn er downloads beschikbaar van het verhaal in PDF-formaat.
  34. Dick Whittington en zijn kat: Het verhaal gaat over Dick Whittington, een arme weesjongen die naar Londen wil. Na veel tegenslagen wordt hij geholpen door de koopman Fitzwarren, zijn dochter Alice en een vriendelijke lakei. Dick is echter doodongelukkig zonder zijn kat die hij noodgedwongen aan boord van een schip meegeeft om zijn aandeel in de handelsreis te kunnen betalen. Op het schip blijkt de kat een ware held en er wordt een fortuin vergaard met de handelsreis. Dick krijgt zijn fortuin en wordt uiteindelijk Lord en burgemeester van Londen. Hij schenkt een groot deel van zijn fortuin aan de stad en leefde gelukkig met Alice en hun kinderen.
  35. Vadertje Vorst: In dit sprookje genaamd Vadertje Vorst wordt een meisje genaamd Marfoesjka uitgehuwelijkt door haar boze stiefmoeder en moet ze achtergelaten worden bij een hoge den. De vorst, die haar bevriest met zijn scepter, transformeert Marfoesjka’s kleren en bezittingen in prachtige edelstenen. Als haar gemeen stiefzusjes hetzelfde proberen, doen ze onbeleefd en koud tegen de vorst waardoor ze bevroren worden. Uiteindelijk trouwt Marfoesjka met een lieve man en leeft ze nog lang en gelukkig.
  36. Hoe De Raja’s Zoon Prinses Labam Trouwde: Een prins besluit op zoek te gaan naar prinses Labam, over wie hij van pratende papagaaien heeft gehoord. Hij krijgt op zijn reis hulp van diverse dieren, waaronder mieren en tijgers. Om met de prinses te mogen trouwen moet hij echter eerst enkele onmogelijke opdrachten van haar vader uitvoeren. Met behulp van een magisch bed, een magische tas en de hardwerkende mieren lukt het hem uiteindelijk. Ze trouwen, gaan naar het land van zijn ouders en leven lang en gelukkig.
  37. Jack, De Reuzendoder: In dit oude verhaal is Jack een jongen die bekend staat als ‘Jack, de reuzendoder’. Hij heeft verschillende reuzen verslagen en wordt daarvoor bekend in Engeland en Frankrijk. Uiteindelijk helpt hij een prins om een betovering te verbreken en trouwt hij met de dochter van een hertog. Jack wordt bekroond tot een van de Ridders van de Ronde Tafel en krijgt een groot landgoed als beloning voor al zijn heldhaftige daden.
  38. Prins Nies: Er was eens een koning en koningin die ter ere van de doop van hun zoon Prins Rolandor een feest gaven. Tijdens het feest ontstaat er een ruzie met de oude fee Malvolia, die na een dreigement van haar vertrekt. Bij elke nies van de prins vindt er een akelige verandering plaats in het paleis, waardoor de prins opgroeit in een toren. Op zijn eenentwintigste verjaardag laat de prins zijn hond op zoek gaan naar de betovering van Malvolia en ontdekt dat de betovering zal eindigen als de prins trouwt. Na lang zoeken trouwt de prins met de betoverde prinses, maar bij zijn nies op de huwelijksdag wordt de betovering verbroken en leefden ze nog lang en gelukkig.
  39. De Drie Geitjes: Het verhaal gaat over een boer met drie geiten die grazen op een bergwei. Er loopt een rivier met een brug over de wei en onder de brug woont een gemene trol. De geiten willen graag naar de overkant om het groenere gras te eten, maar worden gewaarschuwd door de boer voor de trol. De geiten bedenken een plan om toch naar de overkant te komen en vertellen de trol dat er nog grotere en sappigere geiten aankomen. Uiteindelijk verdwijnt de trol in de rivier nadat hij door de grootste geit met zijn horens is gebokt. Vanaf dat moment kunnen de geiten elke dag naar de overkant om te grazen.
  40. De Vogeljongen: Er was eens een koningin die erg veel van vogels hield. Ze keek graag uit het raam om de gevleugelde beestjes te bewonderen. Op een dag zag ze een zwerm vogels voorbij trekken en zei ze: ‘Oh mooie, blije vogels, wat zou ik graag een zoontje met vleugels willen hebben.’ Het volgende jaar gebeurde het dat de koningin een baby kreeg met vleugels op zijn schouders. Helaas vond de koning het maar vreemd en liet hij de koningin met haar baby opsluiten in een toren. Na twee dagen kwam een gevangenisbewaarder om het kind mee te nemen en te doden, maar in plaats daarvan bracht hij de jonge vogeljongen naar zijn familie. Op zijn zeventiende moest de jongen samen met de koninklijke familie vluchten uit het kasteel vanwege Malefico en zijn soldaten. Uiteindelijk werden ze bevrijd door een zwerm vogels en werd de vogeljongen de rechtmatige koning met Rosabella als zijn vrouw.
  41. De Tweeling met de Gouden Sterren: Een boerenechtpaar heeft drie dochters, waarvan de jongste de mooiste is en een belofte doet om haar toekomstige man twee zonen te geven met goudkleurig haar en een gouden ster op hun voorhoofd. De keizerszoon kiest haar als vrouw en de belofte lijkt uit te komen, totdat de gemene keizerin een oorlog start en de keizer gedwongen wordt Laptitza te verlaten. De keizerin laat twee prinsen geboren worden met hetzelfde uiterlijk, maar steelt hen en zet er hondjes voor terug. De echte prinsen groeien op in twee bomen, totdat ze bevrijd worden en uiteindelijk terugkeren naar hun vader en Laptitza. De keizerin en haar dochter krijgen hun verdiende straf, terwijl de tweeling en Laptitza gelukkig kunnen zijn.
  42. De Betoverde Iep: Een prins gaat paardrijden en slaat per ongeluk een wolf van een heks, die hem vervloekt en omtovert in een iep. Jarenlang kan hij niet communiceren met mensen, maar wel met bomen en vogels. Een meisje bezoekt de boom dagelijks tot haar familie van plan is hem te kappen. In de nacht bedenkt ze een plan om de boom te redden, wat lukt door de houthakkers bang te maken met haar stem. De Koning van de Bomen en een tovenaar breken haar slaap af om de prins terug te veranderen en hij kan het meisje redden en ze trouwen uiteindelijk.
  43. De jongen die naar de noordenwind ging: Een jongen gaat op zoek naar de noordenwind nadat deze driemaal al het meel dat hij uit de schuur haalde, had meegenomen. Bij de noordenwind krijgt de jongen een tafelkleed dat alle gewenste gerechten tevoorschijn tovert als je het uitspreekt, maar de waard van een herberg steelt het kleed en ruilt het voor een waardeloze kopie. De jongen gaat terug naar de noordenwind en krijgt nu een ezel die gouden munten uitspuugt als je het vraagt, maar de waard steelt opnieuw en ruilt de ezel voor een gewone. De jongen gaat opnieuw naar de noordenwind en krijgt nu een oude stok die slaat als de drager dat zegt. De waard probeert de stok te stelen, maar krijgt een pak slaag en biedt de jongen het gestolen kleed en de gestolen ezel in ruil aan. Zo herenigt de jongen zich met zijn spullen en leeft hij gelukkig met zijn moeder.
  44. De Lachende Prins: Een boer heeft drie zonen en een dochter. De slimste zoon, de onderhandelingsvaardige zoon en de jongste zoon Stefan met geen bijzonder talent. Stefan’s zusje Militza hield van zijn verhalen die haar altijd aan het lachen maakten. Het koninkrijk werd geregeerd door een tsaar met een dochter die opgroeide alsof ze een jongen was. De prinses kreeg onderwijs van de grootste geleerden, maar wil graag lachen en plezier hebben. De tsaar gaf toe aan haar wens en stuurde zijn mensen het land in om iemand te vinden die de prinses aan het lachen kon maken. Stefan werd gevraagd om bij de prinses te komen en maakte haar aan het lachen. De prinses wilde met Stefan trouwen en de tsaar stemde uiteindelijk toe. Het kasteel was daarna gevuld met gelach en vrolijkheid.
  45. De Geweldige Hond En De Wonderbaarlijke Kat: Een tovenaar verlaat zijn school na een ruzie met de directeur en gaat in een huisje op het platteland wonen. Daar ontmoet hij een hond en een kat die hij leert spreken, geschiedenis, rekenen, dansen en magie. Als zij de wereld intrekken, komen ze bij een betoverde koning wiens gezicht groen is. De hond en de kat gaan naar de plaatselijke tovenaar voor hulp. Deze tovenaar weet dat ze komen en probeert hen te doden, maar de hond en de kat weten te ontsnappen. Als de tovenaar en de koning elkaar ontmoeten, klenden de hond en de kat in de ruimte en hun meester, de oude tovenaar, verschijnt. Hij bemiddelt tussen de partijen en de betovering van de koning wordt opgeheven.
  46. De Herkomst van Robijnen: In dit verhaal gaat een koningin met haar verwende zoon op vakantie en komt hij in aanraking met een boot vol robijnen. Zijn moeder smeekt hem de edelstenen niet mee te nemen, omdat ze van anderen zijn, maar hij houdt er toch een. Later speelt hij met deze robijn als knikker en de dochter van de koning koopt de edelsteen van hem. Zij voelt zich prachtig met de robijn in haar haar, maar haar papegaai zegt dat ze er belachelijk uitziet. Wanneer de koningsdochter dan ook nog eens zegt dat ze niet meer zal eten als de koning geen robijnen meer voor haar koopt, gaat de prins op zoek naar meer exemplaren. Hij komt in een onderwaterpaleis terecht waar hij een beeldschone vrouw ontmoet en verliefd op haar wordt. Samen verzamelen ze robijnen en uiteindelijk trouwt de prins met zowel de vrouw uit het onderwaterpaleis als de koningsdochter. Ze leefden nog lang en gelukkig.
  47. Het Schatkasteel: In dit sprookje wordt een jager geholpen door een dwerg die hem naar een kasteel stuurt waar een schat te vinden is. De dwerg waarschuwt hem om niet naar de toren te gaan. De jager volgt de raad op en krijgt de schat, maar raakt later gevangen. De koning steelt de schatkist en wordt samen met zijn vrienden gestraft door een dwergenkoning. De jager wordt tot koning gekroond. De schat is nog steeds in het kasteel, maar degenen die ernaar zoeken moeten niet naar de torenkamer gaan.
  48. Het Witte Hertje: Er was eens een koningsechtpaar dat graag een kindje wilde, maar het lukte maar niet. De koningin werd naar het paleis van de feeën gebracht en kreeg daar te horen dat ze een dochter Desirée zou krijgen. Maar omdat de koningin de fee van de fontein niet bedankte, mocht Desirée tot haar vijftiende levensjaar geen daglicht zien. Desirée woonde daardoor in een toren zonder ramen of deur. Toen Desirée veertien jaar oud was, werd er een portret van haar geschilderd en prins Guerrier werd smoorverliefd. Maar wanneer Desirée uiteindelijk het daglicht ziet, verandert ze in een hertje en vlucht het bos in. Prins Guerrier gaat op zoek naar haar en uiteindelijk vindt hij Desirée en kunnen ze trouwen.
  49. Een Hart van Steen: In dit sprookje genaamd ‘Een Hart van Steen’ woont de arme kolenbrander Peter Munk in het Zwarte Woud en gaat hij naar het Glasmannetje Schatman om hem om rijkdom te vragen. Schatman geeft Peter wat hij wil, maar zijn geld is snel op en hij keert terug naar Schatman. Als Schatman weigert hem opnieuw te helpen, zoekt Peter de Boze Michiel op, die hem zijn hart laat ruilen voor een steen met geld. Peter drijft handel en wordt meedogenloos, maar verlangt terug naar zijn eigen hart. Door de hulp van Schatman en zijn glazen kruisje krijgt hij zijn hart terug van de Boze Michiel.
  50. Het Gespuis: Een Haantje en Hennetje gaan op zoek naar noten op de Notenberg, maar worden betrapt door een eend. Haantje vecht terug en de eend moet hun wagentje voortrekken. Later komen ze langs een speld en naald die vragen of ze mee mogen rijden; Haantje stemt in maar ze moeten wel beloven om Hennetje niet op de voeten te trappen. Na een overnachting in een herberg besluiten ze de naald en speld achter te laten en vluchten ze weg. De herbergier heeft echter pech door de achtergelaten speld en naald. Wanneer hij de volgende dag naar zijn gasten zoekt besluit hij nooit meer mensen enkel op basis van beloften in zijn herberg te laten slapen.
  51. De Grote Worst: In een stad lijden de inwoners onder hongersnood en er is geen eten te krijgen. De oude en wijze mensen van de stad besluiten een grote worst te laten maken van de laatste munten uit de schatkist van de stad. Men gaat met de boot het water op om varkens, peper, zout en specerijen te kopen. Alle slachters uit de stad maakten samen één grote worst. Voor de poort van de stad was een groot feestterrein opgezet en men begon met de worst verdelen. Iedereen kreeg genoeg en kon weer hopen op betere tijden. Het volgende jaar was de oogst goed en eindigde de hongersnood.
  52. Tijl Uilenspiegel: Het verhaal gaat over Tijl Uilenspiegel, een vrolijke jongen die niet van leren en werken hield. Zijn moeder drong aan om iets goeds te leren en Tijl beloofde het fijnste van het fijnste te leren. Maar hij ging juist koorddansen en maakte grappen met schoenen en laarzen van de toeschouwers. Op een dag sliep Tijl in een bijenkorf en liet twee dieven elkaar aanvallen door over elkaars haren te trekken. Tijl en zijn vrienden gingen later op reis en hij vertelde hen hoe hij bergop en bergaf ging. Het verhaal eindigt met de downloads van een PDF-versie van het verhaal.
  53. Vrouw Holle: Er was eens een weduwe met twee dochters: de ene was lelijk en lui, de andere mooi en vlijtig. De moeder hield meer van de lelijke dochter en de mooie dochter moest al het harde werk doen. Op een dag viel de spoel van haar weefgetouw in een put en in haar angst sprong ze erachteraan. Hierdoor belandde ze bij Vrouw Holle en ze diende haar goed. Als beloning kreeg ze goud. De lelijke en luie dochter ging hetzelfde doen, maar wilde niet hard werken en werd uiteindelijk bedekt met teer.
  54. De Strijd van Kikkers en Muizen: In deze fabelachtige vertelling regeert Koning Blaaskaak over het land van de kikkers. Tijdens een groot feest arriveert de muizenprins Snoepgraag bij het meer en gaat met de kikkers naar het kasteel. Op weg daarheen verdronken de muizen echter in het water tijdens een aanval van een waterslang, wat resulteerde in wraak van Koning Knagelijn van de muizen tegen de kikkers. Dit bracht beide legers in oorlog waarbij Blaaskaak zwaargewond raakte, maar uiteindelijk werd geholpen door vorst Scharenstein van de kreeften om zijn rijk terug te krijgen. Na een harde strijd kwamen beide rijken tot een vrede en de muizen behielden hun koninkrijk op het land, de kikkers bleven heersen over het water.
  55. De Kikkerkoning: Er was eens een koningsdochter die haar gouden bal in het water liet vallen. Een kikker bood aan om de bal terug te halen in ruil voor vriendschap en een plekje aan haar tafeltje. De prinses stemde toe, maar vergat de kikker toen ze haar bal terugkreeg. De volgende dag kwam de kikker haar herinneren aan haar belofte, de prinses nam hem mee naar huis en ze aten samen van haar gouden bordje. Uiteindelijk veranderde de kikker in een knappe prins en de koningsdochter trouwde met hem.
  56. De Ondankbare Zoon: In dit sprookje gaat een man niet delen met zijn vader en verstopt hij het eten voor hem. Daarom verandert de gebraden haan in een eend die zich vastklampt aan de zoon en hem elke dag moet worden gevoerd. Niemand kan de eend verwijderen, totdat de zoon zijn fout toegeeft en om vergiffenis vraagt. Wanneer hij dat doet, verandert de eend terug in een haan en kan de zoon samen met zijn vader genieten van een lekker diner. Een ebook van dit verhaal kan worden gedownload.
  57. Hoe de Vogels aan een Koning Kwamen: Lang geleden konden alle mensen vogels verstaan. De koekoek kwam op het idee dat vogels, evenals mensen, een koning nodig hadden. Ze organiseerden een wedstrijd om te bepalen wie de koning zou worden. De wedstrijd werd gewonnen door de vogel zonder naam die in de veren van de arend was gekropen. De vogels besloten de vogel in een muizengat gevangen te houden en van de honger te laten sterven. De uil werd als schildwacht bij het gat gezet, maar viel in slaap. De vogel zonder naam ontsnapte en sindsdien noemt men hem Winterkoning.
  58. De Gouden Gans: In dit sprookje gaat een jongen genaamd Domoor op pad om hout te hakken. Onderweg komt hij een kabouter tegen die hem om eten vraagt, maar de jongen weigert. Uiteindelijk vindt Domoor een gouden gans onder de wortels van een omgekapte boom. Onderweg naar huis blijven steeds meer mensen aan de gans kleven, maar wanneer het prinsesje van een stad de stoet ziet, moet ze hard lachen. De koning belooft zijn dochter aan degene die haar kan laten lachen, dus wil Domoor met haar trouwen. De koning geeft hem drie onmogelijke opdrachten, maar dankzij de hulp van de kabouter slaagt Domoor erin om alle opdrachten te vervullen.
  59. De Drie Dombo’s: In dit verhaal gaat een boerendochter samen met haar geliefde eten op de boerderij. Wanneer ze naar de kelder gaat om bier uit het vat te halen, ziet ze opeens een hamer in één van de houten balken zitten. Ze begint te huilen, aangezien ze zich zorgen maakt over de veiligheid van hun toekomstige zoon. Haar ouders voegen zich bij haar en ook haar vriend komt erbij, die de domste persoon blijkt te zijn. Later ontdekt de vriend nog twee andere situaties waarin mensen dom handelen, waardoor hij zich realiseert dat er veel meer dombo’s in de wereld zijn dan thuis. Uiteindelijk besluit hij terug te keren naar de boerendochter en met haar te trouwen.
  60. De Oude Vrouw en Haar Biggetje: Een oude vrouw vindt een muntje en koopt hiervan een biggetje op de markt. Onderweg wil het biggetje niet over een steile heuvel, maar hulp van een hond, stok, vuur, water, os, slager, touw en rat wordt geweigerd. De vrouw moet steeds verder lopen om hulp te vragen, totdat zij bij een kat komt die de rat doodt en zo alle hindernissen overwint. In ruil voor melk doodt de kat de rat en helpt de vrouw haar doel te bereiken. Uiteindelijk komt de vrouw toch nog thuis met haar biggetje dankzij de hulp van verschillende dieren. Een PDF van het sprookje van vier pagina’s is te vinden via een link op de website.
  61. Het Aardmannetje: In dit sprookje plukken drie zussen een appel van de favoriete boom van hun vader en verdwijnen ze diep onder de grond. De koning belooft zijn dochters te geven aan degene die hen weet te redden. Drie broers ondernemen deze missie en komen bij een kasteel waar ze besluiten een tijdje te blijven. De oudste twee broers worden door een aardmannetje achtervolgd en geslagen, maar de jongste broer verslaat het mannetje en krijgt zo aanwijzingen hoe hij zijn zussen kan bevrijden. Hij slaagt er uiteindelijk in de prinsessen te bevrijden, maar zijn broers verraden hem. Gelukkig kan hij zichzelf redden met de hulp van aardmannetjes en trouwt hij met de jongste prinses.
  62. De dennenboom: Een jonge dennenboom in een bos wil zo snel mogelijk groeien en net zo groot worden als de volwassen bomen om hem heen. De boom kan niet genieten van zijn jeugd en is ontevreden met alles om hem heen. Als hij oud genoeg is om te worden gekapt, belandt hij in een groot huis en wordt versierd met lekkernijen en lichtjes. Na Kerstmis wordt hij naar de zolder gebracht en raakt hij vergeten, tot hij uiteindelijk in de tuin wordt gegooid en wordt verbrand. De boom beseft te laat dat hij had moeten genieten van de momenten die hij had en niet zo gehaast had moeten zijn om volwassen te worden.
  63. De Kerst Maskerade: Het is kerstavond en de burgemeester organiseert een gekostumeerd kerstfeest voor alle kinderen in de stad. Een nieuwe winkelier verschijnt en zijn kostuums zijn zo goed dat alle kinderen naar zijn winkel gaan. Na het feest kunnen de kinderen hun kostuums niet meer uittrekken en lijken ze het karakter van hun kostuum te hebben aangenomen. De burgemeester en de wethouders vragen advies aan de wijze vrouw, die adviseert om de kinderen wonderolie te geven, maar dat werkt niet. Dan komt de oudste dochter, Violetta, op het idee om de kersenman te vragen om hulp. Hij vindt de oplossing en in ruil daarvoor moet hij trouwen met Violetta en moet er voortaan een wet komen die ervoor zorgt dat alle arme kinderen elke kerst een sok met cadeaus krijgen. Het probleem wordt opgelost en Violetta en de kersenman trouwen.
  64. Toinette en de elfen: In dit sprookje gaat Toinette water halen in het bos waar ze een elf ontmoet die vastzit aan een doorn. Ze helpt hem en krijgt als dank magisch zaad waarmee ze onzichtbaar kan worden. Ze probeert het uit, maar vindt het niet leuk omdat ze zich eenzaam voelt en anders over haar broertjes en zusjes gaat denken. Een jaar later probeert ze het opnieuw en geniet ze ervan om ongezien te zijn terwijl haar familie haar verrast met cadeautjes. Ze maakt ook varenzaad bouillon voor de elfen en leert waardevolle lessen over geluk, vriendelijkheid en goed humeur.
  65. Een bezoek aan het land van de Kerstman: Twee kinderen willen de Kerstman graag ontmoeten en horen op een avond zacht getik op hun raam. Een kerstchocolaatje biedt aan om hen mee te nemen naar het land van de Kerstman, maar bindt hen een blinddoek om omdat niemand de weg naar de Kerstman mag weten. Daar beleven ze een avontuurlijke reis en komen ze terecht in de bijzondere tuin van de Kerstman vol met rijpe poppen en speelgoed. Het chocolaatje laat hen zien hoe ze kunnen ontdekken of het speelgoed rijp is om te plukken. Ten slotte wijst het chocolaatje hen de weg naar het huis van de Kerstman, maar als ze via een gevaarlijke plank over een diepe afgrond moeten lopen, kijken ze per ongeluk naar beneden en vallen in slaap. Terug in hun bed vertellen ze hun moeder over hun avonturen.
  66. De jongen die wolf riep: In dit verhaal hoedt een jongeman de schapen van zijn meester in de buurt van een donker bos. Hij begint zich te vervelen en bedenkt een idee om zichzelf te amuseren door te roepen dat er een wolf is. Wanneer er uiteindelijk een echte wolf verschijnt, geloven de dorpelingen hem niet meer en worden er een heleboel schapen opgegeten door de wolf.
  67. De Verloren Jaren: In dit sprookje leeft een koning die goed voor zijn onderdanen zorgt, maar op een dag worden ze bedreigd door trollen die mensen laten verdwijnen. De koning gaat drastische maatregelen nemen en laat bepaalde activiteiten verbieden om de trollen weg te houden. Wanneer een boze tovenaar een toverdrankje aanbiedt om zich te beschermen, is de koning dolblij en laat hij de mensen die het drankje niet willen nemen, verbannen. Later blijkt dat het drankje van de tovenaar mensen in gevaar bracht en zijn beslissingen de verkeerde waren. Wanneer de koning op sterven ligt en een fee verschijnt en zijn beslissingen weer terugdraait, kunnen de onderdanen weer vrij genieten van het leven en verdwijnt de angst voor de trollen.
  68. De jonge krab en zijn moeder: Een jonge krab vraagt zijn moeder om hulp bij het recht vooruit lopen. Zijn moeder kan echter alleen zijwaarts lopen en valt zelfs als ze haar tenen naar buiten krult. Een kort verhaal met een les dat sommige dingen nu eenmaal niet te veranderen zijn. Het e-book is beschikbaar om te downloaden.
  69. Bellen de Kat: Een groep muizen is op zoek naar een manier om hun aartsvijand, de kat, te vermijden. Ze bespreken vele ideeën, tot een jonge muis opstaat met het idee om een bel om de nek van de kat te hangen. Hierdoor zouden ze gewaarschuwd worden als de kat eraan komt. De andere muizen zijn enthousiast, maar dan stelt een oude muis de vraag: “Wie gaat de bel om de nek van de kat hangen?” Het verhaal wordt gepresenteerd in een audiobestand en er is een ebook beschikbaar om offline te lezen.
  70. De Elfen en de Schoenmaker: Een arme schoenmaker had nog maar genoeg leer over voor één paar schoenen. In de ochtend zag hij tot zijn verbazing twee afgemaakte schoenen op zijn werktafel. Al snel was al het leer dat hij in de avond sneed en klaarlegde in de ochtend veranderd in een complete schoen. Op een avond verstopten de schoenmaker en zijn vrouw zich om te kijken wie hen hielp. Twee kleine mannetjes maakten schoenen van het leer. Als bedankje maakte de schoenmaker en zijn vrouw cadeautjes voor de mannetjes, die ze bij hun volgende bezoek achterlieten. De mannetjes waren dol van vreugde en verdwenen na het uitdelen van de cadeautjes. Wat overbleef was een gelukkige schoenmaker en zijn vrouw die nog lang zouden leven.
  71. De Jongen en de Hazelnoten: Een jongen pakt zoveel hazelnoten tegelijk uit de kan dat hij zijn hand er niet meer uit krijgt. Zijn moeder adviseert hem om genoegen te nemen met de helft en zijn hand er dan uit te halen. De jongen is teleurgesteld, maar zal de volgende keer nog een handje hazelnoten mogen pakken. Er is ook een eBook beschikbaar om offline te lezen.
  72. Hercules en de Voerman: Een boer zit vast met zijn wagen in de modder en smeekt de Griekse god Hercules om hulp, die verschijnt en hem vertelt dat hij zelf moeite moet doen om de wagen weer op weg te krijgen. De boer zet zijn schouder tegen het wiel en spoorde de paarden aan, waardoor de wagen weer uit de modder komt. De boer leert hiervan dat hij zelf ook moeite moet doen om problemen op te lossen. Er is een ebook beschikbaar om het verhaal offline te lezen.
  73. De Stadsmuis en de Veldmuis: Een stadsmuis bezoekt haar familielid op het platteland en ze krijgen een eenvoudige maaltijd voorgeschoteld. De stadsmuis eet weinig en laat doorschemeren dat ze het simpel eten alleen uit beleefdheid op eet. Na een lang gesprek gaat de stadsmuis met de veldmuis mee naar de stad en eten ze daar een prachtig banket. Maar als er gevaar dreigt, geeft de veldmuis de voorkeur aan een simpeler leven op het platteland met rust en veiligheid.
  74. De Vos en de Druiven: Een vos ziet een tros rijpe druiven hangen aan een hoge tak. Hij probeert er meerdere keren naar te springen, maar het lukt niet. Uiteindelijk geeft hij het op en loopt gefrustreerd weg, terwijl hij de druiven afdoet als zure druiven die niet de moeite waard zijn.
  75. De Ossen en de Wielen: Een paar ossen trekken een zwaar beladen wagen door modderige wegen. Hoewel de taak van de wielen veel lichter is, klagen ze bij elke bocht en maken ze het werk van de ossen moeilijker. Uiteindelijk vragen de ossen hen om stil te zijn. Er is een drie pagina’s tellend e-book beschikbaar om offline te lezen of af te printen.

Tot slot zijn deze Top 75 Verhaaltjes Voor Groep 3 een geweldige bron van plezier en educatie voor kinderen die beginnen met lezen. Door deze verhalen te verkennen, zullen de jonge lezers hun vocabulaire, begrip en leesvaardigheid verder ontwikkelen. Deze verzameling korte verhalen is speciaal ontworpen om de verbeelding van kinderen te prikkelen, en hen te inspireren om verder te lezen en te leren. Dus, aarzel niet om regelmatig terug te komen om nieuwe verhaaltjes te ontdekken en te genieten van de vele prachtige leermomenten die voor u liggen. Veel leesplezier!