De Gelaarsde Kat

Een molenaarszoon stond aan het graf van zijn vader. De molen werd eigendom van zijn oudste broer. Zijn middelste broer kreeg de ezel. Meer was er niet te verdelen. Er restte hem alleen nog een kat.

‘Ach vader’, zei de molenaarszoon, ‘hoe moet dat nu verder? Ik heb geen geld en nu de molen en ezel mijn broers toebehoren, heb ik niets meer. Waar moet ik nu van leven?’

‘Wees gerust meester’, hoorde hij de kat zeggen. Van schrik viel de jongen bijna om. ‘Rustig maar’, zei de kat, ‘ik ben hier om je te dienen. En als je precies doet wat ik zeg, zal het je geluk brengen.’

De gelaarsde kat

‘Als die kat kan praten, dan zal ik maar beter luisteren ook!’ dacht de jongeman. De kat vroeg de jongen om een zak en een paar laarzen. Zijn vader had er nog een paar staan. Die kon de kat wel krijgen. En er lagen genoeg meelzakken in de schuur.

De gelaarsde kat sprookje

De kat trok de laarzen aan. De zak nam hij mee naar een weiland waar honderden konijntjes rondhuppelden. Zo snel als hij was, pakte hij er eentje en stopte deze in zijn zak. Hij bracht zijn buit naar het kasteel van de koning. ‘Sire’, sprak de kat deftig, ‘ik heb de eer u dit konijn aan te bieden, in opdracht van de Markies van Carabas.’ Die naam had hij spontaan verzonnen. De koning was blij verrast.

Een volgende keer ving de kat een kalkoen en bracht deze weer bij de koning. Drie maanden lang bracht de kat verschillende vangsten, van scharrelkip tot verse vis. Op een dag zou de koning samen met zijn beeldschone dochter een koetsrit door het landschap maken. Dat was precies wat de kat had gehoopt. ‘Meester’, zei de kat, ‘als je nu precies doet wat ik zeg, maak ik van jou een rijk man. Het enige wat je hoeft te doen, is een bad te nemen in de rivier.’

In de tussentijd had de kat alle boeren in de streek bezocht. Hij vroeg ze de koning te zeggen, dat het land van de Markies van Carabas was. Als dank zou deze hen goed belonen. De arme boeren konden wel wat extra’s gebruiken en gingen er direct mee akkoord.

verhaal van de gelaarsde kat

Toen de koets de rivier naderde, sprong de kat de weg op en riep: ‘Help! De Markies van Carabas verdrinkt!’. De koning herkende de kat van de Markies van Carabas en bedacht zich geen seconde hem te helpen. De kat vertelde de koning dat struikrovers de kleding van de markies hadden gestolen. De koning liet daarop de mooiste kleding uit zijn garderobe brengen.

In de kleding van de koning zag de molenaarszoon er heel knap uit. De koningsdochter vond hem meteen erg leuk en dat was helemaal wederzijds.

De markies mocht in de koets stappen. Onderweg stopten ze af en toe bij een mooi landschap. Steeds kreeg de koning te horen dat dit land eigendom was van de Markies van Carabas.

De gelaarsde kat

De kat liep op de koets vooruit en stopte bij een reusachtig kasteel. Dit werd bewoond door een reus. Deze reus was overigens ook eigenaar van het land van de boeren. ‘Men beweert dat u zich kunt veranderen in elk soort dier’, zei de kat tegen de reus. ‘Wat nou beweert?’, antwoordde de reus, ‘Ik zal het je laten zien!’ De reus veranderde zichzelf in een leeuw. ‘Wauw’, riep de kat, ’dat is het geweldigste wat ik ooit heb gezien. Maar veranderen in een klein dier zal zeker niet mogelijk zijn, gezien uw grote figuur?’ De reus voelde zich uitgedaagd en veranderde in een muis. De kat aarzelde geen moment om de muis te pakken en te doen wat katten doen met muizen.

‘Welkom in het kasteel van de markies van Carabas!’ zei de kat toen de koets arriveerde bij het paleis van de reus. De kat had een groot feestmaal geregeld met verschillende vangsten. De koning liet het zich goed smaken. Na een paar glazen wijn vroeg hij de markies: ‘Zou jij toevallig met mijn dochter willen trouwen?’ Natuurlijk trouwde dezelfde dag nog de markies met de prinses. En ze leefden nog lang en gelukkig.

En de kat? Die had het goed en leefde een luxe leventje.

gelaarsde kat sprookje

Downloads