Het Witte Hertje

Lang geleden leefde er een koningsechtpaar die graag een kindje wilde, maar dat leek maar niet te lukken. Bedroefd zat de koningin bij de fontein te mijmeren over hoe het zou zijn om een dochtertje te hebben. Plotseling kwam er een krab tevoorschijn, die zei: ‘Majesteit, als u het wilt, breng ik u naar het paleis van de feeën. Daar zal uw wens worden vervuld.’

De koningin volgde de krab en kwam zo bij een wonderschoon feeënkasteel. De feeën vertelden de koningin dat ze een dochter met de naam Desirée zou krijgen. Niet lang daarna werd een baby prinses geboren. De koningin liet de feeën komen en bedankte ze duizend keer… tot de deur openging en de krab verscheen. ‘Ondankbare koningin,’ riep de krab, ‘je hebt geen enkele moeite gedaan om mij, Fee van de Fontein, iets te melden over de geboorte van je kind. Voor je ondankbaarheid zal ze tot haar vijftiende levensjaar het daglicht niet verdragen. Het kleinste beetje daglicht zal haar het leven kosten.’

De feeën lieten direct met hun toverstok een hoge toren zonder ramen of deur oprijzen. Daar werd de prinses via een ondergrondse gang opgesloten en woonde zo bij kaarslicht op een plek waar nooit een glimp van de zon kon komen. Toen de prinses veertien jaar oud was, werd een portret van haar geschilderd. Deze werd naar verschillende koninkrijken gezonden. Prins Guerrier werd smoorverliefd op het portret. Zijn vader, de koning, gaf zijn goedkeuring voor een huwelijk en stuurde de rijke jongeman, genaamd Bécafigue naar het kasteel van de prinses.

Bécafigue was een goede vriend van Guerrier. Hij bracht naast cadeaus ook een portret van Guerrier mee naar het kasteel. Desirée’s ouders waren dolenthousiast over het voorgenomen huwelijk, maar vroegen de prins drie maanden te wachten tot ze de leeftijd van vijftien jaar zou hebben. Guerrier was teleurgesteld dat de prinses niet direct mee was gekomen. Hij kon niet meer eten of slapen en werd gevaarlijk ziek.

Desirée had twee bruidsmeisjes, Giroflée en Longue Epine. Giroflée was erg trouw aan Desirée, maar Longue Epine was jaloers. Ze was bevriend met prinses Noire die zelf graag had willen trouwen met Guerrier. Desirée keek elke dag naar het portret van Guerrier en hield er vele gesprekken mee. Op een dag hoorde Desirée dat Guerrier ernstig ziek van verlangen was om haar te zien. Ze besloot hem op te zoeken en stapte in een donkere koets die alleen ’s nachts geopend mocht worden.

Prinses Noire en Longue Epine konden nu een gemeen plan uitvoeren. Prinses Noire sneed op klaarlichte dag met een mes het dak van de koets. Voor het eerst in haar leven zag Desirée daglicht. Nauwelijks daarna veranderde ze in de gedaante van een jong wit hert en vluchtte het bos in.

Het witte hertje sprookje

Giroflée rende haar achterna, terwijl Longue Epine zich in de kleding van Desirée stak om zich als de prinses voor te doen. Toen Guerrier de prinses zag, leek ze totaal niet op het portret. ‘We zijn bedrogen!’ riep de prins. Daarom werd ze gevangengenomen, samen met prinses Noire. Radeloos verliet Guerrier met Bécafigue het kasteel om te kalmeren. Dagenlang dwaalden de mannen door een dicht bos. Desirée dwaalde rond in hetzelfde bos, maar was als hertje onherkenbaar. Niet voor Giroflée. Zij wist dat dit de prinses moest zijn. Ook merkte ze dat het hertje niet kon praten, maar wel alles begreep wat werd gezegd.

Voor hen verscheen ’s nachts een fee van het feeënkasteel. Ze kon de betovering niet verbreken, maar kon wel de tijd van de gedaanteverwisseling inkorten. ’s Nachts zou Desirée haar eigen gedaante hebben, maar overdag was ze een hert. De fee bracht hen naar een huisje van een oud vrouwtje. Ze kregen er een kamer om te slapen.

Ook Guerrier en Bécafigue klopten aan bij hetzelfde huisje. Het vriendelijke oude vrouwtje deed open. Ze vroegen of ze eten had. ‘Blijf toch liever hier vannacht slapen,’ zei het vrouwtje. ‘Het kan ’s nachts erg spoken in het bos.’ En zo kregen de mannen een kamer naast die van de prinses. Het witte hertje bleef Guerrier niet onopgemerkt. Elke dag probeerde hij het hertje te achtervolgen, maar ’s avonds verdween ze in het niets.

Op een dag had Guerrier het hertje zo lang achtervolgd, dat hij uitgeput neerviel. Terwijl hij daar lag, kwam het hertje naderbij en herkende ze hem van het portret van prins Guerrier. De prins schrok wakker en de prinses zette het op een lopen. ‘Blijf toch hier, lief hertje!’ hoorde ze hem roepen. ‘Ik zou je overal mee naartoe nemen,’ was het laatste wat ze nog kon horen. De volgende dag zag Guerrier het hertje en om te verhinderen dat ze weg zou lopen, schoot hij een pijl in haar been. ‘Het spijt me, hertje,’ sprak hij teder en nam haar mee naar het huisje. Daar bond hij het hertje vast en verzorgde de wond met speciale kruiden.

Giroflée haastte zich ernaartoe. ‘Meneer,’ zei ze beleefd, ‘dit hert behoort mij en al langer voordat het van u werd.’ Het hert gehoorzaamde haar daarna op zo’n manier dat Guerrier daar niet aan kon twijfelen. Giroflée nam het hert tot zijn grote verbazing het huis binnen waar hijzelf ook logeerde. Bécafigue herkende Giroflée. Hij had haar toch zeker gezien in het kasteel van prinses Desirée. ‘Onze kamers worden gescheiden door slechts een dunne muur,’ bedacht Bécafigue en maakte er gaatje in om er doorheen te gluren. Daar zag hij de prinses zitten. Giroflée verbond haar arm.

‘Laat me maar sterven,’ hoorde hij de prinses zeggen, ‘de dood zou beter zijn dan het leven dat ik leid. De hele dag een hert zijn en niet in staat zijn hem te vertellen van mijn droevige lot.’ De prins stond op en klopte zachtjes op de kamerdeur. Giroflée deed open en Guerrier wierp zich aan Desirée’s voeten. Groot was hun vreugde en ze spraken elkaar gedurende de hele nacht tot het daglicht de kamer bereikte. Maar Desirée veranderde dit keer niet en bleef haar eigen mooie zelf.

Het huwelijk van prins Guerrier en Desirée werd samen met het huwelijk van Bécafigue en Giroflée gevierd. Op verzoek van Desirée mochten prinses Noire en Longue Epine de gevangenis verlaten.


Downloads