De Tweeling met de Gouden Sterren

Er was eens een boerenechtpaar met drie dochters: Anna, Stana en Laptitza. Alle drie dochters waren beeldschoon, maar de allermooiste was de jongste, Laptitza. Op een zomerdag gingen de drie zussen het bos in om aardbeien te plukken. Daar ontmoetten ze de zoon van de keizer die met zijn vrienden aan het jagen was. Het waren allemaal knappe jongemannen, maar de meest knappe was de zoon van de keizer.

Anna zei: ‘Als een van die jongens mij als vrouw zou kiezen, zou ik brood maken en het hem geven waarmee hij zich altijd jong en dapper zou voelen.’ ‘En ik,’ zei Stana, ‘zou voor mijn man een hemd weven, waarin hij tegen draken kan vechten en door het vuur gaan zonder zich te verbranden.’ ‘Maar ik,’ zei Laptitza, ‘zou mijn man twee prachtige zonen geven met goudkleurig haar en op hun voorhoofd een gouden ster.’

‘Ik hou je aan je belofte en zal met je trouwen,’ riep de keizerszoon. Twee vrienden kozen de zussen en alle drie werden ze op hun paarden gezet om samen terug te rijden naar het keizerlijk hof.

sprookje de tweeling met de gouden sterren

De volgende dag werden drie bruiloften gevierd. De belofte van Anna kwam al snel uit, precies zoals ze het had gezegd. Hetzelfde gebeurde met de belofte van Stana. En na zeven weken leek de belofte van Laptitza ook uit te komen. De zoon van de keizer was trots en zo beschermend dat hij geen moment meer van de zijde van Laptitza week.

In een ander land woonde een keizerin. Ze had gehoopt dat haar dochter met de nieuwe keizer zou trouwen. Nu de belofte van Laptitza een feit begon te worden, moest ze een list verzinnen. Maar wat kon de keizerin doen, nu de keizer geen moment Laptitza uit het oog verloor. Dus verzon ze iets verschrikkelijks. Ze zorgde voor een oorlog en de keizer moest wel ten strijde gaan en Laptitza verlaten. De derde dag dat de keizer op pad was werden twee prinsen geboren met allebei goud haar en een gouden ster op het voorhoofd.

de tweeling met de gouden sterren sprookje

Maar de gemene keizerin stal in de nacht de twee jongens en zette er twee hondjes voor terug. De tweeling verstopte ze in de aarde, precies voor het raam van de keizer. Toen de keizer terug naar het paleis kwam, vond hij twee hondjes. Laptitza werd opgesloten. De keizer trouwde voor de tweede keer. Dit keer met de dochter van de boze keizerin die beeldschoon, maar net zo slecht als haar moeder was.

De tweeling vond geen rust in de aarde. Er groeiden twee indrukwekkende bomen op de plaats waar de keizerin ze in de aarde had verstopt. De keizerin vond het maar niks en vroeg haar man om ze weg te halen. Dat lukte haar eerst niet. De keizer voelde zich tot de bomen aangetrokken en wilde niets van het kappen van de bomen weten. Maar de keizerin deed er alles aan om de keizer over te halen.

‘Goed,’ zei de keizer met tegenzin, ‘ik zal de bomen weghalen, maar ik laat van de ene boom een ledikant voor mij maken en van de andere een ledikant voor jou.’ De keizer sliep heerlijk in het nieuwe bed, maar voor de keizerin voelde het alsof ze op brandnetels lag.

De volgende ochtend bestelde de keizerin twee nieuwe ledikanten. De originele ledikanten wierp ze in het vuur. Er stegen twee vonken uit. Ze vlogen richting de rivier. Daar veranderden ze in twee kleine visjes met gouden schubben.

Op een dag ging een keizerlijke visser in de vroege ochtend vissen. Nog nooit had hij vissen met gouden schubben gezien. ‘Wat zal de keizer hier blij mee zijn,’ dacht hij. ‘Breng ons daar niet heen,’ smeekten de gouden vissen. ‘Maar wat moet ik met jullie doen?’ vroeg de visser.

De vissen vroegen hem om ze in de ochtenddauw van de bladeren in de zon te zetten. En daarna pas terug te komen voordat de zon de dauw zou hebben opgedroogd. De visser deed wat hem gevraagd werd. Toen hij terugkwam zag hij twee knappe prinsen met goudkleurig haar en op het voorhoofd een gouden ster.

Elke dag groeiden de prinsen genoeg voor een jaar, en naarmate de tijd verstreek nog sneller. Ze groeiden niet alleen wonderlijk snel in leeftijd, maar ook in kracht en wijsheid. ‘Laten we nu naar onze vader gaan,’ zei een van de prinsen. Bewakers wilden de jongens uit het kasteel verdrijven, maar de jongens waren te snel en te sterk. De keizer beval de jongens naar hem toe te brengen. Daar vertelden ze hun levensverhaal.

verhaal de tweeling met de gouden sterren

Daarna gebeurde wat vanaf het begin had moeten zijn. Laptitza nam plaats aan de zijde van haar man. De dochter van de slechte keizerin bleef in het paleis, maar moest als dienstmeid het allervervelendste werk doen. De gemene keizerin kreeg een zwaardere straf. Daarmee liet de keizer de wereld zien dat je met slecht gedrag hoe dan ook altijd de verliezer bent.


Downloads