Er was eens, in de staat Oklahoma, een groep alligators die zich voorbereidde op hun jaarlijkse winterslaap. De alligators gaan een periode van rust in waarin hun metabolisme erg laag is en ze niet veel bewegen. Het is een levensreddende aanpassing waarmee de alligators de kou kunnen overleven. Maar ze zijn niet in volledige diepe slaap, ze blijven zich bewust van hun omgeving en verplaatsen zich als ze daar zin in hebben. Gedurende deze tijd eten ze niet, maar drinken ze wel om gehydrateerd te blijven.
Naarmate de dagen korter werden en het water begon af te koelen, wisten de alligators dat het tijd was om een geschikte plek te zoeken om te overwinteren. Ze voelden aan dat er snel ijs zou ontstaan. Ze speurden de rivieroever af, op zoek naar een plek waar het water diep genoeg was om hun lichaam volledig onder te dompelen, maar ondiep genoeg om hun snuit uit het water te laten steken en te ademen.
Na lang zoeken hadden ze eindelijk de perfecte plek gevonden. Het was een rustige, beschutte baai, waar het water langzaam stroomde en de oevers zacht en modderig waren.
Een voor een gleden de alligators het water in en lieten zich naar de bodem zinken. Ze stelden zich in een rij op, waarbij hun snuit net boven het wateroppervlak uitkwam.
Naarmate de dagen kouder werden en het water begon te bevriezen, lieten ze hun snuit in het water bevriezen, waardoor er zich een klein gaatje vormde waardoor ze lucht konden inademen. In feite gebruiken ze hun snuiten als snorkels! Maar een van de alligators lette niet op en vergat zijn staart in het water te trekken, waardoor zijn staart in het water bevroor. De helft van de staart was in het water en de andere helft in de lucht. Die alligator telde de weken af tot het ijs zou smelten, want zijn staart was ijskoud en hij vond het maar niets.
Wekenlang bleven ze in deze bevroren toestand, in winterslaap en ademend door hun ijzige snuiten. En toen de lente eindelijk aanbrak, het ijs smolt en de zon begon te schijnen, kwamen de krokodillen uit hun lange winterslaap, verfrist en klaar om de wereld weer tegemoet te treden. Ze lagen samen op een modderige plek in de zon en bespraken al hun plannen voor de lente en zomer en natuurlijk bespraken ze ook wat hun eerste maaltijd zou worden! Omdat ze allemaal heel, erg hongerig waren.
En de alligator met de bevroren staart? Hij was blij dat zijn staart vrij was en hij opwarmde hem snel op in de zon. En komende winter zou hij zeker niet vergeten alleen zijn snuitje eruit te laten.