Hoe een Oude Man de Bomen Liet Bloeien

Lang geleden woonden er langs een rivier twee oude mannen. De ene man woonde stroomopwaarts, de andere man stroomafwaarts. Daarom werden zij Opwaarts en Afwaarts genoemd. Het grootste verschil tussen de buren was dat Opwaarts een gemene en egoïstische man was en Afwaarts juist ontzettend vriendelijk en vrijgevig was.

Op een dag plaatsten allebei de mannen een visfuik in de rivier. De volgende ochtend ging de ongeduldige Opwaarts direct kijken wat hij gevangen had, maar hij vond alleen maar takken in zijn fuik. Direct wilde hij weten of zijn buurman dezelfde pech had, maar tot zijn verbazing was de fuik van Afwaarts helemaal gevuld met vissen. Snel haalde meneer Opwaarts de vissen uit de fuik van zijn buurman en wisselde deze om met zijn eigen vangst.

Toen Afwaarts in zijn fuik ging kijken, zag hij de vreemde vangst. Maar hij vond het niet erg, want nu hoefde hij zelf geen hout meer te gaan hakken. Toen hij een grote wilgenwortel klein wilde maken, viel deze tot zijn grote verbazing direct uiteen. En wat nog vreemder was: er sprong een levend hondje uit!

Meneer en mevrouw Afwaarts zorgden erg goed voor de hond. Van hun weinige eten kreeg hij altijd de helft en al snel was het een grote sterke hond geworden. Op een morgen zei de hond met menselijke stem: ‘Vadertje, kom vandaag met mij mee naar het bos! Bind een mand op mijn rug, dan kunnen we gaan.’ Hoewel de man stomverbaasd was, luisterde hij naar de hond en samen vertrokken ze.

Al snel werd de oude man moe. De hond zag dit en zei: ‘Jullie hebben altijd zo goed voor mij gezorgd, leg de spullen maar in de mand op mijn rug en ga er zelf ook bij zitten. Ik kan je wel tillen.’ De oude man sputterde even tegen, maar gehoorzaamde daarna toch. Onderweg deelden ze het eten dat de man meegenomen had. Niet veel later stond de hond stil. ‘Hier moet je graven, vadertje!’ en dat deed de man. Tot zijn grote verbazing stuitte hij al snel op een grote kruik vol goud. Dolgelukkig nam hij het mee naar zijn vrouw.

Hoe een oude man de bomen liet groeien volksverhaal

Niet veel later ontdekte Opwaarts het geluk van zijn buurman. Hij vroeg of hij de hond mocht lenen en de aardige Afwaarts stemde in. Maar Opwaarts behandelde de hond slecht. Hij ging zonder te vragen op de rug van het dier zitten en gaf het helemaal geen eten. De hond leidde hem dus ook niet naar een pot vol goud, maar naar een kruik vol afval. Hier werd Opwaarts zo boos over dat hij de hond doodde. Meneer en mevrouw Afwaarts waren hier erg verdrietig over. Ze maakten een mooi graf voor het lieve beest. Hier staken ze een wilgentak in, zodat ze het altijd terug konden vinden. Maar de wilgentak bleef geen takje, maar groeide binnen een jaar uit tot een prachtige grote wilgenboom.

Afwaarts zat graag onder de wilgenboom. Op een warme herfstdag hoorde hij opeens de stem van zijn hond uit de boom komen. ‘Hak deze boom om en maak er een vijzel voor de rijst van.’ De oude man gehoorzaamde meteen. Zo had hij een mooi aandenken aan zijn geliefde hond. Toen de vijzel klaar was, gaf hij deze aan zijn vrouw. Zij deed er meteen een beetje rijst in en tot haar verbazing verdubbelde de hoeveelheid rijst zodra ze het met de stamper aanraakte. Het werd zoveel rijst dat het over de vloer van de keuken stroomde.

Op dat moment klopte vrouw Opwaarts aan. Ze zag de rijst en wilde die magische vijzel ook wel eens proberen. Ze nam de vijzel mee naar huis en deed er direct rijst in. Maar in plaats van dat de hoeveelheid verdubbelde, verminderde de rijst bij elke beweging. Dit maakte Opwaarts zo boos, dat hij de vijzel in stukken hakte en verbrandde.

Toen Afwaarts zijn vijzel terug kwam halen, was hij geschokt over wat de buren met het aandenken aan zijn hond gedaan hadden. Hij vroeg of ze misschien nog wel wat as bewaard hadden en nam hier snel wat van mee naar huis. Maar toen hij zijn tuin in liep, vloog er wat as met de wind mee de tuin in. En overal waar de as in zijn tuin neerdaalde, stonden de bomen opeens in bloei. ‘Dit moet ik de koning laten zien!’ dacht hij. De koning was namelijk dol op de bloesem van kersenbomen. Die zou dit zeker prachtig vinden.

sprookje hoe een oude man de bomen liet groeien

In de koninklijke tuin kwam Afwaarts al snel de vorst tegen. ‘Ik ben de oude man die bomen kan laten bloeien,’ zei Afwaarts tegen de koning. Dat wilde de koning wel eens zien. Afwaarts strooide wat as uit over de bomen en ja hoor, direct kwam er bloesem aan. De koning vond het zo mooi dat hij Afwaarts beloonde met prachtige kleding.

Zodra Opwaarts dit hoorde, werd hij weer jaloers. Daarom nam hij wat as mee naar de tuin van de koningin. ‘Ik ben de oude man die de bomen kan laten bloeien,’ zei Opwaarts tegen de koningin. ‘In ruil voor mooie kleding, zet ik de tuin in bloei.’ Vervolgens strooide hij het as uit over de bomen, maar er gebeurde niks. Wel vloog er een asdeeltje in het oog van de koningin, waardoor zij moest huilen van de pijn. Direct kwamen er twee bewakers die de oude gemene man in de gevangenis gooiden. En daar zou hij de rest van zijn leven doorbrengen.

volksverhaal hoe een oude man de bomen liet groeien

Downloads