De Kikker, De Vos en Het Ree

In een poeltje in het bos zat een kikker. Toen hij een vrouwtjesvos voorbij zag wandelen riep hij: ‘Hé stomme vos, waar ga jij heen?’. De vos keek even naar de kikker en antwoordde: ‘Ik? Wat doe jij hier domme kikker?’ ‘Pas maar op,’ antwoordde de kikker, ‘Ik ben toevallig de snelste kikker van dit land!’ Dat wilde de vos wel zien en ze organiseerden een wedstrijd.

Op de dag van de wedstrijd vroegen ze de leeuw als scheidsrechter. Het ree zou het startsein geven en het stinkdier zou de baan uitproberen. De vos en de kikker stonden aan de start en het ree telde af. ‘Drie, twee, één START!’ riep hij. De vos rende zo hard als ze kon weg. Ze merkte niet dat de kikker aan haar staart was gaan hangen. Na een paar honderd meter keek de vos om en zag de kikker nergens. Daarom besloot ze rustig richting de finish te lopen. Vlak voor ze bij de finish was, sprong de kikker op de grond en sprong met één grote sprong over de eindstreep heen. ‘Ik heb gewonnen vosje!’ riep de kikker triomfantelijk. En zo begon de ruzie.

De vos stapte boos naar de scheidsrechter de leeuw toe, maar direct begon ook het ree zich er tegenaan te bemoeien. De leeuw en het ree waren het niet met elkaar eens en het liep uit de hand. Uiteindelijk riep de leeuw: ‘Ree, ik zal je opeten waar ik je vind!’

De kikker, de vrouwtjesvos, de leeuw en het ree

Samen met de vos bedacht de leeuw een plan om het ree te pakken te krijgen. De leeuw deed alsof hij dood was en de vos huilde zo hard als zij kon. Het ree kwam kijken wat er aan de hand was, maar was zo slim om niet meteen te dichtbij te komen. Net toen het ree iets dichterbij wilde komen, liet de leeuw een scheetje. Meteen rende het ree weg. Hij liet zich niet zo makkelijk foppen.

Een tijdje later zag de vos het ree op een rots zitten. ‘Wat doe jij hier?’ vroeg de vos. ‘Ik wacht op een merrie. Weet jij waar de leeuw is? Dan kan ik hem het paard cadeau doen. Als hij in het dal gaat zitten, kan ik het paard naar hem toe drijven’ Direct ging de vos de leeuw halen en vertelde waar hij moest gaan zitten.

Ondertussen had het ree het stinkdier om hulp gevraagd. Samen duwden ze het grote rotsblok het dal in. Het raakte de leeuw hard op zijn kop. Hij schreeuwde het uit van de pijn. Toen hij zijn ogen weer open kon doen, zag hij dat het ree hem voor de gek had gehouden. ‘Volgende keer eet ik hem echt op!’ riep de leeuw uit.

Niet veel later ging de leeuw op zoek naar het ree in de bergen. Het was nacht toen hij het ree op de rand van een klif zag staan. ‘Kijk leeuw,’ riep het ree, ‘er drijft een kaas in de rivier hier beneden!’ Dat wilde de leeuw wel zien. Hij keek omlaag en het leek inderdaad alsof hij een kaas zag. Die wilde hij wel hebben. Op dat moment gaf het ree hem een enorme duw en de leeuw suisde naar beneden. Met een klap belandde hij in het water. Maar er was geen kaas te zien, het was enkel de weerspiegeling van de maan geweest. ‘Ik geloof nooit meer iets van wat het ree zegt!’ brieste de leeuw.

Maar hoe goed de leeuw ook oplette, het ree wist hem toch steeds weer in de maling te nemen. Op een dag zei het ree: ‘Leeuw, je moet oppassen! Er komt een tornado aan. Als je niet vastgebonden zit, word je meegesleurd!’ De leeuw geloofde het direct en liet zich door het ree vastbinden aan een boom. Het ree haalde toen snel een heet braadspit bij een oud vrouwtje. Dit duwde hij tegen het achterste van de leeuw. Gillend van de pijn rende de leeuw weg. Niet veel later viel hij neer en stierf.

De vrouwtjesvos vond de leeuw en was verdrietig dat hij gestorven was. Maar het ree was hartstikke gelukkig. Nu kon hij vrij leven, zonder dat iemand hem nog lastig zou vallen.

De kikker, de vos en het ree

Downloads