Gebroeders Grimm
Gebroeders Grimm
Welkom bij de Top 27 Gebroeders Grimm verhalen voor kinderen om online te lezen! Hier vind je een geweldige verzameling van verhalen, verhaaltjes en voorleesverhalen – zowel bekende als onbekende sprookjes van de beroemde gebroeders Grimm. Deze leuke en grappige kinderverhaaltjes zijn perfect voor het slapen gaan, om voor te lezen of te beluisteren. Met mooie prentjes en plaatjes, die kleuters en peuters zullen aanspreken, maken deze kortere verhalen een heerlijke leestijd! Er zijn ook pdf, ebook, audio en download opties beschikbaar, zodat kinderen kunnen lezen en luisteren wanneer ze maar willen.
De Gebroeders Grimm hebben door de jaren heen belangrijke thema’s aangesneden die kinderen kunnen leren en helpen bij hun ontwikkeling. De verhalen bevatten vaak een moraal of een boodschap, die kinderen leert over goed en kwaad, eerlijkheid en respect, liefde en moed. Deze voorleesverhalen zullen kinderen inspireren en blij maken terwijl ze luisteren en lezen.
De beste en onbekende verhalen van de Gebroeders Grimm zijn zowel grappig als boeiend en zorgen voor een leuke en leerzame ervaring voor kinderen. Het is belangrijk om kinderen kennis te laten maken met de wereld van sprookjes en hun verbeelding te stimuleren. Door deze verhalen te lezen of te luisteren, maken kinderen een onvergetelijke reis in een wereld vol magie en avontuur, die hen helpt te groeien en waardevolle levenslessen te leren.
Dus maak je klaar om deze geweldige verzameling van mooie en boeiende verhalen van de Gebroeders Grimm te ontdekken, en beleef samen met jouw kinderen de wondere wereld van sprookjes, voor het slapen gaan, online of in bedtijd. Veel lees- en luisterplezier!
Top 27 Gebroeders Grimm voor kinderen:
-
- Broertje en Zusje: In dit sprookje hebben Broertje en Zusje een moeilijk leven nadat hun moeder overlijdt en hun stiefmoeder hen slecht behandelt en weinig te eten geeft. Als ze weglopen en op zoek gaan naar water, ontdekt Zusje dat de stiefmoeder al het water in het bos betoverd heeft. Dit zorgt ervoor dat Broertje in een ree verandert, maar Zusje verzorgt hem en leidt hem naar een huis waar ze samen rustig kunnen leven. Broertje wordt uiteindelijk ontdekt door de koning tijdens een jachtpartij en ze worden allebei uitgenodigd om bij hem te wonen. De boze stiefmoeder bedenkt een plan om Zusje te vermoorden, maar de koning ontdekt dit en straft haar. Uiteindelijk leven Broertje en Zusje lang en gelukkig.
- Gelukkige Hans: Een man genaamd Hans ruilt zijn klomp goud voor een paard, zijn paard voor een koe en zijn koe voor een varken. Hij wordt gewaarschuwd dat het varken van de burgemeester gestolen is en het zomaar zijn varken zou kunnen zijn. Hij ruilt het varken voor een gans en uiteindelijk zijn gans voor een steen. Deze zware steen laat hij in een put vallen en zo wordt hij bevrijd van zijn last. Hans is zielsgelukkig en fluitend gaat hij naar huis om zijn moeder te zien.
- Hans en Grietje: Een houthakker en zijn vrouw hebben twee kinderen, Hans en Grietje, en zijn zo arm dat ze besluiten de kinderen diep in het bos achter te laten zodat ze geen eten meer hoeven te geven. Hans heeft echter een plan en laat kiezelsteentjes achter om de weg terug te vinden. De volgende dag worden ze opnieuw achtergelaten, maar zonder kiezelsteentjes zijn ze gedwongen om te dwalen tot ze een huisje van brood tegenkomen waar ze door een gemene heks gevangen worden genomen. Uiteindelijk weten ze de heks te doden en vinden ze hun weg terug naar huis, waar ze ontdekken dat hun moeder is overleden en ze de rest van hun leven comfortabel kunnen leven met alle rijkdom die ze hebben gevonden.
- Koning Lijsterbaard: De koning heeft een arrogante dochter die elke man belachelijk maakt. De koning zorgt ervoor dat ze trouwt met de eerste bedelaar die voorbij komt, een muzikant. De bedelaar neemt de prinses mee naar een klein huisje en laat haar werken als keukenmeid. Nadat ze op een balzaal wordt vernederd, blijkt de bedelaar in werkelijkheid Koning Lijsterbaard te zijn, koning van het bos, de weide en de stad. Hij trouwt haar en de prinses leert haar arrogantie af.
- Roodkapje: Er was eens een lief klein meisje genaamd Roodkapje. Op een dag bracht ze wijn en koekjes naar haar zieke grootmoeder die diep in het bos woonde. Onderweg ontmoette ze een wolf die haar de verkeerde kant op stuurde. De wolf at haar grootmoeder op en vervolgens Roodkapje zelf. Gelukkig kon een jager hen redden door de buik van de wolf open te snijden en hen eruit te halen. Ze vulden de buik van de wolf met stenen en de wolf stierf. Roodkapje beloofde nooit meer van het bospad af te gaan en te luisteren naar haar moeder. Er is ook een ebook te downloaden van dit verhaal.
- Eén Oog, Twee Ogen en Drie Ogen: Er was eens een vrouw met drie dochters. De oudste dochter had één oog, de middelste dochter twee ogen en de jongste dochter had drie ogen. De moeder en de oudste dochter konden Twee Ogen (de middelste dochter) niet uitstaan, omdat zij eruitzag als een gewoon persoon. Op een dag ontmoette Twee Ogen een wijze vrouw die haar een geit gaf die haar altijd te eten zou geven. De geit werd echter gedood door haar jaloerse moeder. Toen Twee Ogen de geit begroef, groeide er een wonderlijke boom op de begraafplaats. De ridder die deze boom zag, nam Twee Ogen mee en ze trouwden. Later zag Twee Ogen twee arme vrouwen buiten haar kasteel bedelen, haar zussen, waarvan zij niet wist dat zij waren gekomen om haar te vinden. Ze nam hen in huis en gaf hen eten en onderdak.
- De Rattenvanger van Hamelen: In dit sprookje uit Hamelen wordt de stad overvallen door enorme zwarte ratten die in alle hoeken en gaten zitten. Wanneer een vreemde man, de rattenvanger, voorstelt om de ratten te verdrijven in ruil voor geld, gaan de burgers akkoord. De rattenvanger speelt zijn fluit en alle ratten volgen hem naar de rivier waar ze in springen en verdrinken. Maar wanneer de burgemeester weigert te betalen, dreigt de rattenvanger wraak te nemen door alle kinderen te ontvoeren. Het sprookje eindigt met de mysterieuze verdwijning van de kinderen en de hoop dat ze een nieuw leven in Transsylvanië hebben opgebouwd.
- Repelsteeltje: Er was eens een arme molenaar met een dochter die heel goed kon spinnen. De koning hoorde van haar talent en liet haar naar het paleis brengen om al het stro in goud te spinnen. Een klein mannetje hielp de molenaarsdochter, maar het mannetje vroeg als beloning haar eerste kindje. De koningin, die inmiddels getrouwd was met de koning en een kindje kreeg, vergat de belofte aan het mannetje. Maar het mannetje kwam toch om zijn beloning op te eisen. Hij zei dat als de koningin zijn naam kon raden, ze haar kindje mocht houden. De koningin raadde uiteindelijk zijn naam en het mannetje verdween, maar niet voordat hij zo hard op de grond stampte dat hij er tot zijn middel inzakte.
- Sneeuwwitje: Er was eens een koningin die een dochtertje kreeg met sneeuwwitte huid, zwart haar en rode lippen. De koningin stierf en de nieuwe koningin was jaloers op de schoonheid van Sneeuwwitje. Ze stuurde een jager om haar te doden, maar deze liet haar gaan en bracht het hart van een hert terug als bewijs. Sneeuwwitje vluchtte en kwam bij zeven dwergen terecht. De jaloerse koningin vond haar toch en gaf haar een vergiftigde appel. Sneeuwwitje viel in slaap en werd in een glazen kist gelegd. Een prins kwam en werd verliefd op haar, waarna ze wakker werd en ze getrouwd zijn en nog lang en gelukkig leven.
- De Ganzenhoedster aan de bron: Een jongeman helpt een oude vrouw met een zware lading en krijgt als beloning een smaragd. Hij geeft deze aan de koningin en komt zo in contact met haar betoverend mooie dochter. Na lang zoeken vindt hij de prinses terug, dankzij een ontmoeting met de oude vrouw die inmiddels een mooie jonge vrouw blijkt te zijn. De prinses heeft drie jaar lang gehuild en als beloning krijgt ze het huisje van de oude vrouw, dat verandert in een paleis. De identiteit van de oude vrouw blijft onbekend.
- De Bijenkoningin: Er waren eens drie prinsen op avontuur. De twee oudste prinsen waren gemeen en wilden dieren doden en bijen verbranden voor honing. De jongste prins, Domoor genoemd, was zachtaardiger en wilde de dieren met rust laten. Ze kwamen bij een kasteel waar de oudste broers steen werden bij het falen van een opdracht. Domoor kreeg dezelfde opdrachten, maar slaagde dankzij de hulp van de dieren die hij gered had. De betovering werd verbroken en Domoor trouwde met de jongste prinses en werd later koning, terwijl zijn broers met de oudere prinsessen trouwden.
- Doornroosje: Er leefden eens een koning en koningin die dolgraag een kindje wilden krijgen. Na een voorspelling van een kikker kregen ze een prachtige dochter die door twaalf feeën bijzondere geschenken kreeg. Een boze fee kwam echter haar wrok uiten en sprak een vloek uit: op haar vijftiende zou de prinses zich verwonden aan een spinnewiel en sterven. Een goede fee verzachtte de vloek: in plaats van te sterven, zou de prinses honderd jaar slapen. Op haar vijftiende verjaardag prikte ze zichzelf aan een spinnewiel, viel in slaap en het hele paleis sliep met haar. Honderd jaar later ontwaakt een dappere prins haar met een kus en ze leefden nog lang en gelukkig.
- De Twaalf Broers: In dit sprookje gaat het over een koning en een koningin met twaalf zonen. De koning beveelt de dood van zijn zonen als zijn vrouw een meisje krijgt. Het meisje groeit onwetend op, tot ze op haar tiende ontdekt dat ze twaalf broers heeft die door haar vader verborgen worden gehouden. Ze vindt hen terug in een verborgen huisje in het bos. Wanneer ze twaalf witte lelies plukt voor haar broers, veranderen ze één voor één in raven. Als straf moet ze zeven jaar zonder lachen of spreken leven. Ze trouwt daarna met een koning, maar de moeder van de koning ziet haar als heks en laat haar berechten. Op dat moment verschijnen haar twaalf broers weer die eerder waren veranderd in raven. De koningin kan weer spreken en hierdoor wordt haar onschuld bewezen. Ze leeft uiteindelijk nog lang en gelukkig met haar broers en man.
- Tafeltje Dek Je: Er was eens een kleermaker met drie zonen die hij wegstuurt om een vak te leren. De oudste zoon krijgt als afscheidscadeau een tafeltje dat zichzelf kan dekken en de tweede zoon krijgt een ezel die bij het zeggen van “Ezeltje strek je” gouden munten laat vallen. De derde zoon krijgt een knuppel uit een zak die degene die het verdient een flink pak rammel geeft als hij “Knuppel uit de zak” zegt. De drie zonen komen terug bij hun vader en de jongste zoon ontdekt dat hun cadeaus gestolen zijn en haalt ze terug met behulp van de wonderlijke krachten van zijn eigen cadeau. Uiteindelijk leefden ze allemaal nog lang en gelukkig.
- De Bremer Stadsmuzikanten: Een oude ezel loopt weg van zijn werk bij de molenaar en bedenkt dat hij geld kan verdienen met zijn balkgeluiden als stadsmuzikant. Hij ontmoet onderweg een oude hond, een oude kat en een oude haan, die allemaal op zoek zijn naar iets nieuws. Ze besluiten samen muziek te maken en komen onderweg bij een huis waar rovers wonen. Ze jagen de rovers weg door erg hard te zingen en blijven uiteindelijk in het huisje wonen. De dieren zijn erg gelukkig en leven nog jarenlang samen.
- Raponsje: Een man plukt sappige raponsjes uit de tuin van zijn boze buurvrouw voor zijn zwangere vrouw. Maar als hij betrapt wordt, moet hij het kind dat geboren wordt aan de heks geven. Het meisje, genaamd Raponsje, wordt op haar twaalfde opgesloten in een toren en komt daar de prins tegen. Ze trouwen in het geheim en met behulp van een ladder van geweven haar vlucht Raponsje uit de toren. Helaas wordt ze verraden en door de heks verstoten naar een verlaten oord. De prins raakt bijna blind door de betovering van de heks, maar vindt uiteindelijk Raponsje en hun tweeling en verbreekt de betovering met haar tranen. Ze leven nog lang en gelukkig in het koninkrijk van de prins.
- Het Gespuis: Het verhaal gaat over Haantje en Hennetje die naar de Notenberg gaan om noten te eten. Ze maken een wagentje van notendoppen en ontmoeten onderweg een eend, een speld en een naald die hen vragen of ze mee mogen rijden. Als het donker wordt zoeken ze een schuilplaats bij een herberg, waar ze beloven dat de eigenaar het ei van Hennetje en de eend die elke dag een eiken ei legt mag houden. De volgende ochtend vertrekken ze vroeg en laten de naald, speld en eierschalen achter bij de herbergier. De herbergier krijgt argwaan en besluit dat hij nooit meer mensen op basis van beloften in zijn herberg zal laten slapen.
- Luilekkerland: Het verhaal gaat over Luilekkerland, een land waar de straatstenen van kaas zijn, de huizen van ontbijtkoek zijn en de rivieren en zeeën van limonade of melk zijn. Het is een perfect land voor luilakken en lekkerbekken, want gebraden kippetjes en varkentjes komen vanzelf naar je toe en er groeien allerlei lekkernijen aan de bomen. Het weer is er altijd heerlijk en oud en zwak wordt men er niet. Om het land binnen te komen moet je wel eerst een dikke muur van marsepein eten.
- Vrouw Holle: Het verhaal gaat over een weduwe met twee dochters, waarvan de ene lelijk en lui is en de andere mooi en vlijtig. Omdat de moeder het meest van de lelijke dochter houdt, moet de vlijtige dochter al het zware werk doen. Op een dag valt haar spoel in een diepe put en als ze hem zoekt, belandt ze in een groene weide en ontmoet ze Vrouw Holle. Het vlijtige meisje werkt hard en wordt daarvoor rijkelijk beloond. Haar luie zusje probeert het ook, maar werkt niet hard genoeg en wordt gestraft met teer die voor altijd aan haar blijft kleven.
- De Kikkerkoning: Er was eens een koningsdochter die haar gouden bal in het water liet vallen en die niet meer kon terugkrijgen. Een kikker bood aan om de bal terug te halen, op voorwaarde dat hij bij haar mocht wonen, aan haar tafel mocht eten en in haar bedje mocht slapen. De prinses beloofde het maar vergat al snel haar belofte. Tot de kikker onverwacht bij haar opduikt en blijft aandringen op haar belofte. Uiteindelijk blijkt de kikker een betoverde prins te zijn die dankzij de prinses zijn menselijke gedaante terugkrijgt.
- De Ondankbare Zoon: Een man verstopt een gebraden haan toen zijn oude vader op bezoek kwam en wilde deze niet met hem delen. Zijn vader nam een drankje en vertrok weer. Toen de man de haan wilde opdienen, veranderde de haan in een eend die zich vastklampte aan de man en hem beet zodra iemand haar probeerde weg te halen. De ondankbare zoon moest dagelijks voor de eend zorgen of hij zou verscheurd worden. Niemand kon hem helpen totdat hij zijn schuld erkende tegenover zijn vader en om vergeving vroeg. Pas toen veranderde de eend weer in een gebraden haan.
- De Vier Kunstvaardige Broers: Er was eens een arme man met vier zonen. Hij wilde dat zijn zonen reisden om een beroep te leren, en zei dat ze elkaar na vier jaar weer op een kruispunt moesten ontmoeten. De oudste broer leerde een dief te zijn, de tweede broer werd een sterrekijker, de derde broer een jager en de jongste broer leerde naaien. Na vier jaar kwamen de broers weer samen en hun vader testte hun vaardigheden. Later bevrijdden de broers de prinses van een draak, maar toen de koning zei dat slechts één van hen met haar mocht trouwen, beslisten de broers om het land te accepteren dat de koning hen als beloning aanbood.
- De Zes Dienaren: Er was eens een boze koningin met een mooie dochter, die drie taken moesten vervullen om de prinses te mogen trouwen. Een prins onderneemt de reis, krijgt de hulp van zes bijzondere dienaren, slaagt in alledrie de taken, maar moet daarna alsnog drie dagen in het vuur staan om te trouwen met de prinses. Later blijkt dat de prins eigenlijk een varkenshoeder is en zijn vrouw erachter komt dat haar trots haar bijna het geluk heeft gekost. Ze houden een groot feest en leven nog lang en gelukkig.
- De Gouden Gans: Lang geleden leefde er een gezin met drie kinderen aan de rand van een bos. Het jongste kind werd Domoor genoemd omdat ze hem in het gezin allemaal erg dom vonden. Op een dag vroeg de vader aan de oudste zoon om het bos in te gaan om daar hout te hakken. Onderweg komt de jongen een kabouter tegen die om eten vraagt, maar de jongen weigert. Later voelt de jongen pijn in zijn arm en moet hij naar huis zonder hout. De tweede zoon krijgt ook dezelfde opdracht van zijn vader en loopt ook de kabouter tegen het lijf. Deze keer vraagt de kabouter om iets te eten en te drinken en weer weigert de jongen en krijgt daarna kramp in zijn benen. De oudste en middelste zoon konden de opdracht van hun vader niet uitvoeren, dus besloot de jongste zoon of Domoor om de taak af te maken. Hij ontmoet de kabouter die hem vraagt om hout te hakken en hij zou tussen de wortels zijn geluk vinden. Domoor vindt een gans met gouden veren en gaat met de gans naar een herberg, waar drie dochters van de herbergier aan de gans kleven. Domoor gaat uiteindelijk naar het paleis van de koning, die belooft zijn dochter weg te geven aan degene die haar aan het lachen maakt. Na enkele gebeurtenissen en tegenslagen, lukt het Domoor om de prinses aan het lachen te maken en ze trouwen. Met de hulp van de kabouter slaagt hij erin om aan de eisen van de koning te voldoen en uiteindelijk worden Domoor en de prinses koning en koningin en leefden ze nog lang en gelukkig.
- Het Levenswater: Er was eens een koning met drie zonen. De koning was ziek en had levenswater nodig om te genezen. De oudste zoon ging op zoek naar het levenswater en ontmoette een dwerg. Hij was onbeleefd tegen de dwerg en werd gestraft door vast te komen zitten tussen twee bergen. Ook de tweede zoon ging zoeken en ontmoette dezelfde dwerg, werd ook vastgehouden tussen de bergen. De jongste zoon ging op zoek naar het water en ontmoette dezelfde dwerg. Omdat hij vriendelijk was tegen de dwerg, gaf hij hem de routebeschrijving om bij het levenswater te komen. Na het vinden van het water, redde de jongste zoon onderweg drie koninkrijken in nood. Bij thuiskomst gaven de oudste zoons de vader zeewater in plaats van levenswater en beweerden toen dat ze het echte levenswater hadden. De jongste zoon werd gestraft door zijn vader en moest vluchten. De jongste zoon trouwde uiteindelijk met een prinses en ontdekte dat zijn broers hem hadden bedrogen. Alles kwam uiteindelijk goed en zijn broers vluchtten overzee.
- Het Aardmannetje: In dit verhaal van onbekende oorsprong plukken drie zussen van de koning een appel van een boom naast hun huis. De koning hield zoveel van deze boom dat hij degene die van de appels at wenste dat ze honderdduizend meter onder de grond zouden verdwijnen. De jongste dochter durft de appel wel te eten en haar zussen volgen al snel. Ze verdwijnen onder de grond en een zoektocht wordt opgezet. Drie broers komen bij een kasteel en besluiten om beurten in een mand af te dalen in een diepe put om de prinsessen te bevrijden. Het jongste broertje slaagt alle vijanden te verslaan en bevrijdt de zussen terwijl de oudere broers hem willen verraden.
- De Elfen en de Schoenmaker: Een arme schoenmaker heeft niet genoeg leer om schoenen te maken voor de volgende dag, maar als hij ’s ochtends wakker wordt, vindt hij twee perfecte schoenen op zijn werktafel. Hij verkoopt ze voor meer geld dan normaal, koopt meer leer en snijdt het ’s nachts. Opnieuw worden er ’s ochtends schoenen afgeleverd door mysterieuze wezens, en dit gaat door totdat de schoenmaker besluit om ’s nachts op te blijven en te ontdekken welke wezens hem helpen. Het blijken twee blote elf-achtige mannetjes te zijn. Als dank maakt de schoenmaker schoenen voor de elfen en zijn vrouw maakt kleding voor hen, waarmee ze vertrekken en nooit meer worden gezien. De schoenmaker en zijn vrouw leven lang en gelukkig.