De Avonturen van Florian

Er was eens een weduwnaar die één dochter had, genaamd Isabella. Ze waren van adel maar ze leefden in armoede. De vader leerde zijn dochter alles wat vaders hun zonen ook leren. Hij leerde haar paardrijden, zwemmen en schermen. Hij leerde haar zoveel, dat ze meer op een jongen leek dan op een meisje. Op een herfstavond stierf de man. Voor Isabella bleef alleen het oude huis achter. Geld was er niet.

Isabella besloot naar de stad te gaan om daar werk te vinden. Ze had meer kans als jongen, dus knipte ze haar haar kort en trok ze mannenkleding aan. In de stad zag ze een paar schildknapen staan en ze stelde zich aan hen voor als Florian. Opeens kwam er een zwarte ridder op een zwart paard aangereden. Hij riep de schildknapen om zich bij hem te voegen, maar geen van de schildknapen reageerde daarop. Nieuwsgierig vroeg Florian: ‘Waarom doen jullie alsof deze ridder er niet is?’

‘Het is de Tovenaar van de Zwarte Rots. Niemand wil voor hem werken omdat zijn kasteel bewoond wordt door demonen,’ luidde het antwoord. Florian wist dat hij weinig keuze had. Dus liep hij naar de Tovenaar en bood aan met hem mee te gaan. Na een lange reis kwamen ze aan bij het kasteel. Voordat ze het kasteel binnengingen zei de tovenaar: ‘Jongen, laat niets van wat je hoort of ziet je bang maken. Wees ervan verzekerd dat geen enkele macht of geest je kwaad kan doen. Wees trouw en je zult nooit reden hebben om spijt te hebben van je komst.’

Florian, die altijd dapper was geweest, besloot zijn moed nooit te laten verslappen, wat er ook gebeurde. En zo kwam het dat Florian meerdere jaren trouw in dienst bleef van de tovenaar. Op een dag wilde Florian meer van de wereld zien en vertelde de tovenaar dat hij moest gaan.

‘Goed,’ zei de tovenaar, die veel respect had gekregen voor Florian. ‘Ik geef je drie geschenken mee. Het eerste is een ketting met een gouden bedel in de vorm van een vogel. Deze beschermt je tegen tovenarij en zingt als je in verborgen gevaar terechtkomt. Het tweede geschenk is een sleutel waarmee je elke deur in de wereld opent. Het derde geschenk is een bol. Plaats hem op de grond en hij helpt je als je de weg kwijt bent geraakt. Bovendien kun je mij roepen als je zelf in dodelijk gevaar bent. Ik zal je komen helpen.’

Florian moest opnieuw werk vinden en dat vond hij bij het koningsechtpaar van de Twaalf Torens. Ze hadden een zeer knappe en dappere zoon, prins Florizel. De ouders stuurden hun zoon Florizel naar een koning in de hoop dat hij verliefd zou worden op de dochter, prinses Rosamond. Florizel vroeg Florian met hem en zijn gezelschap mee te gaan. Florian was inmiddels smoorverliefd op Florizel geworden.

Op een ochtend, toen de prins een prachtige bloem wilde plukken, begon de gouden vogel te zingen. Florian greep de bloem en gooide hem weg. ‘Wat brutaal,’ riep het gezelschap. Kort daarna vond de prins een dolk op de weg. Weer begon de gouden vogel te zingen. Voordat de prins het wapen kon pakken, kaapte Florian het voor zijn neus weg en wierp het in een greppel.

Florian probeerde Florizel uit te leggen dat de bloem en de dolk betoverd waren, maar de prins werd afgeleid door een prachtige tuin met vogels, vlinders en bloemen. Op dat moment zong de gouden vogel harder dan ooit.

‘Ga daar niet heen,’ smeekte Florian. Maar de prins en zijn gezelschap stonden al bijna in de tuin. Op dat moment veranderde iedereen in steen, behalve Florian en Florizel. Het was een boze heks die erachter zat. Ze wilde een prins ontvoeren om hem te koppelen aan haar lelijke dochter.

De heks zag meteen dat het de kleine gouden vogel was die Florian tegen haar magie had beschermd. Daarom besloot ze zich van Florian te ontdoen door haar kasteel en tuin naar de andere kant van de wereld te toveren. Ze sprak een spreuk uit en alles verdween.

Florian gebruikte de bol om de weg terug te vinden. Maar omdat het Florians tempo volgde, duurde het een jaar voordat hij de poort van de heksentuin bereikte.

de avonturen van florian sprookje

In dat jaar had de heks alles gedaan wat ze kon om prins Florizel ertoe te dwingen met de lelijke dochter te trouwen. Maar de prins weigerde volhardend. Die avond stond Florian voor de tuin. Florizel was op de bovenverdieping van een hoge toren opgesloten achter het slot en grendel van twintig verschillende deuren. Florian pakte de sleutel van de tovenaar en opende alle deuren tot hij Florizel vond. Wat was de prins blij Florian te zien! Hij had zichzelf al weten te bevrijden van de kettingen waaraan hij zat vastgebonden.

Het duurde niet lang voordat de heks de ontsnapping ontdekte. De jongens had ze snel gevonden. Ze stond op het punt beiden in hazen te veranderen, maar Florian deed snel de ketting met de vogel om de nek van Florizel. Zo werd hij beschermd tegen de betovering, maar Florian veranderde in een haas. De heks stuurde daarna jachthonden op hem af. De prins deed alles wat hij kon om de haas te beschermen. Isabella riep de tovenaar aan om haar te helpen.

De tovenaar kwam en verjoeg de heks. Isabella werd terug getoverd in haar menselijke vorm. Het gezelschap kwam ook weer tot leven. De heks had het kasteel ingericht voor een bruiloft. ‘Jammer dat prinses Rosamond er niet is,’ zei het gezelschap, ‘dan zou er misschien toch een bruiloft zijn.’

‘Een bruiloft? Nee,’ zei Florizel, ‘niet voordat ik een vrouw heb gevonden, die net zo trouw is als Florian.’ ‘Die is er al,’ zei de tovenaar en raakte Florian aan met zijn toverstok. Daar stond Isabella in een prachtige jurk. Ze was zo beeldschoon dat Florizel geen seconde aarzelde om haar ten huwelijk te vragen.

De ouders van Florizel werden er snel bijgehaald en er vond toch een bruiloft plaats. Florizel en Isabella leefden nog lang en gelukkig.


Downloads