Er was eens een klein meisje genaamd Lily die het heerlijk vond om tijd door te brengen met haar grote zus Daisy. Ze speelden spelletjes, gingen op avontuur en vertelden elkaar geheimen.
Maar op een dag werd Lily’s wereld op zijn kop gezet toen ze haar zus verloor in een tragisch ongeluk. Ze was er kapot van en wist niet hoe ze om moest gaan met de pijn.
Lily was boos en wilde met niemand praten, zelfs niet met haar ouders. Ze sloot zichzelf op in haar kamer en huilde zichzelf elke nacht in slaap.
Op een dag gaven haar ouders haar een cadeau dat Daisy voor haar had achtergelaten voordat ze overleed. Het was een prachtige sneeuwbol met een klein dorpje erin. Lily wilde er niet naar kijken en gooide het woedend door de kamer.
Maar later die avond, toen ze in bed lag, hoorde ze het geluid van de sneeuwbol die over de vloer rolde. Ze stond op om het te pakken en toen ze de sneeuwbol aanraakte, kwam er een mooie herinnering naar boven, aan het spelen met haar zus. Dit troostte haar en ze viel in slaap.
Lily realiseerde zich dat elke keer dat ze de sneeuwbol schudde, ze alle goede herinneringen, die ze met Daisy had, kon herbeleven. Ze zou de sneeuwbol schudden wanneer ze zich verdrietig of alleen voelde, en het zou haar troost bieden.
Aanvankelijk had Lily de sneeuwbol veel nodig, maar naarmate de tijd verstreek, realiseerde ze zich dat haar zus altijd bij haar zou zijn, in haar hart. Ze had de sneeuwbol niet nodig om haar te herinneren, en ze begon zich beter te voelen.
Lily leerde dat hoewel ze haar zus niet meer kon zien, ze altijd bij haar zou zijn, in haar herinneringen en in haar hart. Ze wist dat Daisy over haar waakte en voor altijd haar beschermengel zou zijn.