Mijnheer Zak Rijst

Lang, lang geleden, woonde er een dappere krijger in Japan genaamd Fujiwara Hidesato. Men kent hem tegenwoordig als Mijnheer Zak Rijst. Hoe dat zo gekomen is, ga ik nu vertellen.

Op een dag ging Hidesato op zoek naar avontuur. Hij nam zijn pijl en boog mee en ging op pad. Al snel kwam hij bij een groot meer en wilde de brug oversteken, toen hij opeens een gigantische, slapende draak zag liggen. Als het beest ademende, dan zag je het vuur en de rook uit zijn neusgaten komen en hij nam de hele breedte van de brug in beslag. Hierdoor moest Hidesato kiezen: terugkeren of over de draak heen klimmen.

Hidesato was bang, maar ook dapper en besloot onverschrokken voort te gaan. Hij klom over de draak en liep zonder achterom te kijken door. Na een paar stappen, hoorde hij opeens een stem achter zich en draaide zich om. De reusachtige draak was verdwenen en in plaats daarvan stond er een opvallende man die een diepe buiging voor hem maakte. Hidesato had direct door dat dit een bijzondere man was en vroeg zich af wat er gaande was.

Mijnheer zak rijst sprookje

‘Riep je mij net?’, vroeg de krijger. ‘Ja, dat was ik’, antwoordde de man. ‘Ik heb een belangrijk verzoek voor je. Denk je dat je mij kunt helpen?’ ‘Als het binnen mijn macht ligt, dan zal ik het doen’, sprak Hidesato, ‘maar kun je mij eerst vertellen wie je bent?’ ‘Ik ben de Drakenkoning van het Meer en mijn kasteel is in het water onder deze brug.’ ‘En wat kan ik voor je betekenen?’, vroeg de krijger. ‘Ik wil dat je mijn aartsvijand de duizendpoot, die in de bergen boven ons leeft, doodt’, zei de Drakenkoning.

‘Ik woon al vele jaren in het meer met mijn familie, maar de laatste tijd leven we in grote angst. Een monster van een duizendpoot heeft ons huis ontdekt en neemt elke nacht een familielid mee. Ik ben niet bij machte hen te redden. Als dit nog langer doorgaat, dan zullen wij ophouden te bestaan. Daarom wilde ik een mens om hulp vragen. Ik wacht al dagen op de brug in de vorm van die verschrikkelijke draak die je zag, in de hoop, dat er een sterke, dappere man langs zou komen. Maar iedereen die mij zag, keerde zich direct om en rende weg. Jij bent de eerste man die zijn angst overwon, dus ik weet dat je veel moed hebt. Ik smeek je om hulp.’

Hidesato had medelijden met de Drakenkoning en besloot hem te helpen. Samen smeedden zij een plan om de duizendpoot in de avond als hij naar het kasteel kwam om te brengen. Dus ging Hidesato mee naar het onderwaterpaleis van de Drakenkoning. Nog nooit had de krijger zoiets moois gezien. Het kasteel was van wit marmer, prachtig versierd en er werd een indrukwekkend feestmaal geserveerd.

Net toen de Drakenkoning zijn gast nog een glas wijn in wilde schenken, begon het kasteel te schudden en hoorde men wel duizend voeten stampen. Snel ging Hidesato naar het balkon en zag de afschrikwekkende duizendpoot met ogen van vuur aankomen. ‘Wees niet bang. Breng mijn pijl en boog en ik regel het’, zei de krijger tegen de Drakenkoning. Toen de Drakenkoning terugkwam zag Hidesato dat hij nog maar drie pijlen had.

Hij pakte zijn boog, schoot en zag zijn eerste pijl afketsen op het voorhoofd van de duizendpoot. Niet ontmoedigd vuurde Hidesato ook zijn tweede pijl af. Opnieuw raakte hij de duizendpoot midden in het voorhoofd, maar ook die pijl deerde het beest niet. Toen de Drakenkoning dit zag verloor hij alle moed en begon te beven van angst. De krijger zag dit en wist dat hij zijn laatste pijl goed moest gebruiken. Hij keek over het water en zag dat het lichaam van de duizendpoot zeven keer rond de berg gerold zat.

Toen bedacht de krijger zich opeens dat duizendpoten niet tegen menselijk speeksel kunnen en bracht dat aan op zijn laatste pijl. Dit was zijn laatste kans. Hij spande zijn boog, mikte en raakte de duizendpoot perfect op het voorhoofd. Dit keer ketste de pijl niet af, maar kwam de pijl in de hersenen van het beest, dat schuddend ter aarde stortte.

Het werd nu pikkedonker, donderwolken vormden zich, onweer barstte los en de wind waaide woest. Het leek alsof de wereld ten einde zou komen. Angstig doorstonden de Drakenkoning en zijn familie de nacht. Toen het eindelijk licht werd, was alles prachtig en helder. De duizendpoot was verslagen en er was niets meer te vrezen.

Iedereen kwam in vreugde naar buiten en er werd een nieuw feestmaal geserveerd ter ere van Hidesato. Het kasteel was in het zonlicht nóg mooier en hoewel de krijger geen beloning wilde, eiste de koning dat hij vijf kleine geschenken meenam naar huis.

Allereerst, een grote, bronzen bel.
Ten tweede, een zak met rijst.
Ten derde, een rol zijde.
Ten vierde, een pan.
Ten vijfde, een bel.
Thuis aangekomen werd Hidesato welkom geheten door zijn familie en vertelde zijn verhaal. De cadeaus die hij had gekregen van de Drakenkoning bleken magisch. Alleen de bel was normaal en werd cadeau gedaan aan de tempel in het dorp. De zak rijst, ongeacht hoeveel ervan genomen werd, vulde zichzelf aan. De rol met zijde, werd nooit korter. De pan, was ook geweldig. Het maakte niet uit wat er ingegooid werd. Er kwam altijd een lekker maal uit.

Door deze geschenken leefde Hidesato welvarend en ging hij voortaan door het leven als Mijnheer Zak Rijst.


Downloads