De maanlichtdans van mevrouw Olifant

Op een prachtige avond in het bos, was er, onder het maanlicht, een bijeenkomst. Meneer en mevrouw Olifant, de kangoeroes, de vossen, de luipaarden, kleine juffrouw Lynx en de statige edelherten zaten allemaal in een grote kring bij een vijver, waarop prachtige lelies dreven.

“Goed, dat is dan besloten”, zei de eerbiedwaardige meneer Tapir. “Mijn vrienden, we gaan strijden om een dansprijs. Dat zal de eentonigheid van onze saaie avonden doorbreken. Binnenkort zal er het mooiste feest zijn dat we ooit hebben gegeven. De muziek zal worden verzorgd door het dierenorkest. Verder zal er voor heerlijke versnaperingen gezorgd worden door de dames.”

Meneer Tapir ging heel lang door, want alle dieren hoorden hem graag praten, en hij hoorde zichzelf graag. Hij was in Londen geweest. Hij wist hoe het moest. Dus zei hij het nog een paar keer, maar hij eindigde altijd met: “de versnaperingen zullen door de dames worden verzorgd.”

“Wat een geweldige toespraak”, fluisterden de dieren. De lieftallige juffrouw Giraf barstte zelfs in tranen uit.

Er ontstond echter grote jaloezie tussen de dieren onderling, want mevrouw Kangoeroe liet meteen weten dat de prijs zeker voor haar was. Niemand kon dansen zoals zij. Ze hoefde alleen maar haar middel te strekken, haar kin op te tillen en een sprong te wagen. Dansen was haar specialiteit.

“Als het op gratie en snelheid aankomt”, merkte mevrouw Luipaard op, “is er toch echt iets in mijn beweging dat de rest van jullie volkomen mist.”

Tot nu toe had mevrouw Olifant zich stil gehouden. Ze werd altijd een “goed, betrouwbaar en gemakkelijke dier” genoemd. Alleen als haar vrienden hatelijk waren noemden ze haar “die lompe oude koe”.

“Deze keer zal ik de prijs krijgen”, bromde ze terwijl ze naar haar ruime huis, onder de chocoladebomen, sjokte. De volgende ochtend was ze nog net zo vastberaden om de prijs te winnen. Ze droeg het huishouden onmiddellijk aan haar jonge schoonzus over. “Ik heb nu andere dingen te doen”, zei ze.

Toen ging ze op zoek naar haar vrienden, de kikkers. Ze zouden de hele dag in de schaduw hun deuntjes fluiten, en zij zou haar danspassen oefenen. In het begin was het moeilijk, maar al snel bedacht ze een prachtige dans. Op en neer en rond ging ze de hele dag, en vooral de hele nacht. Maar ze hield haar bezigheden geheim en dat was maar goed ook, want alle dieren zouden haar alleen maar uitgelachen als ze haar hadden zien rondscharrelen aan de rand van de kikkervijver.

De avond van de dans kwam en iedereen zag er prachtig uit en er was genoeg te eten en te drinken. Het was een spelletje van de sluwe mevrouw Vos om iedereen aan te sporen zoveel mogelijk te eten, en dit deed ze met haar liefste glimlach.

“O, eet toch nog een tros bananen”, zei ze tegen mevrouw Olifant want ze wilde dat iedereen te veel zou eten, behalve zijzelf. Dan konden de andere dieren niet dansen, wist ze, en dan zou zij zelf de prijs krijgen als ze haar prachtige danspasjes liet zien. Maar de dieren hadden haar plan geraden. Ze bedankten haar hartelijk en streken hun jurken glad of gingen in een hoekje hun dans oefenen.

Het was een prachtige show, en nadat enkele dieren hun passen hadden gedanst, werd alle hoop gevestigd op de lenige en lieftallige mevrouw Luipaard.

“Wacht maar op mevrouw Kangoeroe”, fluisterde de dieren. “Zij is pas echt geweldig.”

Toen kwam mevrouw Kangoeroe naar voren. Ze was inderdaad geweldig. Ze richtte zich trots omhoog en sprong op en neer. Daarna maakte ze een enorme sprong maar ze keek niet en plonsde middenin de vijver met lelies. Een groot deel van het publiek keek gauw een andere kant op maar de apen lachten de kangoeroe hard uit.

“Mevrouw Olifant! Mevrouw Olifant!”, riep nu iedereen uit het publiek. “Ja, ja, mevrouw Olifant!” kwam het van alle kanten. Alle dieren hadden, na de mislukking van mevrouw Kangoeroe, hun hoop op mevrouw Olifant gevestigd en joelden luid.

Mevrouw Olifant zelf was heel bescheiden. Ze droeg een glad gestreken jurk en had twee eenvoudige palmbladeren achter haar oren met daartussen een koord van maanbloemen. Ze zag er vorstelijk uit. “Wat is ze dun geworden? Hoe denk je dat ze dat voor elkaar heeft gekregen?” , riepen de dieren.

Toen begon mevrouw Olifant te dansen.

Het orkest zette de olifantenmars al in maar op haar verzoek begon meneer Kikker op zijn fluit te spelen. Terwijl ze haar poten één voor één omhoog zwaaide en de meest prachtige buigingen maakte, klapperde ze ook nog met haar oren en krulde haar slurf op, op de melodie van de muziek. Haar dans was prachtig. Mevrouw Tapir noemde het zelfs een majestueuze dans.

Toen ze het publiek had geboeid, veranderde de muziek in een vrolijke deun. Mevrouw Olifant danste naar het publiek en vroeg hen allemaal het vrolijke refrein mee te zingen. Alle dieren zongen enthousiast mee.

Natuurlijk won mevrouw Olifant de prijs. Het enige wat ze verder nog zei, was: “Blijf oefenen, beste vrienden. Ik dans nu niet meer maar wilde alleen op mijn oude dag voelen dat ik nog iets kon bereiken. Vastberadenheid brengt je overal.”


Downloads