Meneer Vos en de Katoenstaarten

Meneer Vos besloot dat er maar één manier was, om ervoor te zorgen dat alle bosdieren een goede mening over hem hadden, namelijk door een groot diner te geven, want hij had op de één of andere manier een nogal slechte naam gekregen onder de dieren omdat hij zo lastig was. Dus de hele dag liep hij rond om alle dieren te vertellen dat ze, als het heel donker was, naar zijn huis mochten komen voor een dineetje. Er waren de Eekhoorns en de Kattenfamilie, de Buidelratten en de Berenfamilie en ook de hele konijnenfamilie Katoenstaart.

Je kunt er zeker van zijn dat niemand die dag iets had gegeten. Ze bewaarden allemaal hun eetlust voor het nachtelijke feest van meneer Vos, want, zoals meneer Kat het uitdrukte: “Het zou echt ondankbaar zijn, ten opzichte van meneer Vos, als we niet onze allergrootste eetlust zouden bewaren voor hem. Daarom zijn onze magen helemaal leeg.”

Zodra het donker was, zodat meneer Hond niemand kon zien, begonnen alle dieren langzaam naar het huis van meneer Vos te kruipen.

Meneer Vos liet ze één voor één binnen en zorgde ervoor dat alle luiken werden gesloten en zelfs het sleutelgat werd dichtgemaakt zodat het licht niet naar buiten zou schijnen, voor het geval meneer Hond toevallig langs zou komen. Eindelijk waren alle dieren er, behalve Jimmie en Susie Katoenstaart. Iedereen begon zich af te vragen waar de konijnen konden zijn en waardoor ze zo laat waren.

Nu was het zo dat Jimmie en Susie Katoenstaart er helemaal niet zo zeker van waren dat zij van het diner bij meneer Vos zouden genieten. Dus ze waren naar de boerderij op de heuvel gerend om daar lekkere dingen uit de tuin te eten. Ze waren langer gebleven dan ze van plan waren, en toen ze naar het huis van meneer Vos gingen, waren ze niet zo voorzichtig als gewoonlijk voor meneer Hond.

Net toen ze het bos in gingen, kwam meneer Hond, die hen al vanaf de boerderij was gevolgd, achter hen aan. Jimmie en Susie gingen snel op zoek naar een hol om zich in te verbergen. Het huis van meneer Vos was het eerste toevluchtsoord waar ze langskwamen. Ze duwden de deur open, met meneer Hond op hun hielen.

Het diner was gelijk voorbij en het feest werd ook niet meer gevierd want iedereen rende hard weg. Meneer Hond wist niet meer welk dier hij moest achtervolgen, er was teveel keuze. Dus ging hij uiteindelijk naar huis zonder dat hij iemand te pakken had genomen.

De volgende dag sprak meneer Vos zijn vriend, meneer Buidelrat:

“Geen enkel dier zou ons in zo’n situatie hebben gebracht, behalve die rare familie Katoenstaart. In de eerste plaats zijn hun oren zo kort dat ze niet goed kunnen horen. En dan die rare staarten, die van mijlenver te zien zijn. Ik had ze beter niet uit kunnen nodigen. Bovendien weet iedereen dat ze geen greintje verstand hebben. Die Katoenstaarten rennen in de eerste beste opening die ze zien maar lopen nooit verder zoals hun neven en nichten. Ik heb mijn lesje wel gehad. Ik zal ze vanaf nu van mijn gastenlijst schrappen.”

En dat is de reden waarom de konijnenfamilie Katoenstaart nooit meer wordt uitgenodigd voor dineetjes in het bos. Hun sporen kunnen te gemakkelijk worden gevolgd door meneer Hond.


Downloads