Het verhaal van meneer Jeremias Hengelaar

Jeremy

Er was eens een kikker die meneer Jeremias Hengelaar heette. Hij woonde in een klein vochtig huisje, tussen de boterbloemen aan de rand van de vijver.

Het water sijpelde overal doorheen, in de provisiekast en in de gang aan de achterkant. Maar meneer Jeremias hield van natte voeten. Niemand mopperde erover en hij vatte ook nooit kou!

Jeremy
Jeremy

Hij was blij toen hij naar buiten keek en grote regendruppels in de vijver zag spatten.

“Ik zal wat wormen halen om te gaan vissen. Dan kan ik lekker een portie voorn eten als avondeten”, zei meneer Jeremias Hengelaar.

“Als ik meer dan vijf vissen vang, zal ik mijn vrienden meneer Alderman, de schildpadwethouder, en de heer Isaac Newton uitnodigen. De wethouder eet natuurlijk alleen salade.”

Digging for worms
Jeremy

Meneer Jeremias trok een paar overschoenen en een regenjas aan. Hij nam zijn hengel en mand en vertrok, met enorme sprongen, naar de plaats waar zijn boot lag. De boot was rond en groen en leek precies op een lelieblad. De boot was vastgemaakt aan een waterplant in het midden van de vijver.

Jeremy
Jeremy

Meneer Jeremias nam een rieten stok en duwde de boot naar het open water. “Ik weet een heel goed plekje waar ik voornen kan vangen”, zei meneer Jeremias Hengelaar.

Meneer Jeremias stak zijn stok in de modder en maakte de boot eraan vast. Toen installeerde hij zichzelf in kleermakerszit en regelde zijn visgerei. Hij gebruikte het liefst zijn kleine rode dobber. Zijn hengel was een taaie grasspriet. Als lijn had hij een fijne witte lange paardenhaar. Hij bond aan het einde van de lijn een kleine kronkelende worm.

Jeremy
Jeremy

De regen druppelde langs zijn rug en hij keek bijna een uur lang naar de dobber. “Dit wordt vermoeiend, ik denk dat ik maar eens ga lunchen”, zei meneer Jeremias Hengelaar. Hij baande zich weer een weg terug door de waterplanten en haalde wat eten uit zijn mand.

“Ik ga een lekkere vlindersandwich eten en wacht tot de regenbui voorbij is”, zei meneer Jeremias Hengelaar.

Jeremy
Beetle

Een grote waterkever kwam onder het lelieblad vandaan en kneep in de teen van één van zijn overschoenen. Meneer Jeremias kruiste zijn benen nog wat hoger, buiten het bereik van de kever, en ging weer rustig verder met het eten van zijn broodje.

Toen bewoog er, één of twee keer, iets, met geritsel en een plons, tussen het riet aan de rand van de vijver. “Ik vertrouw erop dat het geen rat is”, zei meneer Jeremias Hengelaar, “maar ik denk dat ik hier beter wel weg kan gaan.”

I trust that is not a rat
Jeremy

Meneer Jeremias schoof de boot weer een eindje verder en liet het aas vallen. Hij had bijna gelijk beet, de dobber ging heftig tekeer.

“Een voorn, een voorn, ik heb hem bij zijn neus te pakken”, riep meneer Jeremias Hengelaar uit, terwijl hij zijn hengel optrok.

Maar wat een vreselijke verrassing….in plaats van een gladde dikke voorn, hing kleine Jack Scherp, de stekelbaars, aan zijn hengel….

Jeremy
Jeremy

De stekelbaars spartelde rond de boot, prikkend en snauwend totdat hij zo ongeveer buiten adem was. Toen sprong hij terug in het water. En een school andere kleine vissen stak hun kop uit het water en lachte meneer Jeremias hard uit.

Jeremy
Jeremy

Maar, terwijl meneer Jeremias troosteloos op de rand van zijn boot zat -op zijn zere vingers zuigend en turend in het water- gebeurde er nog iets veel ergers…en dit zou echt helemaal verschrikkelijk zijn geweest als meneer Jeremias geen regenjas had gedragen….

Een geweldig grote forel kwam met een plons omhoog – plop plop- en greep meneer Jeremias met een handomdraai. “Oh, Oh, Oh”. Toen draaide de vis zich om en dook naar de bodem van de vijver.

Trout
Trout

Maar de forel was zo hevig teleurgesteld in de smaak van de regenjas, in plaats van de lekkere smaak van een kikker, dat hij in minder dan een halve minuut de jas weer uitspuugde. Het enige wat hij doorslikte, waren de overschoenen van meneer Jeremias.

Meneer Jeremias stuiterde, als een kurk uit de bubbels van een fles, naar het wateroppervlak. Hij zwom met alle macht naar de rand van de vijver.

Jeremy
Jeremy

Hij krabbelde naar de eerste bank die hij tegenkwam en hopte over de weide naar huis, met zijn regenjas helemaal aan flarden.

“Wat een zegen dat het geen snoek was!”, zei meneer Hengelaar. “Ik ben mijn hengel en mijn mand kwijt maar dat geeft niet. Ik durf toch nooit meer te gaan vissen.”

Jeremy
Jeremy and Guests

Hij deed wat pleisters om zijn vingers en toen kwamen zijn vrienden voor het diner. Hij kon hen geen vis aanbieden maar hij had nog iets anders in zijn provisiekast. De heer Isaac Newton droeg zijn zwart met gouden vest.

Jeremy and Newton

Meneer Alderman, de schildpadwethouder, had een salade bij zich, in zijn schoudertas.

Jeremy and Friends
Dinner

En in plaats van een lekker gebakken voorn? Aten ze nu geroosterde sprinkhaan met lieveheersbeestjessaus! Dit vinden kikkers een heerlijke traktatie maar mij lijkt dit niet zo erg lekker…..!


Downloads