In een prachtig koraalrif in de immense oceaan, woonde eens een baby-zeepaardje genaamd Shelden. Hij was een heel hongerig klein zeepaardje en hij hield ervan zoveel mogelijk te eten. Normaal gesproken eten baby-zeepaardjes ongeveer 3000 stukken voedsel per dag, maar Shelden was bijzonder hongerig en hij at een verbazingwekkende 10000 stukken voedsel per dag.
Shelden at allerlei dingen, zoals garnalen, plankton en larven. Hij at ze op door ze op te zuigen als een stofzuiger. Maar op een dag werd Shelden een beetje te gulzig en besloot hij te proberen een klein octopusje op te eten.
Hij zoog het octopusje op, maar het kwam klem te zitten in zijn mond. Alleen de tentakels staken er nog uit. Shelden raakte in paniek en begon, gebaren makend, naar zijn vrienden te kijken, om hun aandacht te trekken.
Acht van Shelden’s zeepaard-vrienden zagen wat er gebeurd was en ze kwamen in actie. Elke van hen greep een tentakel vast en probeerde het octopusje uit Shelden’s mond te trekken, maar ze waren gewoon niet sterk genoeg.
De zeepaarden wisten dat ze een plan moesten verzinnen, dus ze keerden zich naar het slimste zeepaard onder hen, voor hulp. Dit zeepaard had een briljant idee. Hij leidde de groep naar wat nabij gelegen algenplanten en vertelde hen de planten vast te houden met hun staarten.
Daarna, legden de zeepaarden hun snuiten tegen het octopusje en zo zogen ze een vacuüm. Daarna trokken en trokken ze met al hun kracht en uiteindelijk, met een luide knal, kwam het octopusje los uit Shelden’s mond.
Iedereen lachte en vierde feest. Shelden leerde een waardevolle les over niet te gulzig te zijn. Vanaf toen was hij voorzichtiger met hoeveel hij at en hij leefde, omringd door zijn zeepaard-vrienden, nog lang en gelukkig in het prachtige koraalrif.