Diamanten en Padden

Er was eens een weduwe die twee dochters had. De oudste leek zoveel op haar qua gezicht en humor dat, iedereen die naar de dochter keek, dacht dat ze de moeder zagen. Ze was zo onaangenaam onaardig en zo verwaand dat leven met haar eigenlijk geen doen was.

De jongste, die het toonbeeld van haar vader was, qua hoffelijkheid en zachtaardigheid, was ook één van de mooiste meisjes die men ooit had gezien. Omdat mensen van nature van hun eigen gelijkenis houden, was deze moeder helemaal dol op haar oudste dochter, maar had ze een afschuwelijke afkeer van de jongste dochter. Ze liet haar in de keuken eten en ze moest voortdurend werken.

Dit arme kind werd onder andere twee keer per dag gedwongen om water te halen op anderhalve kilometer van het huis en een kan vol mee mee naar huis te nemen. Op een dag, toen ze bij de fontein was, kwam er een arme vrouw naar haar toe. De vrouw smeekte haar te laten drinken.

“Oh ja, beste arme vrouw natuurlijk mag je drinken”, zei het mooie kleine meisje uit de grond van haar hart. Onmiddellijk spoelde ze de kruik af, nam wat van het helderste water van de fontein en gaf het haar. Ze hield daarbij de kruik de hele tijd omhoog zodat ze gemakkelijker kon drinken.

Toen de goede vrouw gedronken had, zei ze tegen haar: “Je bent heel mooi, mijn liefje, en zo goed en zo beleefd, dat ik het niet kan helpen dat ik je een geschenk wil geven.” De vrouw was namelijk eigenlijk een fee, die de vorm van een arme plattelandsvrouw had aangenomen. Ze wilde zien hoe ver de beleefdheid en goede manieren van dit mooie meisje zouden gaan. “Ik zal je als cadeau doen”, vervolgde de Fee, “dat er bij elk woord dat je spreekt, een bloem of een diamant uit je mond zal komen.”

Toen het mooie meisje thuis kwam, schold haar moeder haar uit omdat ze zo lang bij de fontein was gebleven. “Neem me niet kwalijk, Mamma”, zei het arme meisje, “dat ik me niet meer heb gehaast.” En bij het spreken van deze woorden kwamen er twee Rozen, twee Parels en twee Diamanten uit haar mond. “Wat zie ik daar?”, zei haar moeder hoogst verbaasd. “Volgens mij zie ik Parels en Diamanten uit de mond van dit meisje komen! Hoe komt dit, Kind?”

Dit was de eerste keer dat ze haar kind noemde. Het arme schepsel vertelde haar eerlijk alles en daarbij kwamen er oneindig veel Diamanten uit haar mond. “Oh Hemelse Genade”, riep de moeder, “ik moet mijn andere kind ook daarheen sturen. Kom eens hier Fanny en kijk eens wat er uit de mond van je zuster komt als ze spreekt. Zou je niet blij zijn, mijn liefste kind, om dezelfde gave te krijgen? Je hoeft daarvoor niets anders te doen dan water uit de fontein te gaan halen en als een zekere arme vrouw je vraagt ​​haar te laten drinken. Geef je haar het water. Wees verder heel beleefd.”

“Dat zou inderdaad een heel fraai gezicht zijn zeg”, zei deze slecht opgevoede, brutale meid, “om mij water te zien halen.” “Je zult toch gaan, Brutaaltje”, zei de moeder, “en wel nu meteen.” Het meisje nam de beste zilveren kroes van huis mee en ging al luid mopperend op weg.

Ze was nog niet bij de fontein aangekomen of ze zag een dame uit het bos komen die prachtig gekleed was. De dame kwam naar haar toe en en vroeg of ze mocht drinken. Nu moet je weten dat dit eigenlijk de fee was die aan de zus was verschenen. Maar ze was nu gekleed als een prinses en had een koninklijke houding aangenomen, om te zien hoe ver de onbeschoftheid van dit meisje zou gaan.

“Ben ik soms helemaal hierheen gekomen alleen om jou van water te voorzien, dat hoop ik toch niet zeg”, zei de trotse, brutale meid. “Ik moest de zilveren kroes zeker puur en alleen meenemen omdat je een dame bent? Maar je mag er wel uit drinken hoor, doe maar waar je zin in hebt.”

“Jij bent niet bepaald beleefd”, antwoordde de fee, zonder een teken van mededogen. “En aangezien je dus zo slecht opgevoed en ongehoorzaam bent, geef ik jou als geschenk dat er bij elk woord dat je spreekt een Slang of een Pad uit je mond zal komen.”

Zodra haar moeder haar dochter terug zag komen, riep ze: “En Dochter”? “Nou, Moeder”, antwoordde het baldadige meisje en er kwamen twee adders en twee Padden uit haar mond. “Oh Hemelse Genade”, riep de moeder, “wat zie ik nu? Oh Oh! Het is die ellendige zuster van je die dit alles heeft veroorzaakt, maar zij zal ervoor boeten.” En onmiddellijk rende ze naar haar toe om haar een paar flinke klappen te geven. Het arme kind vluchtte van haar weg en verstopte zich in een bos, niet ver daarvandaan.

Een Koningszoon, die terugkwam van de jacht, zag het mooie meisje en vroeg haar wat ze daar deed zo alleen en waarom ze huilde. “Helaas, mijn moeder heeft me de deur uitgestuurd, meneer”, snikte het meisje. De Koningszoon, die vijf of zes Parels en evenveel Diamanten uit haar mond zag komen, vroeg haar hem alles te vertellen wat er was gebeurd. Ze vertelde hem het hele verhaal. Ondertussen werd de koningszoon steeds verliefder op haar. Na rijp beraad met zichzelf, dat zo’n geschenk als dit meer waard was dan welk huwelijks-deel dan ook, bracht hij haar naar het paleis van zijn vader de koning. Daar trouwde hij met haar.

Wat haar zus betreft, zij maakte zichzelf zo gehaat dat haar eigen moeder er zelfs genoeg van kreeg. Deze ellendige stakker, die een poos rondgedwaald had in de wereld zonder dat ook maar iemand acht op haar sloeg, vond een stil plekje in het bos en stierf daar.


Downloads