De Haan en de Vos

Op een heldere avond, toen de zon glorieus onderging in de wereld, vloog een oude wijze Haan in een boom, om op stok te gaan. Voordat hij zichzelf installeerde om te gaan rusten, klapperde hij drie keer met zijn vleugels en kraaide luid. Maar net toen hij zijn kop onder zijn vleugel wilde stoppen om te gaan slapen, vingen zijn kraaloogjes een flits op van een lange rode neus en ….recht onder hem stond meneer Vos.

“Heb je het wonderbaarlijke nieuws al gehoord?”, riep de Vos uit, op zijn eigen vrolijke en opgewonden manier.

“Wat voor nieuws”, vroeg de Haan, heel kalm. Maar van binnen had hij een vreemd fladderend gevoel, hij was namelijk heel bang voor de Vos.

“Jouw familie en de mijne en alle andere dieren hebben erin toegestemd om hun verschillen te vergeten en naast elkaar in vrede en vriendschap te gaan leven, voor nu en voor altijd. Denk daar maar eens over na! Ik kan dus gewoonweg niet wachten om jou te omhelzen. Kom maar naar beneden, beste vriend, en laten we deze vreugdevolle gebeurtenis vieren.”

“Dat is geweldig zeg” zei de Haan. “Ik ben zeer zeker erg blij met dit nieuws.” Maar de Haan sprak op een afwezige manier, terwijl hij op zijn tenen ging staan en naar iets in de verte leek te kijken.

“Waar kijk jij naar?”, vroeg de Vos een beetje angstig.

“Waar ik naar kijk? Wel het lijkt erop dat er een groep Honden deze kant op komt. Zij moeten het grote nieuws ook gehoord hebben en dachten…..”

Maar de Vos wachtte niet tot de Haan was uitgesproken. Hij zette het op een rennen.

“Wacht even”, riep de Haan. “Waarom ren je weg? De Honden zijn nu toch vrienden van je?”

‘Ja, dat wel”, antwoordde de Vos. “Maar het kan ook zo zijn dat ze het nieuws nog niet gehoord hebben. Trouwens ik moet ook nog even een hele belangrijke boodschap doen, die ik bijna vergeten was. “.

De Haan glimlachte toen hij zijn kop in zijn veren begroef om te gaan slapen. Hij was erin geslaagd een zeer sluwe vijand te slim af te zijn.


Downloads