De vos en het paard

Een boer had een paard dat een uitstekende trouwe dienaar voor hem was geweest: maar hij was nu te oud om te werken; dus gaf de boer hem niets meer te eten en zei: ‘Ik wil je niet meer, dus ga weg uit mijn stal; Ik zal je pas terugnemen als je sterker bent dan een leeuw.’ Toen opende hij de deur en liet hem weglopen.

Het arme paard was erg verdrietig en dwaalde heen en weer in het bos, op zoek naar een beetje beschutting tegen de koude wind en regen. Toen kwam hem een vos tegemoet: “Wat is er aan de hand, mijn vriend?”, zei hij, “waarom laat je je hoofd hangen en zie je er zo eenzaam en treurig uit?” “Ah!” antwoordde het paard, “gerechtigheid en gierigheid bestaan nooit in één huis; mijn meester is alles vergeten wat ik zoveel jaren voor hem heb gedaan, en omdat ik niet meer kan werken, heeft hij me weggestuurd en zegt hij dat hij me niet meer terug zal nemen als ik niet sterker word dan een leeuw; welke kans heb ik daarop? Mijn meester weet ook wel dat dat niet zal lukken.’

De vos zei echter dat hij positief moest blijven en zei: ‘Ik zal je helpen; ga daar liggen, rek je stijf uit en doe alsof je dood bent.’ Het paard deed wat hem gezegd was, en de vos ging rechtstreeks naar de leeuw die in een nabijgelegen grot woonde en zei tegen hem: “Buiten ligt een dood paard; kom met me mee en je zal lekker kunnen eten.” De leeuw was erg blij en ging meteen op weg; en toen ze bij het paard kwamen, zei de vos: ‘Je zult hem hier niet lekker kunnen opeten. Ik zal je aan zijn staart vastbinden, en dan kun je hem naar je hol trekken en hem op je gemak opeten.’

Dit advies beviel de leeuw, dus legde hij zich rustig neer zodat de vos hem aan het paard kon vastbinden. Maar de vos slaagde erin zijn poten aan elkaar te binden en alles zo hard vast te binden dat hij zich met al zijn kracht niet kon bevrijden. Toen het werk klaar was, sloeg de vos het paard op de schouder en zei: ‘Hup! Ga!’ Toen sprong het paard op en ging weg, de leeuw achter zich aan slepend. De leeuw begon luid te brullen, zodat alle vogels van het bos wegvlogen van angst; maar het paard liet hem brullen en liep rustig over de velden naar het huis van zijn meester.

‘Hier is hij, meester’, zei hij, ‘ik heb van hem gewonnen’: en toen de boer zijn oude paard zag, gaf zijn hart toe en zei hij: ‘Jij zult in je stal blijven en goed verzorgd worden.’ En dus had het arme oude paard genoeg te eten en leefde hij gelukkig – tot hij stierf.


Downloads