Een Kerstvertelling

Er was eens een zakenman, zijn naam was Ebenezer Scrooge. Het was geen vriendelijke man. Hij verdiende veel geld, maar hij gaf het niet uit. Je kunt gerust zeggen dat hij ook nog eens ontzettend gierig was.

Het was bijna kerst, maar Scrooge wilde er niets van weten. ‘Nonsens’, vond hij het. Hij had zijn boekhouder, Bob Cratchit, gevraagd om kerstavond te werken. Samen namen ze de financiën van het hele jaar nog eens door tot Scrooge de arme man pas om middernacht naar huis en zijn gezin liet gaan.

Daarna verliet hij zelf het kantoor om naar huis te gaan. Die avond kreeg Scrooge bezoek. Het was zijn neef Fred. ‘Oom, kom toch gezellig bij ons morgen aanschuiven bij het kerstdiner,’ vroeg Fred. ‘Wat een onzin,’ antwoordde Scrooge, ‘ik heb helemaal niks met kerst!’ En zo stuurde Scrooge harteloos zijn neef weer de koude avond in.

Hij was keihard, deze Scrooge. Zelfs collectanten voor de armen werden door Scrooge genadeloos weggestuurd. ‘Moet je maar werken voor je centen! Doe ik ook!’ brulde hij. En nog erger dan dat riep hij de collectanten na: ‘hoe meer armen er doodgaan, des te beter het is voor het probleem van de overbevolking.’

Die avond gebeurde er iets wonderbaarlijks.

Scrooge kreeg in zijn droom bezoek van zijn overleden zakenpartner Marley.

‘Als jij zo doorgaat, zul je net als ik over de aarde blijven zwerven en er steeds op gewezen worden hoe slecht jij bent geweest voor je medemens!’ waarschuwt Marley hem. Hij vertelt hem dat hij bezoek zal krijgen van drie geesten die hem kunnen helpen van dit vreselijke lot bespaard te blijven.

En zo ging het ook die nacht.

Scrooge werd kort na middernacht wakker gemaakt door de eerste geest.

‘Ik ben de Geest van Voorbije Kerstfeesten,’ zei de geest.

‘Wat kom je doen?’ vroeg Scrooge.

‘Ik wil je herinneringen laten zien. Ze zijn van een lange tijd geleden. Je herinnert het je misschien niet meer zo goed. Ik ben hier om je geheugen op te frissen,’ zei de geest.

Scrooge zag beelden van vroeger waar hij als kleine jongen door zijn vader eenzaam en verlaten werd achtergelaten op een strenge kostschool. Ook zag hij zijn grote liefde die hij verloor omdat hij te veel tijd besteedde aan het doen van zaken. Tenslotte zag hij zijn overleden zus die altijd goed voor hem was geweest.

‘Hou op daarmee,’ smeekte Scrooge de geest, ‘ik kan dit niet meer verdragen!’

Daarna verdween de geest.

Een uur later werd Scrooge weer wakker gemaakt. Het was opnieuw vlak na middernacht. Er verscheen een tweede geest, de Geest van het Huidige Kerstfeest.

Scrooge zuchtte. ‘En wat kom je hier doen?’ vroeg hij.

‘Ik wil je laten weten dat je trouwe boekhouder, Bob Cratchit, het zwaar heeft. Hij heeft een zoon, zijn naam is Tiny Tim, die heel erg ziek is. Ze kunnen geen medicijnen betalen. Je betaalt hem veel te weinig voor het vele werk dat hij doet. Het zo goed kunnen dat Tiny Tim mogelijk vroeg dood zal gaan.’

een kerstvertelling charles dickens

De beelden lieten Scrooge niet onberoerd. Er liep een traan over zijn wang.

Toen de geest het zag, zei hij: ‘Wat reageer je nu raar, zijn dood zou toch een goede oplossing bieden voor de overbevolking?’

En Scrooge voelde voor het eerst sinds tijden spijt. Spijt over wat hij gezegd had over de armen en spijt over hoe hij was omgegaan met zijn trouwe boekhouder.

De geest nam afscheid om afgelost te worden door het derde bezoek van de Geest van het Toekomstige Kerstfeest.

‘Wat kan ik voor je doen?’ vroeg Scrooge die door de vorige bezoeken al erg overrompeld was door zijn eigen gevoelens die hij lange tijd had weggestopt. De gebeurtenissen uit het verleden hadden hem hard gemaakt, maar de herinneringen hadden iets bij hem losgemaakt. Het gevoel van spijt werd steeds groter. Nu deze geest hem beelden van zijn eigen graf liet zien, waar niemand zich om hem bekommerde, werd hij steeds bedroefder. Helemaal toen de arme Scrooge moest aanzien hoe de kleine Tiny Tim het volgende kerstfeest er niet meer bij kon zijn. Het grote verdriet van de familie Cratchit greep hem aan. Hij begon zich erg te schamen en wenste dat hij net zo zachtaardig en vrijgevig zou zijn zoals hij was toen hij werd geboren.

Dat was het moment waarop Scrooge besloot het roer om te gooien. Hij liet de slager bij de familie Cratchit een kalkoen bezorgen, twee keer zo groot als Tiny Tim. En wat zaten ze ervan te smullen! Natuurlijk zat er een loonsverhoging voor Bob bij. Daarna ging Scrooge naar het armenhuis waar hij zich persoonlijk bij de collectanten verontschuldigde en hen een grote som geld gaf.

En zo kwam het dat de wrede zakenman veranderde in een goede, hartelijke man. Hij nam de uitnodiging voor vieren van het kerstfeest bij zijn neef Fred alsnog aan en beleefde er een prachtige tijd. Voor Tiny Tim werd Scrooge als een tweede vader. Hij gaf niet alleen van alles aan hem, maar wat nog veel belangrijker was, hij gaf ook heel veel om de jongen.


Downloads