Kleine Heuvelmannetjes

“Kleine Heuvelmannetjes, zo is mij verteld,
Gaan op maanverlichte nachten naar gouden munten graven,
Maar wees wel voorzichtig, Kleine Heuvelmannetjes,
Want de Vos kan zomaar komen opdraven”

Op een maanverlichte nacht gingen de Grappige Vos en mevrouw Vos naar buiten om te speuren of er iets te beleven viel. Tot hun grote vreugde zagen ze dat de Kleine Heuvelmannetjes naar goud aan het graven waren. Ze zongen ondertussen:

Kleine Heuvelmannetjes, dat is wat wij zijn,
We graven altijd maar door naar goud, gouden muntstukken zijn o zo fijn”

“Klik, klik, klik,” gingen hun schoppen, en “kletter, kletter, kletter,” daar gingen de munten in de zakken om hun middel.

De Grappige Vos zei tegen mevrouw Vos: “Wacht hier tot ik op het fluitje blaas.” Toen ging hij in het volle zicht van de Heuvelmannetjes staan, en danste de prachtigste dans ooit.

Hij danste en zong:

“Dansen in het maanlicht, is een groot plezier,
Te bewegen op de vreugdevolle maat van de muziek hier”

Het eerste Heuvelmannetje stopte met graven. Het tweede Heuvelmannetje stopte ook met graven om naar hem te kijken. Al snel stopten ze allemaal om de Grappige Vos te zien dansen in het maanlicht. Ze riepen:

De Kleine Heuvelmannetjes komen eraan,
Kom, Vos, leer ons dansen onder de maan.”

De Grappige Vos antwoordde zonder zelfs maar met zijn ogen te knipperen:

“Jullie kunnen nooit dansen, zo is mij verteld, dat gaat helemaal fout,
Jullie zijn beladen met zoveel zakken goud.”

Alle Kleine Heuvelmannetjes maakten de zakken met goud los van hun middel en legden ze op de grond. De Grappige Vos zei:

“Sluit jullie ogen tot ik tot drieënnegentig tel,
Dan zullen jullie allemaal geweldige dansers zijn, let maar op wat ik je vertel”

Dus sloten de Kleine Heuvelmannetjes hun ogen en dansten de nieuwe passen totdat de Vos tot drieënnegentig had geteld, en ze telden zo hard dat ze niet merkten dat de stem van de Vos van steeds verder weg kwam. Toen ze om zich heen keken, waren de Grappige Vos en hun goud verdwenen, en ze zeiden, denkend aan hun haast om te leren dansen: “Haast is helemaal niet goed.”

Toen konden ze niets anders doen dan hun schepjes weer oppakken en zingen:

“Wij zijn de Kleine Heuvelmannetjes,

Wij dartelen en spelen af en toe,

Wij dansen en worden nooit moe

Maar dit hebben wij wel geleerd:

Haasten is echt verkeerd”


Downloads