De Aap en de Dolfijn

Het gebeurde eens dat een Grieks schip, op weg naar Athene, verging voor de kust. Dit gebeurde in de buurt van Piraeus, de haven van Athene.

Als de Dolfijnen er niet waren geweest, zouden alle bemanningsleden zijn omgekomen. Dolfijnen waren in die tijd erg vriendelijk tegen mensen, vooral tegenover de Atheners. De Dolfijnen namen de schipbreukelingen op hun rug en zwommen met hen naar de kust.

Nu was het de gewoonte onder de Grieken om hun Apen en Honden mee te nemen als ze op reis gingen. Dus toen een Dolfijn een Aap in het water zag, dacht hij dat het een man was. De Dolfijn liet de Aap op zijn rug klimmen en zwom met hem naar de kust.

De Aap ging keurig rechtop zitten en zat ernstig en waardig op de rug van de Dolfijn.

“Jij bent een inwoner van de beroemde stad Athene, nietwaar?”, vroeg de Dolfijn beleefd.

“Ja”, antwoordde de Aap trots. “Mijn familie behoort tot de edelste families van de stad.”

“Inderdaad”, zei de Dolfijn. “Dan ga je natuurlijk ook vaak naar Piraeus.”

“Ja, ja”, antwoordde de Aap. “Inderdaad, ik ben constant bij hem. Piraeus is mijn allerbeste vriend.”

Dit antwoord verraste de Dolfijn, en toen hij zijn hoofd omdraaide, zag hij wat hij op zijn rug droeg. Zonder verder te aarzelen dook hij diep het water in en hij liet de dwaze Aap achter om voor zichzelf te zorgen. De Dolfijn zwom verder, op zoek naar een mens om te redden.


Downloads