Kanan, de jongen van de jungle

Er was eens, in het hart van de jungle ergens in India, een jongen die Kanan heette. Kanan raakte als baby verdwaald in de jungle en werd geadopteerd en opgevoed door een groep vriendelijke okapi’s. Terwijl Kanan opgroeide, leerde hij alle manieren van de jungle kennen van zijn okapi-ouders, maar ook van zijn beste junglevrienden Bailey de beer en Poppy de panter.

De jongen vond het heerlijk om omringd te zijn door allerlei verbazingwekkende wezens. Hij deed niets liever dan de jungle verkennen en al zijn geheimen leren kennen. Hij leerde over de bijzondere geneeskracht van planten en bloemen. Hij wist welke dieren zeer giftig waren en hij leerde welke vruchten veilig waren om te eten. Hij sloot vriendschap met alle dieren in de jungle en leerde langzaam maar zeker hoe hij de dieren moest behandelen als ze een verwonding hadden. En het belangrijkste was dat hij wist dat hij het enige levende wezen in de jungle was dat niet bang was voor vuur. Dus bedacht hij hoe hij vuur kon beheersen en in hun voordeel kon gebruiken.

Maar er was één dier in de jungle dat de kleine jongen niet mocht, Titan de tijger. Kanan werd door zijn vrienden gewaarschuwd voor het gevaar van de tijger. De tijger was een van de sterkste dieren in de jungle en iedereen had diep respect voor het grote dier.

Op een dag kwam Kanan oog in oog te staan met de woeste tijger Titan. De tijger gromde en ijsbeerde heen en weer, alsof hij klaar was om aan te vallen. Titan was boos op Kanan omdat hij in de jungle woonde en beval hem te vertrekken. De tijger had sterk het gevoel dat mensen niet in de jungle thuishoorden en hij was er zeker van dat Kanan grote problemen voor de dieren zou veroorzaken. Kanan was bang voor de tijger, maar met de hulp van Bailey en Poppy vond hij de moed om het op te nemen tegen Titan. ‘Alsjeblieft, Titan,’ zei Kanan terwijl hij zijn handen in een vredig gebaar uitstak. “Ik ben hier niet om jou of iemand anders in de jungle pijn te doen! Ik wil meer leren over de planten en de dieren en vrienden met je worden en ik wil hier bij mijn familie blijven. Ik ben hier opgegroeid, net als jij. Ik heb geen menselijke ouders.’ “Deze keer laat ik je gaan,” zei de tijger, “maar je zult moeten bewijzen dat je nuttig bent.”

Op een dag kwamen Bailey de beer en Poppy de panter naar de boomhut van Kanan rennen. “Kanan! Kom snel! Titan de tijger zit vast in een vuur!” Kanan sprong op de grond en verzamelde snel wat uitrusting. De drie vrienden renden zo snel als ze konden om de tijger te redden. Kanan werkte hard om het vuur te blussen en een pad vrij te maken voor Titan om te ontsnappen. De tijger redde het, maar had moeite met ademen door de rook en had pijn aan zijn rug. Kanan kalmeerde zijn huid met aloë vera. Hij gaf de tijger water om zijn keel te verzachten en spoot wat zout water in zijn neus om de irritatie te verminderen.

De tijger was erg dankbaar en besefte dat Kanan inderdaad erg behulpzaam en nuttig was. Hij sloot vrede met zijn voormalige vijand en samen zorgden ze ervoor dat de jungle een veilige plek was voor alle wezens en planten.


Downloads