Er was eens een jongen die Robert heette. Hij hield ervan om buiten te spelen, zelfs als het regende. Op een dag begon het te stortregenen en alle andere kinderen bleven binnen om met hun speelgoed te spelen. Maar Robert dacht: “Nee, als het stortregent, is het buiten beter.” Dus pakte hij zijn rode paraplu en ging naar buiten om in de regen te spelen.
Terwijl hij rende en lachte, kwam er een grote wind en blies zijn rode paraplu weg. Robert probeerde eraan vast te houden, maar de wind was te sterk. De wind tilde hem op en droeg hem weg, hoger en hoger de lucht in. Robert schreeuwde en huilde, maar niemand kon hem horen.
Zijn hoed vloog van zijn hoofd en ging nog hoger dan hij. Robert en zijn hoed verdwenen al snel uit het zicht en niemand wist waar ze heen gingen. Ze kwamen nooit meer terug en Robert werd nooit meer gezien.