Er was eens een klein schaapje, genaamd Wooly, die leefde in een groene en vredige weide. Wooly was net als elk ander schaap in de weide en bracht zijn dagen door met kauwen op het verse gras en genieten in het warme zonnetje. Maar Wooly verveelde zich. Hij was het zat om elke dag hetzelfde oude gras te eten, en hij verlangde naar een opwindender leven.
“Ik wil de wereld zien!” blaatte Wooly naar zijn schapenvrienden. “Ik wil iets anders doen!”
Zijn vrienden schudden hun hoofd en lachten. “Maar Wooly, dit is het leven van een schaap!” zeiden ze. “We eten gras en leven in de wei. Dat is wat we doen!”
Maar Wooly was vastbesloten. Hij pakte zijn spullen in en ging op weg naar de grote stad, vastbesloten om naam te maken. Toen hij aankwam in de stad, was Wooly verbaasd over de hectiek van de drukke straten. Hij had nog nooit zoveel mensen en auto’s gezien!
Hij vond al snel een baan bij een groot bedrijf, waar hij al snel een hardwerkende en gewaardeerde werknemer werd. De mensen bij het bedrijf hielden van Wooly, omdat hij altijd vrolijk “ja” blaatte als hem gevraagd werd om iets te doen.
Wooly beschouwde zijn collega’s bij het bedrijf als zijn echte vrienden, maar hij wist niet dat ze misbruik van hem maakten. Ze vroegen hem steeds meer en meer werk te doen, zonder hem extra beloningen of erkenning te geven. Maar Wooly was te gelukkig en naïef om het te merken. Hij was blij om in de grote stad te werken, en hij dacht dat zijn vrienden bij het bedrijf echt om hem gaven.
Maar op een dag hoorde Wooly zijn collega’s praten over hoe ze hem gebruikten en misbruik maakten van zijn goede karakter. Wooly was gekwetst en teleurgesteld, en hij realiseerde zich dat hij zijn vrienden bij het bedrijf verkeerd had ingeschat.
Wooly voelde zich verdrietig en eenzaam en besloot de grote stad te verlaten en terug te keren naar de vredige weide waar hij geboren was.
Toen hij terugkwam in de weide, werd Wooly met open armen verwelkomd door zijn schapenvrienden en familie. Ze waren blij om hem te zien en ze vierden zijn terugkeer met een feestmaal van vers gras.
Wooly was blij om weer thuis te zijn, en hij genoot van elke seconde dat hij het heerlijke gras in de weide at. Hij realiseerde zich dat hij de opwinding van de grote stad niet nodig had, en dat het ware geluk gevonden kon worden in de eenvoudige genoegens van het leven in de weide.
En Wooly leefde nog lang en gelukkig, gras etend en genietend van het gezelschap van zijn vrienden en familie, in de vredige weide.