De Visser en de kleine Vis

Een arme Visser, die leefde van de vis die hij ving, had op een dag pech en ving niets anders dan een hele kleine Vis. De visser wilde het net in zijn mand doen toen het Visje zei:

“Spaar me alstublieft, meneer Visser! Ik ben zo klein dat het niet de moeite waard is om me naar huis te dragen. Als ik groter ben, zal ik een veel betere maaltijd voor u zijn en veel lekkerder smaken.”

Maar de Visser stopte de kleine Vis snel in zijn mand.

“Hoe dwaas zou ik zijn”, zei hij, “om je terug te gooien. Hoe klein je ook bent, je bent altijd nog beter dan helemaal niets.”


Downloads