Er was eens een koning die leefde in een tijd toen er nog feeën bestonden. Hij had drie dochters. Ze waren alle drie wonderschoon en ontzettend slim. Maar de jongste, ze heette Miranda, vond hij de allermooiste en van haar hield hij het meest. Op een dag moest de koning zijn land verdedigen. Er kwam een oorlog. Toen de koning als winnaar uit de strijd terug naar het kasteel kwam, verheugde hij zich enorm om Miranda en haar zussen te zien.
De drie prinsessen droegen allen een satijnen japon, die ze speciaal voor deze gelegenheid hadden laten maken, maar elk in een andere kleur: een groene, een blauwe en een witte.
De koning, die overal een reden in zag, vroeg aan zijn oudste dochter waarom ze gekozen had voor de groene jurk. Ze antwoordde: groen is de kleur van overwinning en geluk. Daarom heb ik voor groen gekozen.”
De tweede dochter zei: “Vader, ik heb speciaal voor blauw gekozen omdat ik de hemel dank dat je veilig bent teruggekomen.”
“En jij, Miranda, waarom een witte jurk?” vroeg de koning.
“Omdat wit een kleur is die me goed staat,” zei de jongste dochter.
De koning vond het antwoord van Miranda respectloos naar hem toe en zeker niet leuk. Maar aangezien hij zoveel van haar hield, zei hij er niets over.
“Wel, meisjes, vertel me wat jullie de afgelopen nacht hebben gedroomd,” vroeg de koning.
De oudste dochter had gedroomd dat ze van haar vader een speciale jurk kreeg, met goud geborduurd en met edelstenen versierd. De tweede dochter had gedroomd dat haar vader haar een spinnewiel schonk en dat ze deze gebruikte om hemden voor haar vader te maken.
Miranda zei: “Ik droomde dat mijn tweede zus ging trouwen en op haar huwelijksdag hield jij een gouden kan vast en zei: Kom Miranda, ik schenk wat water zodat jij je handen er mee kunt wassen.”
De koning werd woest en iedereen in het kasteel kon het zien dat hij zijn uiterste best deed om niet uit woede te ontploffen. Er moesten wel vreemde krachten aan het werk zijn nu zijn Miranda geen respect meer toonde voor haar vader, de koning. Een witte jurk om zichzelf goed te voelen en niets meer dan dat. En nu zou hij haar in haar droom bediend hebben als een slaaf? Hij werd woester en woester bij de gedachte.
De volgende dag stond de koning bijzonder vroeg op.
“Ik denk dat de laatste ontwikkelingen betekenen dat er vreemde dingen in mijn nadeel gaan gebeuren,” zei de koning tegen zijn bewakers. Hij gaf ze de opdracht Miranda naar het bos te brengen en haar daar te doden.
Maar de bewakers deden dat niet. Ze lieten de prinses ver in het bos achter en zeiden haar wat de koning van plan was. Het betekende dat ze nooit terug kon komen naar het kasteel.
De prinses liep verder het bos in tot ze bij een kudde schapen kwam. Tussen hen stond een groot mannetjesschaap, wat men ook wel een ram noemt. Hij zag er indrukwekkend uit met gouden horens en hij droeg juwelen. Toen hij de prinses zag, begroette hij haar hartelijk in mensentaal.
De ram legde uit dat hij ooit een koning was, maar betoverd door een fee. Deze fee was tot over haar oren verliefd op hem geworden, maar het was niet wederzijds. Voor straf had ze hem veranderd in een schaap. De rest van de kudde waren zijn vrienden. Ook zij troffen hetzelfde lot.
De prinses vertelde de ram over haar moeilijkheden, dat haar vader haar wilde laten doden en ze had geen idee waarom.
De ram nam haar mee naar een prachtig kasteel, dat goed verstopt was achter een enorme berg.
De prinses begon steeds meer te wennen aan de dagelijkse gesprekken met de ram, hoewel ze ook het verdriet voelde dat zijn gedaante hem kwelde. Maar hij verzekerde haar, dat zijn betovering niet meer dan vijf jaar zou duren, want dat had de fee hem verteld.
Op een dag vroeg de ram of Miranda zijn koningin wilde zijn. Hij hield zo veel van Miranda, dat ze uiteindelijk ook van hem was gaan houden. Bovendien zou er spoedig een einde komen aan de vreemde betovering.
Af en toe stuurde de ram voorzichtig bodes op pad om het nieuws uit de omgeving te volgen. Dit keer hoorden ze dat de oudste zus van Miranda ging trouwen. De ram hield zoveel van de prinses, dat hij haar naar de bruiloft liet gaan.
Ze droeg die dag prachtige kleding en niemand zou kunnen vermoeden dat het Miranda was die het ouderlijk kasteel bezocht. Zelfs de koning, haar eigen vader, herkende haar niet. Toen ze de bruiloft verliet, liet ze een kist voor de bruid achter. De kist bevatte zo enorm veel kostbaarheden, dat de koning riep: “De volgende keer als ze weer in ons kasteel komt, sluiten we de poorten, zodat ze niet zo plotseling kan vertrekken, als ze vandaag gedaan heeft.”
Niet lang daarna bereikte de ram en de prinses het nieuws dat ook haar tweede zus ging trouwen. Ze smeekte de ram om ook naar deze bruiloft te mogen gaan. De ram was er niet gerust op en zei dat het ongeluk zou brengen. Maar hij hield zoveel van haar, dat hij het haar niet kon weigeren.
“Ga naar de bruiloft van je zus, maar het zal waarschijnlijk mijn dood betekenen,” zei de ram. “Ik laat je gaan, zodat je weet hoe enorm veel ik van je hou,”
De prinses verzekerde hem dat ze maar heel kort zou wegblijven.
Dus ging ze er weer in prachtige kleding naartoe en iedereen die haar zag was zo onder de indruk, dat ze allemaal dachten dat ze een sprookjesprinses moest zijn. Niemand kon zijn ogen van haar afhouden. De koning was nog blijer en liet zijn bewakers het kasteel op alle manieren vergrendelen. Dit keer zou ze niet ongemerkt het kasteel kunnen verlaten.
Ze schrok toen ze de deuren niet open wist te krijgen op het moment dat ze weg wilde gaan. De koning smeekte haar nog even voor het feest te blijven. Hij bood haar water aan uit een gouden kan, zodat ze er haar mooie vingers in kon dopen. Ze kon het niet laten om op dat moment te zeggen: “Kijk nu, mijn droom is uitgekomen. Je schenkt water over mijn handen met een gouden kan op de bruiloft van mijn tweede zus!”
De koning herkende haar hierna meteen en smeekte om vergiffenis voor zijn wrede besluit, want uit die droom had hij begrepen deze het verlies van zijn kroon voorspelde.”En dat gebeurde ook,” zei hij, “want je zussen verlaten dit koninkrijk om over andere koninkrijken te regeren, dus Miranda (en hij zette zijn kroon op haar hoofd) schenk ik je hierbij mijn koninkrijk. Lang leve de koningin!”
Het hele hof riep: “Lang leve Koningin Miranda!” De zussen kwamen aangerend en omarmden haar en de hele avond vertelde ze over haar avonturen.
In de tussentijd maakte de ram zich steeds meer en meer zorgen, omdat de prinses nog niet bij hem was teruggekeerd. Die avond ging de ram naar de stad om naar het paleis van Miranda te gaan. Hij klopte aan bij het kasteel, maar er werd niet voor hem open gedaan. In de tussentijd had Miranda hen alles verteld en ze wilden niet dat ze terug naar de ram zou gaan. Hoewel hij smeekte en werkelijk zo smeekte dat ook het hart van de meest koelbloedige personen zou smelten, de deur bleef voor hem gesloten. Uiteindelijk stierf de ram voor de poort aan een gebroken hart.
De koning, die geen idee had wat er zich voor zijn poort afspeelde, had geregeld dat Miranda in een koets een rondje door de stad zou rijden om zich aan het publiek als nieuwe koningin te laten zien.
Maar wat zag ze daar tot haar grote verdriet bij de ingang van het paleis. Daar lag haar geliefde ram, bewegingloos op de stoep.
Ze wierp zichzelf uit de wagen en rende naar hem toe. Ze was te laat! Ze begreep dat ze haar belofte – om snel naar hem terug te keren – had verbroken, en dat dit zijn leven had gekost.
Zo zie je maar, dat je ook als je prinses bent, het leven je niet altijd toelacht. Zeker niet als je vergeet je aan je woord te houden. En de grootste tegenslagen gebeuren vaak op het moment dat je denkt dat je hebt wat je altijd had willen krijgen.