Eens, lang geleden in de tijd, woonde, in het bevroren land van Antarctica, een groep pinguïns samen. Ze waren een gelukkig en speels stel, en ze brachten hun dagen door met zwemmen en glijden op het ijs.
Maar op een dag gebeurde er iets vreemds. De zon verdween, en de pinguïns zagen de zon vele maanden niet. Het land werd donker en koud, en de pinguïns wisten niet wat ze moesten doen.
Aanvankelijk probeerden ze te blijven spelen en plezier te hebben, zoals altijd. Maar het was te koud en donker, en ze werden al snel ongelukkig en eenzaam.
Op een dag had een wijze oude pinguïn een idee. “Laten we allemaal samenkomen en een cirkel vormen”, zei hij. “Op die manier zullen de pinguïns aan de binnenkant beschermd worden tegen de kou, en de pinguïns aan de buitenkant kunnen, om de beurt, de groep beschermen.”
De andere pinguïns vonden dit een goed idee, en ze vormden snel een cirkel. Ze kwamen samen, en de pinguïns aan de buitenkant namen om de beurt de plaats in van de pinguïns aan de binnenkant.
Dit werkte goed, en de pinguïns aan de binnenkant bleven zo warm en beschermd tegen de kou. Ze konden elkaar ook gezelschap houden, en ze voelden zich niet meer zo eenzaam, in deze pinguïn knuffel.
Terwijl de maanden voorbijgingen, bleven de pinguïns om de beurt van plaats in hun cirkel wisselen. Ze werkten samen als een team, en ze hielpen elkaar door de moeilijke tijd heen.
Uiteindelijk keerde de zon terug, en de pinguïns konden weer genieten van de warmte en het licht. Ze waren dankbaar voor hun teamwerk en voor de steun die ze elkaar hadden gegeven tijdens de lange, donkere maanden.
De moraal van het verhaal is dat met teamwerk geen uitdaging te groot is. De pinguïns konden de duisternis en de kou overwinnen door samen te werken en elkaar te steunen. En ze leerden dat, als ze bij elkaar blijven, ze samen alles kunnen overwinnen.