De Gouden Aanraking

Er was eens een koning, zijn naam was Midas. Hij was stapeldol op goud. Hij hield daar zoveel van, dat hij eigenlijk nergens anders meer aan dacht. De koning had een dochtertje, genaamd Marygold. De koning hield ook ontzettend veel van haar. Maar hoe meer hij van haar hield, des te meer hij naar goud verlangde. Hij wilde dit voor haar, zodat zij heel veel goud van hem zou krijgen. 

Nu was de koning niet altijd zo bezeten van goud geweest. Ooit hield hij erg van bloemen. In zijn tuin stonden nog steeds de mooiste exemplaren die je maar op de wereld kon vinden. Zijn dochter plukte elke ochtend wat bloemen voor haar vader. Hoewel de koning de bloemen erg mooi vond, kon hij het niet laten om ze naar waarde in te schatten. Hij keek niet meer naar de kleur en vorm van de bloem, maar kon alleen maar denken hoeveel geld deze exotische bloem hem zou opbrengen.

Nu had de koning de gewoonte om dagelijks voor het slapen gaan zich terug te trekken in zijn schatkamer. Daar knuffelde hij al zijn gouden voorwerpen. “Ach, was ik maar de rijkste man op aarde”, dacht hij vaak bij zichzelf. “Kon ik maar al het goud in de wereld bezitten”, zuchtte hij keer op keer.

Op een avond verscheen er een vreemdeling in de schatkamer. Dat was raar, want de koning deed de deur altijd op slot, ook als hij zelf de schatkamer bezocht. Dit moest dus wel een engel of fee zijn. Hij was in ieder geval niet bang voor de vreemdeling. Zijn gezicht zag er erg vriendelijk uit.

De vreemdeling zei: “Zo, Midas, je bent een rijk man, zie ik.”

“Ach ja”, antwoordde de koning.

“Maar je lijkt niet erg gelukkig”, vervolgde de vreemdeling.

“Ach, ik zou er alles voor over hebben om de rijkste mens op aarde te zijn”, zei Midas. “Maar dit is nog maar een hopeloos beetje als je het vergelijkt met wat er in de wereld aan goud te halen is.”

“Dus je bent niet tevreden met alles wat je hebt?”, vroeg de vreemdeling.

Midas schudde zijn hoofd.

“Wat heb je nodig om een tevreden mens te kunnen zijn?” vroeg de vreemdeling.

De koning moest nadenken. Dus hij dacht, en dacht en dacht. Ergens had hij het gevoel dat deze vreemdeling hem zou helpen zijn wens te vervullen. Dus moest hij iets goeds bedenken. Wat zou hem de rijkste man op aarde maken? Toen bedacht hij een briljant plan.”

“Ik zou willen dat alles wat ik aanraak in goud verandert”, riep hij tenslotte.

De vreemdeling begon te glimlachen. “Prima, Midas, als dit echt is wat je wenst, zou ik je wens in vervulling kunnen laten gaan. Maar weet je zeker dat je er geen spijt van zult krijgen?”

“Welnee”, riep de koning. “Ik zal de gelukkigste man op aarde zijn!”

“Goed dan, zoals je wilt”, zei de vreemdeling. “Morgenochtend zul je mijn geschenk van de gouden aanraking ontvangen.”

Die nacht sliep de koning niet. Hij was als een klein kind dat in de ochtend zijn fel begeerde cadeau zou ontvangen. Zodra de zon in zijn slaapkamer begon te schijnen, sprong Midas uit zijn bed. Alles wat de koning aanraakte, werd goud. De koning haastte zich naar zijn bloementuin om de bloemen te vereeuwigen in goud. Daarmee zouden de bloemen flink in waarde stijgen, dacht hij. Zelfs de ontbijttafel veranderde hij in goud. De koning kreeg een vorstelijk ontbijt met veel vers fruit, gebakken eieren, versgebakken brood, maar het wachten was op zijn dochter Marygold, die huilend door de gang liep. Toen ze de ontbijtkamer binnenkwam, vroeg de koning waarom ze zo verdrietig was. Uit haar schort haalde ze een gouden bloem. “Kijk nu toch eens”, huilde ze, “de kleur van de bloem is helemaal weg en veranderd in een lelijke, gele kleur. En de geur is ook compleet verdwenen. Die arme bloemen, wat is er met ze gebeurd?”

“Ach, mijn lieve dochter”,  zei Midas, die zich schaamde te bekennen dat hij de bloemen hoogstpersoonlijk veranderd had. “Ga gezellig met mij aan tafel zitten om te genieten van een heerlijk ontbijt. Een gouden bloem blijft toch voor eeuwig en altijd mooi en zal niet binnen een dag verwelken, zoals een normale bloem zou doen?”

Midas nam een eitje dat, door de bedienden, al helemaal gepeld was. Maar het ei werd goud in zijn handen en een gouden ei kun je natuurlijk niet opeten. Daarna probeerde de koning een stuk van het brood te eten, maar ook deze werd bij de aanraking zo hard als steen. Toen begon de koning te beseffen dat hij met zijn geschenk van de gouden aanraking misschien wel helemaal niet zo gelukkig was. Hij keek naar het droevige gezicht van zijn dochter en besefte dat hij haar met het veranderen van de bloemen erg veel verdriet had gedaan. Toen wilde hij een slok van zijn koffie nemen, maar ook dat ging niet, want voordat het kopje zijn mond bereikte was de inhoud van het kopje niet vloeibaar meer.

“Och”, riep de koning. “Wat nu? Ik kan niet eens genieten van een stukje brood of een kop koffie, zoals de grootste armoedzaaier dat wel zou doen. Hoe kan ik dit ongedaan maken? Zou ik dan liever een armoedzaaier zijn in plaats van een koning met het meeste geld van de wereld?” De koning raakte er erg van in de war.

De koning keek naar zijn dochter en besefte dat hij rijkdom verkeerd had ingeschat. Tegenover hem zat zijn mooiste bezit en niets kon de waarde van zijn dochter overstijgen, ook het geschenk van de gouden aanraking niet. Er rolde een traan over zijn wang en toen Marygold dat zag, vroeg ze: “Lieve vader, wat is er toch aan de hand met je?”

“Mijn liefste Marygold, je zult je vader een oude dwaas vinden”, antwoordde de koning. Daarop stond Marygold op om haar vader een knuffel te geven en de koning gaf haar een kus. “Je bent een lieverd”, zei de koning. Maar Marygold antwoordde niet. Ze was namelijk veranderd in goud.

Ach, wat had hij gedaan? Met zijn aanraking had hij van zijn dochter een gouden beeld gemaakt! De koning, die op momenten dat hij bijzonder veel van zijn kind hield, altijd zei dat ze haar gewicht in goud waard was, had nu van die uitdrukking werkelijkheid gemaakt. Hoe dom was hij geweest. Hij zou al zijn rijkdommen direct afstaan als hij hiermee zijn dochter weer in haar oorspronkelijke staat terug zou krijgen.

Opeens stond daar de vreemdeling weer voor de deur.

“En Midas”, zei de vreemdeling, “bevalt de gouden aanraking je goed?”

Midas schudde zijn hoofd. “Ik ben erg ongelukkig”, zei hij. “Goud is niet alles. Ik heb alles verloren waar mijn hart echt om gaf. Ik besef nu dat een stukje brood beter is dan al het goud op aarde.”

“Dus je zou het geschenk van de gouden aanraking willen ruilen om je kleine Marygold weer terug te krijgen zoals ze een uur geleden was?” vroeg de vreemdeling.

“Niets liever dan dat”, antwoordde de koning.

“Je bent wijzer dan je was”, zei de vreemdeling, hem ernstig aankijkend. “Je hart is niet veranderd in goud. Je lijkt nu te begrijpen dat de meest voorkomende dingen die in ieders bereik liggen, veel waardevoller zijn dan de rijkdommen waar zoveel mensen wanhopig naar zoeken. Als je van de gave van de gouden aanraking af wilt, moet je in de rivier die langs je paleis stroomt duiken. Neem een vaas mee en vul deze met het water uit de rivier. Sprenkel het water op alle veranderingen die je ongedaan wilt maken. Als je dit in alle ernst en eerlijkheid doet, zal het de schade herstellen die je met je hebzucht hebt veroorzaakt.”

De koning wist niet hoe snel hij een vaas moest grijpen om ermee in de rivier te springen. In het water merkte hij dat hij veranderd was, hij voelde zich lichter en beslist gelukkiger. Hij vulde de kruik en snelde naar het paleis waar hij het water over Marygold goot. Niet alles, want dat was ook niet nodig, want hij had ook water nodig om de bloemen te herstellen. Marygold werd weer zichzelf en wist niet eens dat ze even een gouden beeld was geweest.

Midas vond het niet nodig om haar te vertellen hoe verschrikkelijk dwaas hij was geweest, maar liet liever merken hoeveel wijzer hij nu was geworden. Ze leefden nog lang en gelukkig en de kleinkinderen luisteren maar wat graag naar het wonderlijke verhaal van de oude koning. De koning keek nooit meer om naar goud, maar had alleen nog maar oog voor de echte schatten om zich heen.


Downloads