Toen Jack Frost jong was

Dit verhaal gaat over Jack Frost die in zijn jonge jaren niet wilde luisteren naar zijn moeder mevrouw de oude Noordenwind. Op een ochtend werd hij wakker en maakte met veel gekraak ook zijn moeder wakker. “Wat ben je aan het doen? Je maakt zoveel lawaai op dit vroege tijdstip in de ochtend”, mopperde ze.

“Het wordt tijd dat ik mijn ronde doe”, zei Jack Frost op ferme toon. “Ik wil vroeg beginnen zodat de boeren me niet voor zijn en hun mais en pompoenen al naar de schuur gebracht hebben. Ze zullen rekening met me moeten houden, moeder. Ik ben een pittige jonge man en dat zullen ze weten.”

“Ga terug naar bed jij”, zei mevrouw de oude Noordenwind. “Het is nog geen tijd voor vorst. Je moet zeker nog twee weken wachten voor je aan je ronde kunt beginnen.”

“Oh, moeder, jij bent zo ouderwets”, zei Jack Frost. “Ik wil nu aan de slag. Die boeren denken dat ze alles weten over het weer maar ik wil ze laten zien dat ik slimmer ben dan zij. Ik zal vanavond de vorst al brengen.”

“Luister naar mij, als jij al je mooie kleurplaten niet wilt bederven Jack dan ga je nu terug naar je bed en wacht je tot ik je roep. Ik mag dan ouderwets zijn maar ik weet wat de schoonheid van je werk waard is en je hebt een goede reputatie als kunstenaar.”

Maar Jack Frost vond, zoals menig zoon, zijn moeder veel te ouderwets. Maar om te voorkomen dat ze zich zorgen maakte, kroop hij weer in bed en bleef rustig. De hele dag hield hij zich ook stil maar toen het donker werd, luisterde hij of mevrouw de oude Noordenwind nog sliep voordat hij zachtjes uit zijn bed kroop. Heel stilletjes haalde hij zijn grote witte jas en pet tevoorschijn en daarna vulde hij zijn grote witte tas met wit glanzend ijs van zijn moeders borst. Hij stopt de zak helemaal vol. “Ik zal ze vanavond een goede vorst geven”, zei hij lachend bij de gedachte aan de verrassing die hij de boeren zou bezorgen.

Toen kroop hij zachtjes langs zijn slapende moeder en ging naar buiten en vloog snel over heuvel en dal. Overal verspreidde hij de witte vorst, en toen hij eindelijk klaar was met zijn werk, keek de oude Zonneman, die over de top van de heuvel te voorschijn kwam, met afschuw naar de witte wereld. “Jij schurk!” riep hij naar Jack Frost. “Jij bent veel te vroeg! Je hebt nu al je kleurplaten voor dit jaar verpest!”

“Oude dwaas, wat weet hij?” zei Jack tegen zichzelf, terwijl hij zich naar huis haastte. “Hij is net als moeder, gewoon ouderwets.” Jack kroop zachtjes in bed en pas toen zijn moeder hem riep, werd hij weer wakker.

“Kom”, zei ze op een dag. “Het is nu tijd voor je om aan het werk te gaan. Je kleurenplaten zullen nu prachtig worden. Maar wees voorzichtig mijn zoon, strooi vannacht alleen maar lichte vorst en doe dat morgenavond weer. Ik ga morgenochtend naar buiten om te zien hoe het eruit ziet.”

Jack Frost vertelde zijn moeder niet dat hij al eerder op pad was geweest. Hij hoefde het niet eens te vertellen want de volgende ochtend, voordat mevrouw oude Noordenwind op weg was, wist ze wat er was gebeurd toen ze over het landschap keek. Er was geen kleur te zien, alles was zwart en bruin. “Kom naar buiten en kijk naar je werk”, zei ze, tegen haar zoon. “Jij dacht dat je het beter wist dan je oude moeder.”

Jack Frost had geen idee wat mevrouw de oude Noordenwind bedoelde, maar hij voelde wel dat er iets mis was, dus volgde hij zijn moeder heel gedwee. Toen ze het bos bereikten, wist hij dat er inderdaad iets mis was. Er waren helemaal geen prachtig gekleurde bladeren aan de struiken of bomen te zien. Ze waren allemaal bruin en zwart. “Wat is er met mijn kleurplaten aan de hand?”, vroeg hij. “Ik dacht dat ze dit jaar heel mooi zouden zijn.”

“Je stal de kleuren weg voordat het tijd was. En je verraste niet alleen de boeren maar je verpestte ook al je prachtige kleurplaten. Bovendien bedroog je de mensen die ernaar op zoek waren. Dit jaar zal er geen vorst meer zijn omdat jij dacht dat je het beter wist dan ik. Ga naar huis, er is niets meer te doen voor je. Misschien luister je volgend jaar beter naar me en sta je dan niet op voordat ik je roep.”

Jack Frost ging naar huis, droeviger maar ook wijzer. Het hele volgende jaar sliep hij en hij stak zijn ijskoude neus niet onder zijn deken uit totdat de oude mevrouw Noordenwind hem weer riep.


Downloads