Op een zonnige ochtend werd een klein meisje genaamd Sophia wakker met koorts. Ze voelde zich warm en moe, en haar keel deed pijn.
Sophia’s ouders maakten zich zorgen om haar, dus besloten ze haar naar de dokter te brengen. Sophia was niet zo enthousiast over het idee, aangezien ze nog nooit naar de dokter was geweest en een beetje bang was.
Om Sophia te helpen zich beter te voelen over naar de dokter gaan, besloten haar ouders “dokter” te spelen met haar knuffels. Sophia’s ouders verzamelden al haar knuffels en zetten ze op de bank in de woonkamer.
Eerst deden ze alsof ze de temperatuur van de knuffeldieren opnamen met een speelgoedthermometer. “Oh nee, Pluisje de Beer heeft koorts!” riep Sophia’s moeder uit.
Vervolgens luisterden ze met een speelgoedstethoscoop naar de harten van de knuffeldieren. “Hmmm, ik denk dat het hart van Tweety prima klopt,” zei Sophia’s vader.
Ten slotte deden ze alsof ze de knuffelbeesten wat “medicijnen” gaven met behulp van speelgoedbekers en -lepels. “Alsjeblieft, meneer Konijn, dit zal je een beter gevoel geven,” zei Sophia’s moeder terwijl ze het knuffelkonijntje een zogenaamd lepeltje medicijn gaf.
Sophia vond het spel erg grappig en vond het leuk om samen met haar ouders te doen alsof ze de dokter was. Het hielp haar om zich meer op haar gemak te voelen om naar de echte dokter te gaan en het gaf haar een beetje moediger gevoel.
Toen ze bij de dokter aankwamen, was Sophia een beetje nerveus, maar ze was ook opgewonden om te zien wat de dokter zou doen. Toen de dokter naar Sophia’s hart begon te luisteren, begon ze een beetje bang te worden. Ze was het niet gewend dat iemand zo naar haar hart luisterde en ze begon te huilen.
Sophia’s ouders merkten dat ze van streek was en gaven haar snel haar favoriete knuffel om vast te houden. Sophia herinnerde zich dat ze eerder die dag “dokter” met haar knuffeldier had gespeeld en besefte dat de dokter haar alleen maar probeerde te helpen zich beter te voelen. De dokter bleef naar haar hart luisteren, controleerde haar keel en nam haar temperatuur op.
Daarna gaf ze Sophia een klein boekje met enkele handige illustraties over hoe ze voor zichzelf kon zorgen terwijl ze ziek was. De dokter gaf Sophia ook een klein kopje medicijnen om haar beter te laten voelen. Sophia hield niet van de smaak van het medicijn, maar ze wist dat het haar zou helpen beter te worden, dus dronk ze alles op.
Na het bezoek aan de dokter voelde Sophia zich veel beter. Ze was blij dat ze dapper was geweest en meer had geleerd om voor zichzelf te zorgen toen ze ziek was. Ze kon niet wachten om weer te gaan spelen en zich weer de oude te voelen.