Slaap kindje, slaap

“Slaap kindje, slaap.”

Helena speelde met haar poppen onder de esdoorn in de tuin. Het was de eerste warme lentedag en het kleine meisje was blij weer buiten te zijn en haar baby’s op een van de lage takken in slaap te wiegen.

Maar ze was niet de enige die een slaapliedje zong op die stralende, zonnige ochtend, want Moeder Natuur zong er ook een en een zacht briesje wiegde zachtjes een paar bruine wiegjes heen en weer in de boomtoppen. Sommige waren heel, heel klein, en anderen waren groter, maar elk hield een baby van kleine blaadjes vast, diep in slaap. De volgende keer dat Helena naar buiten kwam om te spelen, werden de baby’s in de boomtop wakker en zag ze ze in hun sierlijke groene nachthemden naar de wereld gluren. Gedurende de volgende week groeiden ze enorm, en een van hen kroop uit haar wiegje dat op de grond viel, maar het andere kindje bleef nog zitten in de boom.

Tegen de tijd dat de lente voorbij was, waren de baby’s groot en sterk geworden en spreidden ze prachtige groene parasols uit om hun vriendjes schaduw te geven tijdens de hete, stoffige zomerdagen. Toen de herfst aanbrak, gaf Moeder Natuur hen vakantie, en wat zagen ze er mooi uit in hun vrolijke jurken terwijl ze dartelden met de wind!

Toen namen ze afscheid van de esdoorn en gingen dansend en wervelend over de velden, om koning Winter te ontmoeten. Toen Helena in hun oude huizen, aan de boom keek, vond ze nog meer kleine bruine wiegjes, en ze wist dat daarin nieuwe bladbaby’s veilig slapen tot de lente weer komt om de aarde te bezoeken, en elke baby in de boomtop wakker maakt.


Downloads