Op een avond, toen de feeën een feestmaal hielden, gluurde Konijntje Wit uit zijn raam en zag ze ronddartelen. Konijntje en de feeën waren de beste vrienden omdat zijn familie al eeuwenlang de koets van de feeënkoningin had voortgetrokken. Maar vannacht zag Konijntje een vreemdeling in het midden van de feeën-groep. Ze was even klein als de anderen, maar heel anders gekleed. De feeën luisterden allemaal naar wat ze te zeggen had, in plaats van vrolijk te kletsen, zoals hun gewoonte was.

“Wie kan zij zijn?”, dacht Konijntje Wit, en omdat hij een heel nieuwsgierig wezen was, rende hij zijn huis uit naar de koets van de feeënkoningin om haar te vragen naar de kleine vreemdeling.

“Oh, dat is onze lieve Orianna, de Indianen-fee”, antwoordde de koningin, “en ze komt maar af en toe bij ons op bezoek.” En omdat Konijntje Wit zo geïnteresseerd was, vertelde de koningin hem nog meer over Orianna.

“Orianna woont in de buurt van de Indianen in een bos, en als je een hoge boom ziet met een opening aan de onderkant, als de deur van een wigwam, weet je dat het een huis van Orianna is. Heb je eigenlijk wel haar mooie kostuum gezien?”

Konijntje Wit vertelde de koningin dat hij Orianna niet van heel dichtbij had gezien, dus de koningin zei hem naar de feeën te rennen en de mooie jurk te bekijken die ze droeg. Orianna droeg de jurk van een Indianen-meisje, kleine mocassins aan haar voetjes en ze had twee kleine zwarte vlechtjes, maar wat Konijntje Wit het meest aantrok, waren haar vleugels. Ze leken helemaal niet op feeën-vleugels. Orianna’s vleugels waren de veren van een adelaar. Haar toverstok was ook anders, want in plaats van een toverstok droeg ze een kleine zilveren pijl en boog. De punt van de pijl was van goud.

Konijntje rende terug naar de koningin en vertelde haar dat hij Orianna de allermooiste van alle feeën vond. “Maar wat schijnt er zo op de punt van de pijl?”, vroeg hij.

“Oh, dat is de liefde die ze recht in de harten van alle Indianen schiet”, antwoordde de koningin.

“Orianna vliegt door haar boomhut naar de hoogste tak en schiet haar liefdespijl recht in het hart van alle Indianen. Daarom hebben de Indianen altijd zoveel liefde voor de natuur en dieren. Orianna staat altijd op de uitkijk vanaf het dak van één van haar huizen, en daarom komt ze zo zelden bij ons op bezoek.”

Op dat moment kwam Orianna de koningin welterusten wensen, en Konijntje Wit rende naar zijn huis, maar de volgende ochtend stond hij helder en vroeg op om de wigwambomen te zoeken. Maar hij vond er niet één, want de feeën zijn erg slim en niemand heeft ooit de plaatsen gevonden waar ze wonen.


Downloads