Er was eens, op een prachtige boerderij, genesteld in de glooiende heuvels, elk voorjaar een speciaal evenement. Alle babydieren die op de boerderij werden geboren, zouden aan de wereld worden getoond en mensen vanuit het hele land zouden de schattige kleine wezens komen bekijken.
De dag voor de festiviteit ging boer Mees de boerderij rond om te controleren of alles in orde was. Hij controleerde de lammetjes, die al aan het rondrennen en spelen waren in de wei. Hij zorgde ervoor dat de biggen schoon en droog waren en gaf de kuikens extra voer om ze groot en sterk te laten worden.
Toen de zon op de dag van het evenement begon op te komen, begonnen de dieren zich te roeren. De lammetjes blaten en de biggetjes knikten, allemaal benieuwd wat de dag zou brengen. De kippen kakelden en klapperden met hun vleugels, opgewonden om deel uit te maken van de festiviteiten. De lentelucht was warm en uitnodigend, en de weelderige groene velden en ontluikende bomen droegen bij aan de feestelijke sfeer van het evenement. De zoete geur van bloeiende bloemen vulde de lucht en de geluiden van tjilpende vogels en zoemende bijen waren overal op de boerderij te horen.
“Goedemorgen, mijn kleine vrienden!” riep boer Mees uit terwijl hij door de schuur liep. “Zijn jullie klaar voor de grote dag?”
De dieren antwoordden met opgewonden geluiden en al snel gingen de poorten open en begonnen de bezoekers te arriveren. Kinderen giechelden en gilden van plezier bij het zien van de schattige babydieren. De kinderen waren gefascineerd door het nieuwe leven en de energie die de lente op de boerderij bracht. Ze zagen de frisse, levendige kleuren van de bloeiende bloemen en de nieuwe bladeren aan de bomen. Ze zagen babykonijnen en eekhoorns rond de boerderij rennen en luisterden naar de melodie van de zingende vogels in de bomen.
Boer Mees legde de kinderen uit dat de lente een heel bijzondere tijd op de boerderij was, een tijd van vernieuwing en groei. “In de lente wordt het weer warmer, worden de dagen langer en ontwaakt alles uit zijn winterslaap”, zei hij. “Het is de perfecte tijd voor een nieuw leven om te beginnen.”
Ze vroegen hem wat hij in het voorjaar op de boerderij deed en hij legde uit dat het een erg drukke tijd van het jaar was voor boeren.
“In het voorjaar moeten we de velden klaarmaken voor beplanting, wat betekent dat we de grond bewerken en kunstmest toevoegen. We moeten ook beginnen met het planten van onze gewassen, zoals maïs, bonen en tomaten”, zei hij.
De kinderen keken uit over de uitgestrekte velden en konden zien hoeveel werk het zou kosten om alle gewassen te planten en te onderhouden. Ze waren onder de indruk van hoeveel zorg en hard werk er werd besteed aan het runnen van een boerderij.
“Naast het planten moeten we ook voor onze dieren zorgen”, vervolgde boer Mees. “We moeten ervoor zorgen dat ze voldoende voedsel, water en onderdak hebben, en dat ze gezond en gelukkig zijn.”
De eerste stop op de tour was de schaapskooi, waar de lammetjes rond hun moeders huppelden. “Wist je dat lammetjes de stemmen van hun moeder vanaf de geboorte kunnen herkennen?” vroeg boer Mees aan de kinderen. “Ze hebben ook een heel sterk reukvermogen, waardoor ze dicht bij hun moeder kunnen blijven.”
Vervolgens gingen ze op bezoek bij de biggetjes, die in een grote berg hooi waren gekropen. “Wist je dat varkens wel 200 verschillende geuren kunnen herkennen?” zei boer Mees. “En ze zijn ook heel slim! Sommige mensen trainen ze zelfs om kunstjes te doen.”
De kinderen liepen door naar het kippenhok, waar de kuikentjes gluurden en tjilpten. “Wist je dat kuikens al met elkaar kunnen communiceren voordat ze uitkomen?” zei boer Mees. “Ze kunnen elkaar horen en naar elkaar gluren vanuit hun eieren!”
Naarmate de dag vorderde, raakten de kinderen steeds meer gehecht aan de babydieren. Ze knuffelden de lammetjes, kietelden de biggetjes en hielden de kuikens in hun handen. Ze voelden de liefde en zorg die boer Mees en zijn familie staken in het zorgen voor de dieren.
Aan het einde van de dag, toen de zon onderging, namen de kinderen afscheid van hun nieuwe dierenvriendjes. Ze hadden zoveel geleerd over de verschillende babydieren op de boerderij en hadden er heel veel plezier gehad. De kinderen konden niet anders dan glimlachen toen ze de bezienswaardigheden en geluiden van het lenteseizoen in zich opnamen. Ze waren dankbaar dat ze de vreugde en het wonder van de lente op de boerderij konden ervaren, omringd door alle schattige babydieren.
De kinderen keken al uit naar het volgende voorjaarsevenement. Ze wisten dat, hoeveel ze ook leerden of hoeveel nieuwe babydieren ze ook zagen, de magie van de lente op de boerderij nooit zou vervagen.