Een duivenverhaal

Een meneer had twee koppels duiven die in duiventillen naast elkaar woonden. In elke duivenfamilie was er een vader- en moederduif en twee kleintjes. Op een zekere dag gingen de ouders in een duiventil weg om eten te halen, en terwijl ze weg waren, viel een van hun vogeltjes uit de duiventil, op de grond.

Het arme babyvogeltje was niet erg gewond, vreemd genoeg, maar hij kon niet terug, want hij was te jong om te vliegen. De ouders in de andere duiventil waren thuis toen dit gebeurde, en het leek alsof ze tegen zichzelf zeiden: “Een van onze baby’s zou er op dezelfde manier uit kunnen vallen. We moeten iets doen om de duiventil veiliger te maken.”

En toen gingen deze wijze, voorzichtige vader en moeder aan het werk. Ze vlogen rond om wat kleine stokjes te zoeken. Deze droegen ze naar hun eigen duiventil en daar, in de deuropening, bouwden ze een hek van stokken!

Niet zo hoog dat de jonge duiven er niet meer overheen konden kijken, maar hoog genoeg om te voorkomen dat ze ooit uit de duiventil zouden vallen, zoals hun kleine buurvrouw had gedaan.

De eigenaar van de duiven, die het vogeltje had zien vallen en het weer in zijn duiventil had gezet, keek de hele tijd, vol interesse, naar de vogels terwijl ze de stokken verzamelden en het kleine hek maakten.


Downloads