Sallie Hicks was een klein meisje dat meestal braaf was, maar ze had één slechte gewoonte, en die werd veroorzaakt door de wijsvinger van haar rechterhand. Sallies rechter wijsvinger zou in dingen terecht komen die niet zouden moeten en dit veroorzaakte veel problemen voor Sallies moeder. En Sallies straffen waren meestal veroorzaakt door die weerbarstige rechter wijsvinger….
Op een dag zette Sallies moeder een schaal met hete jam op de keukentafel, om af te koelen. Ze zei tegen Sallie dat het heet was en dat ze het niet mocht aanraken. Maar zodra haar moeder de keuken uit was en de kok de andere kant op keek, vergat Sallie Hicks de waarschuwing van haar moeder en daar ging de ondeugende rechter wijsvinger regelrecht in de hete jam.
O, wat schreeuwde Sallie van pijn! En ze vergat helemaal de wijsvinger in haar mond te steken om de jam nog te proeven, haar vinger brandde zo erg. Dikke, grote tranen liepen over Sallies mooie roze wangen en haar moeder en grootmoeder, en ook de kokkin, kwamen aanrennen om te zien wat er aan de hand was. De kleine wijsvinger vertelde het verhaal zelf en moest in een zacht stuk stof met verkoelende zalf worden gewikkeld.
“Ik heb je steeds gezegd dat je op een dag die vinger zou verbranden”, zei haar moeder, “en nu je me niet gehoorzaamde, moet je tot de lunch in de grote stoel in de hal blijven zitten en met niemand praten. Ik wil dat je nadenkt over die ondeugende vinger.”
Sallies grootmoeder liep haar voorbij in de gang, boog zich naar haar toe en kuste haar. “Het spijt me dat grootmoeders kleine meisje zo ondeugend was en straf heeft”, zei ze. “Maar goede kleine meisjes luisteren naar hun moeders en krijgen geen verbrande vingers.”
Sallie zag haar grootmoeder naar boven gaan en toen keek ze naar de foto van haar overgrootmoeder, die aan de muur hing.
“Ik vraag me af of Grootmoeder Groot ooit grootmoeder heeft moeten straffen”, dacht Sallie. “Ik vraag me af of grootmoeders altijd heel goede kleine meisjes waren?”
Sallie keek ook naar haar Grootvader Groot en vroeg zich af hoe het kwam dat, hoewel zij de vader en moeder waren van haar eigen lieve grootmoeder, zij mooi zwart haar hadden, glad en glanzend, terwijl haar grootmoeder en grootvader wit haar hadden. Sallie keek naar de wijsvinger die helemaal omwikkeld was met de stof, en ze bedacht hoe vreselijk het zou zijn als haar vinger net zo bleef zoals hij er nu uitzag, ook als de vinger zou groeien. Toen keek ze Grootmoeder Groot weer aan en haar ogen leken recht naar die kleine verbrande wijsvinger te kijken.
Sallie verstopte haar rechterhand achter haar, maar de ogen van Grootmoeder Groot keken Sallie nog steeds recht aan. Sallie knipperde met haar ogen en keek nog een keer, want ze dacht dat Grootmoeder Groot naar haar glimlachte. Sallie keek aandachtig naar de foto en Grootmoeder Groot leek haar hoofd naar Sallie te schudden.
“Heeft jouw kleine meid nooit iets ondeugends gedaan?”, vroeg Sallie. Grootmoeder Groot glimlachte. “Ik had vroeger ook een paar kleine meisjes, maar het waren allemaal goede kleine meisjes”, zei Grootmoeder Groot.
“Altijd?” vroeg Sallie.
“Ja, ik kan me niet herinneren dat ze ooit iets ondeugends hebben gedaan,” zei Grootmoeder Groot. “Maar weet je, liefje, het is lang geleden. Ik heb mijn kleine meisjes heel lang geleden gekregen.”
“Misschien ben je het vergeten als het zo lang geleden is”, zei Sallie. “Hebben jouw kleine meisjes nooit hun wijsvinger ergens ingestoken om het te proeven?”
“O jee, ja! Ik herinner me nu dat je grootmoeder haar wijsvinger, de rechter wijsvinger was het ook, een keer in het wiel van de wringer stak om te zien wat er zou gebeuren,” zei Grootmoeder Groot.
“Heeft ze toen gehuild?” vroeg Sallie.
“O jee, ja, de arme kleine meid. ze huilde heel hard. Ik was zo bang dat ik ook huilde. Haar arme pink groeide uiteindelijk nooit helemaal meer goed daardoor”, zei Grootmoeder Groot met een zucht.
“Huilen moeders dan als kleine meisjes zich verbranden wanneer ze hun vingers in dingen steken die niet mogen?” vroeg Sallie.
“Natuurlijk doen ze dat, liefje. Moeders huilen vaak om hun kleine meisjes als ze stout zijn”, zei Grootmoeder Groot.
“Ik wil niet dat moeder huilt”, zei Sallie.
“Natuurlijk wil je dat niet”, zei Grootmoeder Groot. “Dus je steekt je vinger nergens meer in, hè?” Voordat Sallie Grootmoeder Groot kon beloven dat ze een braaf meisje zou zijn, hoorde ze iemand roepen: “Sallie, Sallie, kom, we gaan lunchen” Sallie opende haar ogen, want ze had al die tijd geslapen en gedroomd, en daar stond haar moeder in de deuropening.
“Moeder, vergeten moeders hoe ondeugend hun kleine meisjes waren als ze opgroeien?” vroeg Sallie.
“Ik denk het wel”,’ zei haar moeder. “Ik hoop dat je braaf zult zijn voordat je groot bent, en dat ik zal vergeten hoe stout je vanmorgen was.”
“Grootmoeder Groot vertelde me dat moeders vergeten dat hun kleine meisjes ooit ondeugend waren, als ze opgroeien,” zei Sallie.
“Je bedoelt dat je grootmoeder het je heeft verteld, niet Grootmoeder Groot”, zei Sallies moeder. “Je hebt Grootmoeder Groot nooit gekend, liefje.”
“Nou, dat heeft ze me zojuist verteld,” zei Sallie, “en ze zei ook dat grootmoeder een keer haar vinger in het wiel van de wringmachine had gestoken en dat zij ook huilde omdat grootmoeder, die toen haar kleine meisje was, huilde en gewond raakte.”
“Waar heeft het kind het over?” zei Sallies moeder.
“Ze heeft geslapen en gedroomd”, zei Sallies grootmoeder, terwijl ze Sallie in haar armen nam. “Ik liet haar mijn wijsvinger zien waar het pijn deed toen ik een klein meisje was en vertelde haar dat ze op haar wijsvinger moest letten, anders zou ze zich, net als ik, vreselijk pijn kunnen doen.”
“Dacht je dat de foto van Grootmoeder Groot tegen je sprak?”, vroeg ze aan Sallie.
“Dat deed ze echt,” zei Sallie, “en ze zei dat moeders altijd huilden als hun kleine meisjes stout zijn. Oh, lieve moeder, ik wil je niet aan het huilen maken, en ik zal mijn vinger nergens meer in steken, echt waar. Ik doe het nooit meer!” snikte Sallie.
“Ze is nog maar half wakker”, zei haar grootmoeder. Toen nam Sallies moeder haar in haar armen nam en kuste haar. Sallie hield haar belofte, maar vaak droomde ze dat Grootmoeder Groot met haar praatte. De rechterwijsvinger bracht haar gelukkig niet meer in de problemen. Sallie Hicks kijkt nog vaak naar de portretten van Grootvader en Grootmoeder Groot, in de hal. Maar Grootmoeder Groot heeft sinds die dag nooit meer met haar gesproken. Maar Sallie Hicks glimlacht naar haar en soms lijken de ogen terug te glimlachen, en Sallie vraagt zich dan af of het echt gebeurt of niet.