“Weg met jou, verachtelijk insect!” zei een Leeuw boos tegen een Mug die om zijn hoofd zoemde. Maar de Mug ging onverstoorbaar verder met zoemen.
“Denk je soms”, zei hij hatelijk tegen de Leeuw, “dat ik bang ben voor je omdat ze je Koning noemen?”
Het volgende moment vloog hij op de Leeuw af en gaf hem een scherpe prik in zijn neus.
Gek van woede haalde de Leeuw, met zijn klauw, uit naar de Mug.
Maar hij slaagde er alleen in zichzelf met zijn klauwen te grijpen.
Keer op keer stak de Mug de Leeuw. De Leeuw brulde er verschrikkelijk van.
Eindelijk, uitgeput van woede en bedekt met wonden, die hij met zijn eigen tanden en klauwen had gemaakt, gaf de Leeuw de strijd op.
De Mug zoemde vrolijk weg om de hele wereld over zijn overwinning te vertellen.
Maar in plaats daarvan vloog hij regelrecht in een spinnenweb.
En daar kwam hij, die de Koning der beesten had verslagen, tot een ellendig einde.
Hij werd de prooi van een kleine Spin.