De koningsdag van het koningshondje

Er was eens een hondje genaamd Buddy. Buddy was een speciaal hondje, want zijn baasje was de koning van het land. Buddy was heel lief en slim en hij hield van avonturen. Maar er was één dag in het jaar waarop hij altijd een beetje verdrietig was en dat was Koningsdag. Want hoewel de koning en zijn familie altijd op pad gingen om feest te vieren, mocht Buddy nooit mee. Hij bleef altijd alleen achter in het paleis. Maar Buddy was vastbesloten om dit jaar stiekem mee te gaan.

Hij had alles al klaargelegd. Een oranje halsband, twee rood, blauw, wit gestreepte strikken voor om zijn oren en een klein gouden kroontje. Op de avond voor Koningsdag verstopte de opgedofte Buddy zich in de gouden koets van de koning. Hij zorgde ervoor dat hij zich goed verstopte tussen de kussens en hield zich heel stil. De volgende ochtend ging de koning al vroeg op pad met zijn gezin. Eén van de prinsjes zei: “Wat jammer dat Buddy niet mee mag, hij had het vast leuk gevonden.”

Toen ze al ver op weg waren, sprong Buddy plotseling op schoot bij het prinsje. “Woef, woef!” blafte hij. “Buddy, wat doe jij hier?” zei het prinsje verbaasd. “Jij mag hier helemaal niet zijn!” Buddy kwispelde met zijn staartje en keek naar het prinsje alsof hij wilde zeggen: “Maak je geen zorgen, ik ben hier om plezier te maken!”

De koning en zijn gezin waren verbaasd dat Buddy ineens tevoorschijn kwam, maar ze konden hem niet meer terugsturen naar het paleis. Buddy had zo zijn best gedaan om mee te gaan, en ze besloten dat hij mocht blijven. “Je hebt geluk, kleine vriend,” zei de koning tegen Buddy. “Maar je moet wel heel goed luisteren en je gedragen.”

Buddy was dolblij en kwispelde zo hard met zijn staartje dat iedereen begon te lachen. Buddy was heel blij dat hij eindelijk Koningsdag kon vieren. Hij rende door de straten en speelde met andere hondjes. Hij keek naar de prachtige parade die voorbijtrok en hij snoof de heerlijke geuren op van al het eten dat er te krijgen was. Hij liep langs de kraampjes met speelgoed en prachtige kleding en hij keek zijn ogen uit. “Welkom, Buddy!” zeiden de mensen. “Wat leuk dat je erbij bent!” Buddy kreeg heel veel knuffels en genoot van alle activiteiten. Ze gingen koekhappen, naar de rommelmarkt, naar een concert van schoolkinderen en naar een wedstrijd pannenkoeken eten.

Toen het tijd was voor het grote feest op het plein, stond Buddy vooraan om mee te dansen en te zingen. Hij sprong en blafte en kwispelde met zijn staartje en de mensen lachten en juichten hem toe.

“Kijk, Buddy!” zei het prinsje terwijl hij hem een stukje pannenkoek gaf. “Dit is toch veel leuker dan thuis in het paleis zitten?” Buddy kwispelde met zijn staartje en blafte vrolijk. Hij was zo blij dat hij eindelijk mee mocht om Koningsdag te vieren.

Toen het feest voorbij was, was Buddy heel moe maar ook heel gelukkig. Hij was blij dat hij zijn droom had waargemaakt en mee mocht naar Koningsdag. “Dank je wel, prinsje,” zei hij terwijl hij tegen het prinsje aan kroop. “Dit was het beste Koningsdagfeest ooit!”


Downloads