De Kikkers en de Feeën

In een vijver in een vallei leefde eens een grote familie Kikkers. Op een dag, toen de zon scheen, kwamen alle jonge Kikkers uit het water en sprongen op de oever. “Ik denk dat het leuk zou zijn om te zien wat er in de vallei naast deze vijver is”, zei Billy Bull, een jonge en nieuwsgierige Kikker.

“Wat zeggen jullie ervan om vannacht te gaan, tegen de tijd dat de leeuwerik zingt, bij het licht van de maan?”

“Ja, laten we gaan, laten we gaan, Billy Bull,” zeiden alle andere jonge Kikkers in koor.

“Blijf liever thuis, blijf liever thuis”, kwaakte hun oude Grootvader Brulkikker vanaf zijn stoel, op een boomstronk aan de rand van de vijver.

“O, hoor oude Opa weer eens kwaken!” zei Billy Bull, “hij is in zijn hele leven nog nooit uit deze vijver geweest dus wat weet hij van de vallei?”

“Blijf liever thuis, blijf liever thuis”, kwaakte Grootvader Kikker.

“Dat kan, Grootvader Kikker, als jij dat wilt, maar wij jonge Kikkers gaan vanavond op pad, als de leeuweriken zingen. Als we terugkomen, zullen we je vertellen wat er in de vallei te zien is”, zei Billy Bull.

Die nacht, toen de maan opkwam en door de bomen scheen, sprongen alle jonge Kikkers uit de vijver.

“Blijf liever thuis, blijf liever thuis”, kwaakte Grootvader Kikker weer, vanuit zijn stoel op de boomstronk. Maar de jonge Kikkers lachten alleen maar toen de waarschuwing van Grootvader hen door het dal volgde: “Blijf liever thuis, blijf liever thuis.”

Nu gebeurde het dat de Feeën die avond een feest hielden. Toen Billy Bull en alle andere jonge Kikkers in het midden van de vallei heen en weer sprongen, zagen ze de felle lichten van de lantaarns van de vuurvliegjes.

“Het lijkt erop dat alle vuurvliegjes in de wereld zich voor ons hebben verzameld, om lekker van te smullen”, zei Billy Bull. “Wat een geluk voor ons.”

In de verte hoorden ze Grootvader Kikker nog steeds zijn waarschuwing kwaken: “Blijf liever thuis, blijf liever thuis.” Maar de jonge Kikkers luisterden niet naar de waarschuwing. Zij zagen alleen de vuurvliegjes en het feest dat ze voor hen in petto hadden. De Kikkers hadden de Feeën nog nooit eerder gezien en ze dachten dat ook zij kleine insecten waren. Dus, zonder te stoppen om na te denken of eerst wat dichterbij de Feeën te kijken, sprongen Billy Bull en al zijn neven en nichten er middenin. Maar de Feeën waren net zo snel als de Kikkers, en de Kikkers waren nog maar net in hun midden gesprongen of alle toverstokken van de Feeën gingen omhoog, en daar stond elke Kikker stokstijf stil. Ze waren niet meer in staat om te bewegen. Ze konden alleen maar staren en luisteren.

“Wat zijn dat voor wezens die ons durven te storen?”, vroeg de Feeënkoningin.

“Majesteit, het zijn Kikkers,’ zei een vuurvlieg, “en ik denk dat ze van plan waren alle vuurvliegjes op te eten.”

“De lantaarndragers van de Feeën opeten?” zei de Feeënkoningin. “Daar zullen ze voor boeten.”

“We halen aan elke voorpoot van de Kikkers een teen weg. Dan blijven deze Kikkers waarschijnlijk wel thuis en huppelen ze ‘s nachts niet meer rond. Waar leven ze eigenlijk?” vroeg de Feeënkoningin.

“In de vijver aan het eind van de vallei”, zeiden de vuurvliegjes.

“Stuur ze naar huis”, zei de Koningin, “en elke keer dat ze ver van hun vijver afdwalen, verliezen ze nog een teen.”

De toverstokken van de Feeën gingen over de poten van de Kikkers. En daar waar de Kikkers eerst vijf tenen hadden, bleven er nog slechts vier over aan elk van hun voorpoten. Toen tikten ze met hun toverstokken op de hoofden van de Kikkers en dreven ze terug naar hun vijver. De Feeën gingen weg en keken niet meer achterom.

“Je had beter thuis kunnen blijven, je had beter thuis kunnen blijven”, kwaakte Grootvader Kikker terwijl de jonge Kikkers bedroefd in de vijver sprongen en zich in de modder op de bodem begroeven.

En zo komt het dat er wordt gezegd dat Kikkers vijf tenen aan elk van hun achterpoten kregen en slechts vier tenen aan elke voorpoot. Als ze naar de waarschuwing van Grootvader Kikker hadden geluisterd, dan hadden ze hun andere teen ook nog gehad…


Downloads