Lang, lang geleden, in een klein Nederlands dorpje, woonde een jongen genaamd Willem. Iedereen in het dorp kende Willem als “stoute Wim” of “luie Wim.” Hoewel hij een goed hart had, was Willem vaak ondeugend en luierde hij graag de hele dag rond.
Toen de tijd van Sinterklaas naderde, werd het dorp overspoeld met opwinding. De kinderen schreven hun verlanglijstjes, zetten hun schoenen klaar, en droomden over de geschenken die ze zouden krijgen.
Willem, die ook dol was op kado’s, dacht niet na over zijn gedrag. Hij lachte zelfs over zijn stoute streken en vertelde aan zijn vriendjes dat Sinterklaas hem toch wel mooie cadeaus zou geven.
Op de grote dag, toen Sinterklaas eindelijk het dorp bezocht, waren alle kinderen dolblij met hun geschenken. Maar toen Willem zijn cadeau opendeed, was zijn vreugde van korte duur.
Hij kreeg een grote roe, en niets anders!
Willem’s vader keek hem streng aan en zei: “Ja, jongenlief, dat heb je juist verdiend! Had jij maar goed je best gedaan, dan zou je nu niet verlegen staan!”
Willem’s hart brak, en tranen vulden zijn ogen. Hij keek naar de andere kinderen en besefte dat hij iets belangrijks had gemist. Niet de cadeaus, maar de vreugde van een goed en hardwerkend leven.
Het volgende jaar veranderde Willem volledig. Hij deed goed zijn best op school, hielp zijn ouders, en was vriendelijk tegen iedereen in het dorp. De grote roe had hem een les geleerd die hij nooit zou vergeten.
En toen Sinterklaas weer kwam, kreeg Willem niet alleen prachtige kadootjes maar ook een persoonlijke brief van Sinterklaas, die zijn verandering prees.
De grote roe kreeg een speciale plaats in Willem’s kamer, zodat hij nooit zou vergeten om zich goed te gedragen.
Het verhaal van Willem’s grote roe werd een legende in het dorp en een les voor alle kinderen.
En zo leefde Willem, niet langer “stoute Wim” maar “wijze Wim”, nog lang en gelukkig, dankbaar voor de les die Sinterklaas hem had geleerd.