De grappige paashaas

Moeder Pluisstaart zat in haar rode pluchen schommelstoel heen en weer te wiegen en te zingen: “Helaas! Helaas! Ik heb honger en moet grazen, maar ik heb geen eieren voor Pasen.”

Op dat moment kwam er een grappig konijntje langs, met een huppel en een sprong, en zei: “Oh, moeder Pluisstaart, geen eieren voor Pasen, geen eieren voor de Pluisstaartjes? Dat kan toch niet!” Dit zeggende, leende hij de marktmand van moeder Pluisstaart en ging hip-hop naar de kleine bruine kip die in de straat woonde en zei: “Geef me alsjeblieft eieren waar de Pluisstaartjes van kunnen smullen, genoeg om mijn marktmand te vullen.”

De Kleine Bruine Hen zei: “Als je me maïs brengt om van te smullen, zal ik je mandje voor Pasen vullen.”

Toen ging het grappige konijntje, met een huppel en een sprong, naar de kleine oude boer die in het veld woonde en zei: “Geef me alsjeblieft maïs, voor de kip om van te smullen, genoeg om mijn marktmand te vullen.”

De boer antwoordde: “Breng me een zak met gemalen meel om van te smullen, en dan ik zal je mand veilig en wel vullen.”

Het grappige konijntje sprong ervandoor, totdat hij bij de molenaar kwam en zei: “Geef me alsjeblieft een zak meel, voor de boer om van te smullen, genoeg om mijn marktmand te vullen.”

De molenaar lachte tot zijn ronde dikke buik er van trilde en antwoordde: “Haha wat ben jij een held, ik zal je meel geven voor geld!”

Toen ging het grappige konijntje op een steen zitten om na te denken. Hoe moest hij aan geld komen?

Het werd donker en de kleine bergmannetjes kwam een voor een naar buiten, om te gaan graven naar sprookjesgoud.

Toen het grappige konijntje ze zag, riep hij: “Geef me alsjeblieft geld, anders gaat de molenaar brullen, genoeg om mijn marktmandje te vullen.”

Nu wilden de kleine bergmannetjes niet iets voor niets geven, dus riepen ze: “Met een hop en een sprong, meet onze heuvel en al onze spullen en je lege mand zullen we snel vullen.”

Natuurlijk hadden de kleine bergmannetjes nooit gedacht dat hij het zou doen, dus gingen ze door met graven naar sprookjesgoud.

Het grappige Konijntje meende het heel serieus, want hij dacht aan Moeder Pluisstaart die bedroefd heen en weer wiegde in haar schommelstoel van rood pluche, dus van de madeliefjes naar de appelboom ging hij, huppelend, om alles te meten.

Hij deed het zo snel als de wind!

Hij kwam zingend terug en zei: “Je heuvel is zo lang en je heuvel is zo breed!”

De kleine bergmannetjes waren zo verrast dat hij hun vraag had beantwoord dat ze allemaal stopten met graven en zich rond het grappige konijntje verdrongen. “Klik, klik, klik”, lieten ze goud in zijn marktmandje vallen.

Toen rende hij met een huppel en een sprong naar de molenaar en kocht een zak meel. Hij bracht de maaltijd naar de boer en kocht de maïs. Daarna bracht hij de maïs naar de Kleine Bruine Kip, die in de straat woonde, en ze telde een dozijn, twee dozijn, drie dozijn, vier dozijn, vijf dozijn mooie witte eieren uit. Ze vulden de marktmand die het grappige konijntje droeg.

Toen hij thuiskwam, zette hij de marktmand voor moeder Pluisstaart neer en zei: “Ik ben het grappige konijntje en ik geef je deze eieren en mijn lach, ik wens je een fijne Paasdag!”

Moeder Pluisstaart stopte met heen en weer wiegen; maar voordat ze “Dank je wel” kon zeggen, was het grappige konijntje verdwenen.

Moeder Pluisstaart verfde alle paaseieren en verstopte ze overal.

Op paasmorgen riepen alle Pluisstaartjes: “Oh” en “Ah”, want ze vonden de paaseieren in hun schoenen, in hun havermoutkommen en op de meest onverwachte plaatsen.

Precies op dat moment gluurde het grappige konijntje door het raam en riep, terwijl hij een heerlijk suikerachtig ei omhoog hield: “Vriendelijkheid komt af en toe terug, zie mijn paasei”, zei hij verlegen. “Van de kleine bergmannetjes gekregen!”

Het grappige konijntje was altijd zo aardig voor de kleine Pluisstaartjes dat de kleine bergmannetjes hem wilden bedanken.

Toen, met een twinkelende neus en dansende tenen, ging het grappige konijntje, er vandoor: “Als iemand mij wilt roemen, zouden ze mij de paashaas kunnen noemen!”

Downloads