Er was eens een kleine jongen genaamd Leo die in een gezellig huisje op het platteland woonde. Elke dag stond Leo vroeg in de ochtend op, trok zijn oranje schooluniform aan en wachtte geduldig bij de bushalte tot de schoolbus aankwam.
De buschauffeur was een zeer oude man genaamd meneer Jones, en hij reed al vele, vele jaren in dezelfde bus. Hoewel meneer Jones een vriendelijke en zachtaardige man was, viel hij tijdens het rijden vaak in slaap achter het stuur.
Op een dag, toen Leo en de andere kinderen op weg waren naar school, viel meneer Jones in slaap net toen de bus een bocht in de weg naderde. Maar in plaats van te crashen, veranderde de bus plotseling in een magisch voertuig dat kon vliegen!
De kinderen juichten van opwinding toen de bus door de lucht vloog, langs velden, bossen en rivieren. Ze voelden zich alsof ze op het meest ongelooflijke avontuur van hun leven waren.
Terwijl ze vlogen, nam de bus hen mee naar allerlei fantastische plekken. Ze bezochten een prachtige speeltuin waar ze konden schommelen op de hoogste schommels en van de langste glijbanen konden glijden. Ze stopten zelfs bij een bushalte in de wolken, waar ze een vriendelijke wolk tegenkwamen die hen een ritje aanbood op zijn regenboogkleurige paraplu.
Maar het leukste deel van hun reis was toen de bus hen meenam naar een land vol zoetigheden en snoep. Daar zagen ze gigantische lolly’s, torenhoge ijshoorntjes en velden vol met chocolade en karamel. De kinderen renden rond en vulden hun zakken met zoveel snoep als ze konden dragen.
Uiteindelijk keerde de bus terug naar de echte wereld, en meneer Jones werd net op tijd wakker om de kinderen veilig naar school te brengen. Leo en zijn vrienden konden niet wachten om nog een avontuur te beleven met de magische schoolbus, en ze wisten dat zolang meneer Jones reed, ze altijd de spannendste ritten naar school zouden hebben.
