De Dagpauwoogvlinders

De heel gewone kleine juffrouw Vlinder zat op een dag in een struik, toen meneer Pauw kwam aanlopen, met zijn staart wijd gespreid.

“Oh”, zuchtte juffrouw Vlinder. “Wat is hij toch knap! Kon ik maar een jurk hebben in de kleuren van de staart van meneer Pauw, dan zouden alle andere vlinders ter wereld jaloers op mij zijn.

“Maar kijk mij hier, slechts een eenvoudig wezentje, zonder enige kleur om over op te scheppen, terwijl al mijn neven en nichten prachtig gekleurde jurken hebben.”

En zo droomde deze eenvoudige kleine vlinder verder over de knappe meneer Pauw. “Ik vraag me af of hij ijdel is?”, zei ze hardop.

“IJdel! Natuurlijk is hij dat. Er is niemand ter wereld zo ijdel als hij”, zei een Bij, die vlakbij honing uit een bloem dronk. Juffrouw Vlinder stelde geen vragen verder en de Bij had het te druk om nog meer te zeggen. Maar toen hij wegvloog, begon juffrouw Vlinder na te denken, en hoe meer ze nadacht, des te sterker werd haar voornemen om naar meneer Pauw te vliegen en met hem te praten.

Dus ze ging naar hem toe. “Meneer Pauw”, zei ze, ‘ik vraag me af, heb je jezelf nooit willen zien? Je bent zo knap.”

“Ik heb mezelf al gezien”, antwoordde meneer Pauw. “Ik staar vaak in de vijver en kijk naar mijn knappe zelf.”

“O, maar dat bedoel ik helemaal niet”, zei juffrouw Vlinder. “Stel dat je het patroon van je mooie staart helemaal om je heen zou zien vliegen. Dan zou je naar je schoonheid kunnen kijken zoals die werkelijk is.”

“Ik begrijp niet helemaal wat je bedoelt”, zei meneer Pauw die niet erg snel van begrip was.

“Ik bedoel, als je mij twee mooie veren uit je mooie staart zou geven, zou ik een mooiere jurk kunnen hebben dan welke andere vlinder dan ook ter wereld”, zei de kleine vlinder terwijl ze charmant lachte. “Je zou de de geel-zwarte vlinders niet meer horen en die bruin-zwarte vlinders die zeggen dat ze de mooiste wezens in de tuin zijn, zou je ook niet meer horen. Ik zou ze allemaal overtreffen!”

Meneer Pauw stond op en stapte rond, en de hele tijd vloog de kleine juffrouw Vlinder dicht naar hem toe en vleide hem met mooie praatjes.

“Oh, wat zouden ze jaloers zijn als ik een jurk had, net zoals jouw mooie staart, want er zijn geen andere kleuren in de wereld die zo prachtig zijn! Ze zouden me dan de Dagpauwoog-vlinder noemen! Denk daar eens over na! De mooiste vlinder ter wereld zou naar jou vernoemd zijn, meneer Pauw!”

Meneer Pauw kon deze vleierij niet weerstaan. Hij vertelde haar dat ze twee veren kon kiezen die ze het mooist vond en iemand moest zoeken om ze eruit te halen. Het kostte juffrouw Vlinder nog geen minuut om naar de boom te vliegen waar meneer Specht aan het werk was en zijn hulp te vragen, want ze wist dat hij vlinders niet lastig viel. Zijn werk was om kleine insecten te vinden.

Voor het einde van de zomer zagen de tuinmannen juffrouw Vlinder, maar nu niet als gewoon vlindertje, want ze droeg de mooiste jurk van de tuin: blauw, oranje geel en zwart! Alle andere vlinders waren vanaf dat moment jaloers op de Dagpauwoog-vlinders want zij droegen niet alleen de mooiste jurken van de tuin maar zelfs de mooiste jurken van de wereld!

En Meneer Pauw pronkt nog meer dan ooit als hij één van de knappe wezens ziet die hij heeft helpen aankleden, maar niemand weet dat de familienaam Dagpauwoog is ontstaan door de vleierij van de gewone kleine juffrouw Vlinder!


Downloads