Bonnie Prins Charlie

Prins Charlie was de kleinzoon van koning James II, die van de troon van Engeland werd verdreven omdat hij een egoïstische man en een slechte heerser was. De jonge prins Charlie probeerde de kroon weer terug te winnen. Hij kwam vanuit Frankrijk naar Schotland, met slechts zeven volgelingen. Maar al snel voegden een groot aantal Schotten zich bij hem, want hij was zo vrolijk, knap en vriendelijk dat iedereen die hem zag van hem hield. Ze noemden hem “Bonnie Prins Charlie”. Maar hoewel de prins en zijn volgelingen erg dapper waren, hadden ze geen kans tegen de goed opgeleide soldaten van koning George van Engeland. Ze wonnen een paar overwinningen maar daarna werden ze grondig verslagen. Duizenden dappere Schotten werden gedood en de prins moest vliegen voor zijn leven.

Daarna verstopte hij zich wekenlang tussen de heide en de bergen, voor de Engelse soldaten die hem probeerden te vinden. Hij woonde in kleine hutjes, of in grotten, en had vaak niets anders dan de wilde bessen uit het bos te eten. Eens verbleef hij drie weken bij een bende rovers, die erg aardig voor hem waren. En hoewel de koning een grote som geld aanbood aan iedereen die hem wilde aangeven, was geen van zijn arme vrienden vals tegen hem.

Eindelijk hielp een jonge en mooie Schotse dame, Flora MacDonald genaamd, hem te ontsnappen. Ze gaf hem vrouwenkleren en deed alsof hij haar bediende was, Betty Burke genaamd. Toen nam ze hem mee, weg van de plaats waar de soldaten aan het zoeken waren, en na een tijdje bereikte hij de zee en kwam veilig naar Frankrijk.


Downloads