Er was eens, in een donker en spookachtig bos, een kleine vleermuis genaamd Benny. Benny was anders dan alle andere vleermuizen in het bos omdat hij bang was in het donker. Hij woonde in een grot en elke avond, als de zon onderging, zat hij ineengedoken in een hoek, te bang om naar buiten te vliegen en op verkenning te gaan. Hij schaamde zich voor zijn angst en wist dat het hem ervan weerhield alles te ervaren wat de wereld te bieden had.
Benny’s angst voor het donker begon toen hij nog maar een babyvleermuis was. Zijn moeder had hem altijd enge verhalen verteld over de schaduwen in het bos en hoe ze vleermuizen aten. Benny geloofde haar en sindsdien vermeed hij altijd de nacht.
De andere vleermuizen in het bos plaagden Benny en noemden hem “bangerik”, waardoor hij zich nog slechter voelde.
Op een dag besloot Benny dat hij er genoeg van had zich bang en beschaamd te voelen, dus ging hij op pad om zijn angst te overwinnen. Hij verzamelde al zijn moed en vloog ‘s nachts het bos in.
Tot zijn verbazing was het bos niet zo eng als hij dacht. Sterker nog, het was best mooi. Hij vloog langs gloeiende vuurvliegjes en fonkelende sterren. Hij joeg achter motten aan. Terwijl hij door de lucht zweefde, voelde Benny een golf van opwinding. De koele nachtbries op zijn gezicht was als niets dat hij ooit eerder had meegemaakt. Hij vloog over bomen en beekjes, door velden en valleien, en zelfs langs een familie uilen die op jacht waren naar hun avondeten.
Benny realiseerde zich al snel dat de schaduwen waar hij bang voor was niets meer waren dan zijn eigen verbeelding. Hij had zijn leven veel te lang laten beheersen door de enge verhalen van zijn moeder. Benny wist nu dat er niets was om bang voor te zijn in het donker. Het bos ‘s nachts was net zo mooi als overdag en hij had het gevoel dat hij het voor het eerst echt meemaakte. Hij was vervuld van een gevoel van vrijheid en bevrijding dat hij nog nooit eerder had gekend.
Toen hij terugkeerde naar zijn grot, voelde Benny een gevoel van trots en prestatie. Hij had zijn angst onder ogen gezien en overwonnen, en hij wist dat er niets was dat hij niet kon doen als hij er zijn zinnen op zette. Vanaf die dag zou Benny elke avond het bos in vliegen om nieuwe dingen te ontdekken.
De andere vleermuizen waren verbaasd over hoe dapper hij was en stopten met hem te plagen. Benny werd bekend als “Stoere Benny” en werd gerespecteerd en bewonderd door alle vleermuizen in het bos.