Veranderende Seizoenen

Er was eens, in een prachtig land ver weg, een magisch bos waar de bomen altijd veranderden. In de zomer waren de bomen vol met groene bladeren en bloeiden de bloemen in felle kleuren. De dieren speelden en de kinderen renden en lachten in de warme zonneschijn.

Maar naarmate de dagen korter werden, begonnen de bomen goud en rood te kleuren. Ze knikten zachtjes naar de zachte bries die fluisterde: “De winter is nabij.” De bruine noten vielen van de bomen op de luide roep van de wind, want dit was de herfst van het jaar.

De kinderen speelden graag in de bladeren die de grond bedekten, maar ze wisten dat de koude winter snel zou komen en de bladeren dan zouden verdwijnen. Ze namen afscheid van de zoete bloemen die hun harten hadden gevuld met vrolijkheid gedurende de heldere zomeruren. Ze zouden ze missen, maar ze wisten dat ze moesten gaan, want dit was de herfst van het jaar.

Naarmate de dagen kouder werden en het jaar ouder werd, werden de weilanden bruin en grauw. Zelfs het dappere roodborstje was uit zijn nest vertrokken en liet een stil bos achter. De dieren begonnen zich voor te bereiden op de lange winter die voor hen lag.

Aan het einde van de dag baden de mensen zachtjes dat de kleine kinderen, zo lief, net zo puur mochten groeien als de wollige sneeuw die volgt op de herfst van het jaar. En terwijl de sneeuw zachtjes op de grond viel, werd het bos bedekt met een deken van wit, en de kinderen wisten dat het magische bos snel weer tot leven zou komen in de lente.

En dus speelden en lachten ze in de sneeuw, wetende dat de goudgele en rode bomen spoedig weer zouden terugkeren en zouden knikken in de zachte bries, fluisterend: “De lente is hier.”


Downloads