We kunnen zien dat het water door de hitte van de zon uit de aardse “bouillon” de lucht in wordt gezogen, net zoals water wordt onttrokken aan de bouillon die we op de hitte van het vuur op het fornuis plaatsen; en wanneer dit is gebeurd, is het voedsel van de plant gekookt en in een staat om gegeten te worden.
Maar deze “bouillon” verliest niet al zijn water. Er blijft nog genoeg over om het via het blad terug te voeren naar de takken en stengel, en zelfs weer naar beneden in de wortel.
In feite wordt het bereide voedsel nu alleen naar die delen van de plant gestuurd die het het meest nodig hebben.
Misschien wordt het onder de schors gelegd om nieuwe knoppen te helpen maken die te midden van blad zullen uitbarsten en nog een jaar zullen bloeien.
Of misschien gaat het naar beneden om de wortels te helpen nieuwe takken en verse wortelharen uit te steken.
Of mogelijk wordt het in zo’n ondergrondse stengel opgeborgen als die van de lelie- of de krokus-bol, en wordt bewaard voor de voeding van volgend jaar. Af en toe wordt een deel van dit bereide voedsel ook in het blad zelf bewaard.
Als een blad dik en sappig is (‘vlezig’, noemen de boeken het), kunnen we wel raden dat het vol plantaardig voedsel zit.
Herinner je je de Bryophyllum, de plant waar we het een paar dagen geleden over hadden? Zoals je je misschien herinnert, brachten de prachtige bladeren een hele groep nieuwe planten voort.
Je kunt er zeker van zijn dat deze bladeren hebben geweigerd al het voedsel op te geven dat naar hen was gestuurd om in de zon te koken. Je kunt dit raden aan de hand van hun dikke, vlezige uiterlijk, en je kunt er zeker van zijn als je de babyplantjes uit hun randen ziet ontspringen; want zonder voldoende opgeslagen voeding zouden deze bladeren er nooit in slagen zo’n hoeveelheid jongen te ondersteunen!
