Er was eens een heel mooi poppenhuis. Het was gemaakt van rode baksteen met witte ramen, en het had echte gebloemde gordijnen en een voordeur en een schoorsteen. Het poppenhuis was van twee poppen, Lucinda en Jane genaamd. Het was dus ook van Lucinda, maar zij bestelde nooit maaltijden. Jane was de kok maar koken deed ze nooit, want het avondeten was kant-en-klaar gekocht, in een doos vol schaafsel.
Er waren twee rode kreeften, een ham, een vis, een pudding en wat peren en sinaasappels. Ze kwamen niet van de borden, maar ze waren buitengewoon mooi.
Op een ochtend waren Lucinda en Jane een ritje gaan maken in de poppenkinderwagen. Er was niemand in de kinderkamer en het was erg stil. Weldra was er een klein geschuifel en een krassend geluid te horen in een hoek bij de open haard, waar een gat onder de plint zat.
Tom Thumb stak zijn hoofd even uit het gat en stak het er toen weer gauw in. Tom Thumb was een Muis.
Een minuut later stak ook Hunca Munca, zijn vrouw, haar kop naar buiten. Toen ze zag dat er niemand in de kinderkamer was, waagde ze zich op het tafelzeil onder de kolenbak.
Het poppenhuis stond aan de andere kant van de open haard. Tom Thumb en Hunca Munca liepen behoedzaam over het hartenkleed. Ze duwden tegen de voordeur, dat ging niet gemakkelijk.
Maar het lukte en Tom Thumb en Hunca Munca gingen naar boven en gluurden de eetkamer in. Toen piepten ze van blijdschap! Er stond zo’n heerlijk diner op tafel! Er waren tinnen lepels, en loden messen en vorken, en twee poppenstoelen – allemaal zo handig!
Tom Thumb ging meteen aan de slag om de ham te snijden. Deze was prachtig glanzend geel, met rode strepen. Maar het mes hanteren was lastig en deed hem pijn aan zijn vinger. Hij stopte zijn vinger snel in zijn mond. “De ham is niet genoeg gekookt, het is moeilijk te snijden. Probeer jij het maar, Hunca Munca.”
Hunca Munca stond op in haar stoel en hakte de ham aan met een ander loden mes. “Het is net zo hard als de hammen bij de kaasboer,” zei Hunca Munca. De ham brak met een ruk van het bord en rolde onder de tafel. “Laat maar”,’ zei Tom Thumb. “Geef me maar wat vis, Hunca Munca!”
Hunca Munca probeerde om de beurt elke tinnen lepel maar de vis was vastgelijmd aan het bord. Toen verloor Tom Thumb zijn geduld. Hij legde de ham in het midden van de vloer en sloeg erop met een tang en met de schop – knal, knal, klap, klap! De ham vloog in stukken, want onder de glanzende verf was hij gemaakt van niets anders dan gips!
Toen kwam er geen einde aan de woede en teleurstelling van Tom Thumb en Hunca Munca. Ze braken de pudding, de kreeften, de peren en de sinaasappels doormidden. Omdat de vis niet van het bord wilde, legden ze hem in het gloeiend hete, kreukelige papiervuur in de keuken maar de vis wilde zelfs niet verbranden.
Tom Thumb ging door de keukenschoorsteen omhoog en keek naar boven – er was geen roet.
Terwijl Tom Thumb door de schoorsteen klom, had Hunca Munca nog een teleurstelling. Ze vond een paar kleine busjes op het dressoir, met het opschrift – Rijst – Koffie – Suiker – maar toen ze ze ondersteboven hield, zat er niets in behalve rode en blauwe kralen.
Toen gingen de Muizen aan het werk om zoveel mogelijk kwaad aan te richten – vooral Tom Thumb! Hij haalde Jane’s kleren uit de ladekast in haar slaapkamer en gooide ze uit het raam van de bovenste verdieping. Maar Hunca Munca had een zuinige geest. Nadat ze de helft van de veren uit Lucinda’s kussen had getrokken, herinnerde ze zich dat ze zelf een verenbed nodig had.
Met de hulp van Tom Thumb droeg ze het kussen naar beneden en sleepte het over het haardkleed. Het was moeilijk om het verenkussen in het muizenhol te persen maar ze kregen het, op de één of andere manier, voor elkaar.
Toen ging Hunca Munca terug naar het poppenhuis en haalde nog een stoel, een boekenkast, een vogelkooi en een paar kleine spulletjes. Maar de boekenkast en de vogelkooi pasten echt niet in het muizenhol.
Hunca Munca liet hen achter de kolenkist en ging de wieg halen.
Hunca Munca kwam net terug met een andere stoel, toen plotseling, buiten op de overloop, het lawaai van stemmen klonk. De Muizen renden meteen terug naar hun hol en de poppen kwamen de kinderkamer binnen.
Wat een grote ogen van verbazing hadden Jane en Lucinda toen ze de deur openden. Lucinda staarde stil naar de rommel op keukenfornuis. Jane leunde tegen het keukenkastje en glimlachte – maar geen van beiden maakte een opmerking.
De boekenkast en de vogelkooi werden van onder de kolenkist gered maar Hunca Munca had wel de wieg en wat van Lucinda’s kleren.
Ze had ook een aantal handige potten en pannen, en verschillende andere dingen.
Het kleine meisje aan wie het poppenhuis toe behoorde, zei: “Ik zal een pop nemen, gekleed als een politieagent!”
Maar de kinderjuf zei: “Ik zal een muizenval plaatsen!”
Dus dat is het verhaal van de twee stoute Muizen. Maar ze waren toch niet zo heel erg ondeugend, want Tom Thumb betaalde voor alles wat hij brak. Hij vond een muntstuk onder het hartenkleed. En op kerstavond stopten hij en Hunca Munca het in één van de kousen van Lucinda en Jane.
En elke ochtend heel vroeg – voordat er iemand wakker is – komt Hunca Munca met haar stoffer en blik om het huis van de poppen te vegen!
Dat is het einde van het verhaal van de twee stoute Muizen.