Hoe de feeën de maan leenden

Ik denk niet dat iedereen weet waardoor het komt, dat als je ‘s nachts naar de hemel kijkt, je soms maar een deel van de maan ziet. Misschien zou niemand het ooit hebben geweten als de kobolden niet op een avond het Feeënfeest hadden bespioneerd en erachter waren gekomen en het hadden verteld. De Feeën hadden lange tijd feesten gehouden in de lente, zomer en herfst, maar ze hadden nog nooit een winterfeest gehad. Hoewel je zou denken dat de witte sneeuw een bijzonder mooi decor zou hebben gevormd voor een van hun dansen.

Maar op een avond, tijdens een bijeenkomst van de Feeën, werd voorgesteld een winterfeest te houden. Nadat er een beetje over was gesproken, was elke Fee enthousiast bezig met plannen maken. Tenslotte zei een van de feeën: “Ik denk dat het het leukste zou zijn om het feest op het meer te houden, dan hebben we het gladde ijs om op te dansen.”

“En”, zei een andere Fee, “we kunnen een vuur maken aan de oever van het meer, zodat we ons kunnen opwarmen als we het koud krijgen.”

“En”, zei een ander, “degenen die niet willen dansen kunnen schaatsen door hun toverstokken aan de onderkant van hun schoenen te binden.”

De kabouters zeiden dat ze voor het polijsten van het ijs zouden zorgen door naar Jack Frost te gaan en hem te vragen hen te helpen. Ze waren van plan Noordenwind te vragen om wat schone witte sneeuw te laten waaien. Iedere Fee moest haar jurk afgezet hebben met bont, en ieder moest een mutsje dragen, gemaakt van zwanendons wat werd vastgebonden met een rood lint. Alles bij elkaar was het de bedoeling dat het feest een van de meest uitgebreide feesten zou zijn die de Feeën ooit hadden gegeven.

Maar net toen de bijeenkomst werd afgebroken, zei een van de Feeën: “Wat gaan we doen met het licht? In de zomer hebben we altijd de vuurvliegjes gehad om ons te helpen, maar nu slapen ze allemaal diep en kunnen niet wakker worden. En trouwens, hun lichten zijn in deze tijd van het jaar allemaal uit.”

“Wel, we hebben de maan”, zei een van de feeën.

“Ja”, zei een ander, “maar ook al is de maan op gewone nachten helder genoeg voor ons, toch hebben we voor zo’n groot feest als dit meer licht nodig dan hij zal geven.”

“Dat is zo”, zei de eerste Fee, maar ik zie niet hoe we het helderder kunnen krijgen.”

“Het zou goed gaan met de maan als hij maar dichterbij was, zodat het licht beter zou schijnen”, zei een andere Fee. Nadat ze even had nagedacht, zei ze: “Ik vraag me af of we de maan niet kunnen lenen?”

“De maan lenen?” riepen een half dozijn feeën in koor. “Wat zouden de mensen daarvan denken?”

“Nou,” zei de Fee, “als we de maan niet helemaal kunnen lenen, zouden we er misschien een stukje van kunnen lenen. Als we de rest ervan dan in de lucht laten schijnen, zouden de mensen het misschien niet eens merken.”

“Dat is nog niet zo’n slecht idee”, zei de koningin van de feeën, “ik zal een commissie benoemen die kan proberen het te regelen.”

Dus benoemde ze drie van de Feeën om als commissie op te treden om de maan te lenen. De dag voordat het feest zou plaatsvinden, gingen de drie feeën allemaal op een bezemsteel zitten die een heks aan hen had geleend. Ze zeilden weg de lucht in, en toen de man op de maan hen naar zich toe zag komen, was hij zeer verrast. Nog meer verrast was hij toen hij hun merkwaardige verzoek hoorde.

“Of ik jullie de maan wil lenen?” zei hij. “Wel, wat vreemd om dat aan mij te vragen! Wat denk je dat alle mensen op aarde zouden zeggen als ze erachter zouden komen dat ik zoiets ongehoords had gedaan? Ze zouden me misschien zelfs van de maan kunnen laten verdwijnen en ergens anders heen sturen, en ik woon hier al zo lang dat ik nergens anders gelukkig zou kunnen zijn.”

“Maar,” zeiden de Feeën, “als we niet wat meer licht hebben, zal ons feest een mislukking zijn. Dit is het eerste winterfeest dat we ooit hebben gehad, en Jack Frost heeft ons geweldig geholpen. We denken dat jij ons misschien ook kunt helpen. Als je ons niet de hele maan wilt lenen, kun je er dan niet een deel van lenen? We zullen hem zeker net zo goed terugbrengen als toen we hem meenamen.”

“Hoe groot moet het stuk zijn?” vroeg de man.

“Net zo groot als je kunt missen,” zeiden de Feeën.

“Nou,” zei hij, nadat hij even had nagedacht, “jullie hebben een lange weg afgelegd, en ik zou jullie graag willen helpen. Ik wil zeker dat jullie feest een succes wordt. Dus ik laat jullie een stukje uit de rand halen. Maar om er zeker van te zijn dat jullie het teruggeven, wil ik dat een van jullie feeën hier blijft zolang het stuk weg is. Als het terugkomt, kan de fee weer naar huis gaan.

Dus trokken de Feeën lootjes over wie er moest blijven, en de man pakte een grote zaag en zaagde een stuk van de maan af vlakbij de rand waar de mensen het minst waarschijnlijk zouden merken dat het verdwenen was. De twee Feeën namen het stuk maan mee op de bezemsteel terug naar de aarde. En zo’n feest als het eerste winterfeest was er nog nooit geweest! Iedereen noemde het het beste feest dat ze ooit hadden gehad, en ze waren het er allemaal over eens dat het stukje van de maan dat ze hadden geleend het mooiste licht gaf.

Nadat het feest voorbij was, namen de twee feeën het stuk maan mee terug naar de lucht en keerden terug met hun zus die daar was gebleven terwijl zij weg waren. De man in de maan was zo blij met het bezoek van de feeën dat hij hen vertelde dat ze voortaan op elk gewenst moment een deel van de maan konden lenen.

Dus als je naar de lucht kijkt en daar slechts een deel van de maan ziet, dan weet je dat de feeën misschien nog een feestje hebben waarvoor ze een stukje van de maan hebben geleend!


Downloads