Er was eens een boer die een prachtige kersenboom had die altijd vol hing met dikke, sappige kersen. Elk jaar zouden de roodborstjes echter al het fruit komen opeten voordat de boer er zelfs maar aan kon komen. Dus de boer wenste dat hij een manier kon vinden om de roodborstjes weg te houden.
Op een dag had hij een goed idee. “Ik zal een vogelverschrikker maken,” zei hij tegen zichzelf. “Het zal zo eng zijn dat het de roodborstjes zal afschrikken.” En dus wilde hij de engste vogelverschrikker maken die hij zich maar kon voorstellen.
Hij maakte een oude vogelverschrikker met haveloze gescheurde kleren, borstelig haar en dreigende armen. Hij plaatste hem hoog in de kersenboom en wachtte af of het zou werken.
Tot zijn verbazing joeg de vogelverschrikker alle vogels weg, inclusief de roodborstjes, maar niet voor lang. De roodborstjes beseften al snel dat de vogelverschrikker helemaal geen echte bedreiging vormde. In feite was het gewoon een onschuldige, komische oude pop die nooit bewoog, hoe slecht het weer ook werd.
Dus besloten de roodborstjes de kersenboom tot hun thuis te maken. Ze zongen en werkten de hele dag, bouwden hun nesten in de zakken van de vogelverschrikker en tuurden tussen de schaduwrijke takken door.
Toen de kersen begonnen te rijpen, konden de roodborstjes er de hele dag zonder onderbrekingen van smullen. Ze brachten zelfs een gezin groot in de kersenboom, en niemand dacht er ooit aan om naar de vogelverschrikker te kijken om te zien hoe de roodborstjes daar leefden.
Dus uiteindelijk konden de roodborstjes een gelukkig, ongestoord en veilig leven leiden in de kersenboom, dit allemaal dankzij de oude vogelverschrikker!