Winnie de Poeh en het Hol van Konijn

Op een dag maakte Winnie de Poeh een wandeling door het bos. Die ochtend had hij tijdens zijn ochtendgymnastiek een leuk melodietje bedacht, dus neuriede hij vrolijk:

poeh beer

Tra-la-la, tra-la-la,
Tra-la-la, tra-la-la,
Rum-tum-tiddle-um-tum.
Tiddle-iddle, tiddle-iddle,
Tiddle-iddle, tiddle-iddle,
Rum-tum-tum-tiddle-um.

pooh beer

Daar liep hij dan, opgewekt neuriënd en zich afvragend wat al zijn vrienden aan het doen waren, toen hij plots een grote zandbank tegenkwam met een groot gat erin. “Aha!” riep Poeh. “Als ik ook maar ergens iets vanaf weet, dan betekent dat hol: Konijn. En Konijn betekent gezelschap. En gezelschap betekent eten.” Dus bukte Winnie de Poeh zich, stak zijn hoofd door het hol en riep: “Is daar iemand?”

winnie de poeh

Uit het hol kwam eerst een hels kabaal en daarna stilte. “Ik vroeg of er iemand thuis is!” riep Winnie de Pooh luid. “Nee!” antwoordde een stem, “en je hoeft niet te schreeuwen. Ik hoorde je de eerste keer ook.” “Verdorie”, zei Poeh, “is er dan niemand thuis?” “Nee, niemand”, reageerde de stem.

Winnie de Poeh haalde zijn hoofd uit het hol, dacht even na, en mompelde in zichzelf: “Er moet toch iemand thuis zijn. Iemand moet mij geantwoord hebben.” Dus stak hij zijn hoofd weer in het hol en zei: “Hallo, Konijn, ben jij dat?” “Nee”, zei Konijn, nu met een ander stemmetje. “Maar is dat niet de stem van Konijn?” vroeg Poeh. “Nee, dat denk ik niet”, antwoordde konijn. “Het zou niet mijn stem moeten zijn.” “Oh”, zei Poeh en hij haalde zijn hoofd weer uit het gat.

“Zou je mij dan kunnen vertellen waar Konijn is?” verzocht Poeh. “Hij is bij zijn goede vriend Poeh-beer op bezoek”, zei Konijn. “Maar dat ben ik!” riep Winnie de Poeh verbaast. “Wie is ik?” vroeg de stem achterdochtig. “Poeh-beer!” “Weet je dat zeker?” vroeg Konijn vol twijfel. “Ja, zeer zeker, zeer zeker”, zei Poeh. “Nou kom dan maar binnen”, zei Konijn.

Dus ging Winnie de Poeh naar binnen en wurmde hij zich met veel moeite door het gat van het hol van Konijn heen. “Je hebt gelijk”, zei Konijn, terwijl hij hem aandachtig bekeek. “Jij bent het. Ik ben blij je te zien.” “Wie dacht je dan dat het was?” vroeg Poeh. “Dat weet ik niet, maar je kunt niet voorzichtig genoeg zijn in het bos.”

Poeh had ondertussen een knorrende maag gekregen. Het was tenslotte al elf uur ‘s morgens. Daarom was hij blij om te zien dat Konijn borden en bekers uit de kast haalde en toen Konijn vroeg: “Wil je honing of melk bij het brood?” was Poeh zo opgewonden, dat hij zei, “Allebei!” en om niet te hebberig over te komen, vervolgde hij: “Maar geen brood hoor, bedankt.” Zo at Poeh in stilte totdat alle honing en melk op was, stond op, schudde liefdevol de poot van Konijn en zei dat hij moest vertrekken.

winnie the pooh

“Moet je echt weg?” vroeg Konijn uit beleefdheid. “Nou”, zei Poeh, “ik zou wel wat langer kunnen blijven, als je..” en hij keek hintend naar de voorraadkast. “Eigenlijk moet ik zelf ook weg”, zei Konijn. “Oh, dan vertrek ik ook. Tot later”, zei Poeh. “Nou, als je zeker weet dat er geen honing meer is, dan ga ik. Er is toch geen honing meer?” vroeg Poeh nog snel voordat hij vertrok. Konijn liet Poeh alle lege honingpotten zien en zei: “Er is helemaal niets meer.” “Dat dacht ik al”, zei Poeh, “dan is het tijd om te gaan. Dag Konijn!”

Poeh begon uit het hol te klimmen. Met zijn voorpoten trok hij zich vooruit, terwijl hij zijn achterpoten gebruikte om zich af te zetten. Al snel stak zijn neus weer uit het hol van Konijn, toen zijn oren… en zijn voorpoten… en zijn schouders… en toen: “Oh, help!” riep Poeh. “Ik kan niet verder. Ik kan maar beter terugkeren. Oh nee! Terugkeren lukt niet, dan moet ik maar weer vooruit. Oh nee! Het lukt allebei niet. Ik zit vast!”

Konijn was ondertussen door de achterdeur naar buiten gelopen en keek naar Poeh: “Zit je vast?” vroeg hij. “Nee hoor”, loog Poeh. “Ik ben gewoon even aan het uitrusten en aan het neuriën.” Maar Konijn trapte daar niet in: “Kom, geef me een poot.” Poeh stak zijn poot uit en konijn trok en trok en trok… “AU!” schreeuwde Poeh. “Het doet pijn!” “Je zit echt vast”, zei Konijn. “Het komt allemaal doordat de voordeur te klein is”, zei Poeh. “Nee”, zei Konijn streng.

winnie de poeh verhalen

“Het komt allemaal doordat één van ons te veel gegeten heeft. En ik was het niet. Maar goed, ik zal Janneman Robinson halen. Hij weet vast raad.”

Janneman Robinson woonde aan de andere kant van het bos. Toen hij met Konijn bij het hol aankwam en Poeh zag zitten zei hij met een liefdevolle stem: “Gekke, Poeh-beer.” “Ik zat net te denken”, zei Poeh zachtjes snikkend, “dat Konijn zijn voordeur misschien nooit meer kan gebruiken. En dat zou ik echt niet leuk vinden.” “Ik ook niet”, zei Konijn. “Doe niet zo gek”, zei Janneman Robinson. “Natuurlijk zal Konijn zijn voordeur nog kunnen gebruiken.”

“Goed”, zei Konijn. “Misschien lukt het om je terug te duwen.” Konijn aaide denkend over zijn bakkebaarden en zei: “Ik zou natuurlijk blij zijn om je te zien. Maar niet iedereen kan ondergronds leven.” “Bedoel je dat ik er nooit meer uit zou komen?” vroeg Poeh angstig. “Ik denk toch”, zei Konijn, “dat nu je zover bent gekomen… het beter is om door te gaan.” Janneman Robinson knikte en zei: “Er is maar één ding wat we kunnen doen: wachten tot je weer slank genoeg bent om door het gat te kruipen.”

“Hoe lang denk je dat het duurt om slank te worden?” vroeg Poeh bang. “Ik denk ongeveer een week”, antwoordde Janneman. “Maar ik kan hier niet een week blijven!” “Dat kun je wel degelijk gekke Poeh-beer. Het probleem zit hem in je hier wegkrijgen”, lachte Janneman. “Ik ben het met je eens”, zei Konijn tegen Janneman. En tegen Poeh zei Konijn: “Je neemt wel veel plek in mijn huis in. Vind je het erg als ik je benen gebruik om mijn handdoeken aan op te hangen?”

“Eén week!” riep Poeh somber. “En hoe zit het met eten?” “Ik ben bang dat je niets kunt eten”, zei Janneman Robinson. “Het is de bedoeling dat je afvalt, maar we kunnen je wel voorlezen.”

winnie the pooh janneman robinson

Zo las Janneman de hele week verhaaltjes voor aan Poeh en gebruikte Konijn hem om zijn handdoeken aan op te hangen. Aan het einde van de week riep Janneman: “Nu!” en samen met Konijn en al zijn vrienden trokken ze met alle macht aan de poten van Poeh. Na een hele tijd, hoorden ze opeens: “Pop” en was Poeh, als een kurk uit een fles, uit het hol van Konijn geschoten.

winnie de poeh en het hol van konijn

Janneman, Konijn en hun vrienden tuimelden achterover en Poeh landde zo bovenop ze. Met een knikje om zijn vrienden te bedanken, wandelende Poeh terug door het bos en neuriede trots in zichzelf. Janneman Robinson keek hem vol genegenheid na en zei in zichzelf: “Gekke Poeh-beer.”

knorretje winnie the pooh

Downloads